23.09.2013 Views

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

9191/1288432.1<br />

Door de verdachte in te lichten dat zijn verklaringen als bewijs in rechte kunnen worden<br />

aangewend, wordt nog niet gesteld dat deze verdachte niet kan worden verplicht om<br />

zichzelf te beschuldigen en in voorkomend geval te zwijgen.<br />

286. Het loutere feit dat de verdachte een raadsman heeft, ontslaat de verhoorders niet van<br />

hun plicht om de verhoorde over zijn zwijgrecht te informeren.<br />

287. Zelfincriminerende verklaringen zijn niet alleen verklaringen van een verdachte, later<br />

beklaagde, waarin tot bekentenissen wordt overgegaan, maar alle verklaringen van deze<br />

verdachte, die op directe of indirecte, expliciete of impliciete wijze tot bewijs van zijn<br />

schuld worden aangewend.<br />

288. Een eventuele strafrechtelijke veroordeling van een beklaagde mag niet op uitsluitende of<br />

doorslaggevende wijze worden gesteund op een verklaring, die de beklaagde tijdens het<br />

vooronderzoek als verdachte heeft afgelegd, zonder over het zwijgrecht te zijn<br />

geïnformeerd.<br />

289. In casu werd Verzoekster voorafgaand aan haar verhoren niet over haar zwijgrecht<br />

ingelicht. Er werd haar door kamervoorzitter-onderzoeksrechter HEIMANS en de<br />

speurders enkel meegedeeld dat haar verklaringen als bewijs in rechte konden worden<br />

aangewend.<br />

Dit was dus evenmin het geval bij de aanvang van haar verhoren d.d. 23 maart 2009, in<br />

de voormiddag door eerste voorzitter-onderzoeker Heimans, en in de namiddag door<br />

hulpofficier Beeckman.<br />

Niettemin werd de schuldigverklaring van Verzoekster uit hoofde van feit 2 uitsluitend,<br />

minstens hoofdzakelijk gesteund op de verklaringen, evenals op de stukken die<br />

Verzoekster ter gelegenheid van deze verhoren aan de verhoorders heeft overhandigd.<br />

Na vooreerst m.b.t. de verhoren van Verzoekster en haar mede-beklaagden te hebben<br />

overwogen dat “de voorafgaande vermelding dat zijn of haar verklaring als bewijs in recht<br />

kan worden gebruikt” inhoudt dat “hen gewezen werd op hun zwijgrecht zodat de<br />

cautieplicht werd gerespecteerd” (zie pagina 65, randnummer 4.1.6 van het arrest van het<br />

hof van beroep van Gent dd. 14 september 2011), verklaart het arrest van het hof van<br />

beroep van Gent dd. 14 september 2011 Verzoekster inderdaad schuldig aan het haar<br />

ten laste gelegde feit 2, op basis van de volgende overwegingen (eigen nadruk):<br />

“Door C.S. werd op 9 december 2008 via elektronische weg aan eremagistraat N.D. een<br />

tekst overgemaakt. Deze tekst wordt door de verdediging omschreven als een<br />

werkdocument, dat zij aan N.D. overmaakte voor taalkundige controle. C.S. verklaarde<br />

hierover op 23 maart 2009: “ (…) zoals ik eerder verklaarde, had P.B. mij laten weten op<br />

186

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!