VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Toelichting<br />
9191/1288432.1<br />
5.1.2 van het arrest van het hof van beroep van Gent dd. 14 september 2011), schendt<br />
het arrest van het hof van beroep van Gent dd. 14 september 2011 aldus het recht op<br />
een eerlijk proces in het algemeen, en het recht om zichzelf niet te beschuldigen in het<br />
bijzonder (schending van artikel 6 E.V.R.M.).<br />
291. In het eerste onderdeel van huidig middel wordt aan de orde gesteld dat het arrest van<br />
het hof van beroep van Gent dd. 14 september 2011 de schuldigverklaring van<br />
Verzoekster heeft gebaseerd op verklaringen en stukken van Verzoekster, die in het raam<br />
van een verhoor werden afgelegd, c.q. voorgelegd, zonder dat de verhoorders haar voor<br />
de aanvang van deze verhoren op haar zwijgrecht hadden gewezen.<br />
292. Het recht van een verdachte om voorafgaand aan zijn verhoor uitdrukkelijk door de<br />
verhoorders op zijn zwijgrecht te worden gewezen, geldt voor elke verdachte, ongeacht<br />
de aard van het misdrijf waarvan hij wordt verdacht 32 .<br />
Het al dan niet beschikken over dit recht hangt derhalve niet af van de ernst van de<br />
inbreuk die wordt ten laste gelegd, noch van de vraag of de beklaagde op het ogenblik<br />
van het verhoor van zijn vrijheid was beroofd.<br />
Evenmin kan aan deze verplichting afbreuk worden gedaan, door de vaststelling dat<br />
Verzoekster magistrate is. Ook magistraten beschikken immers over de verschillende<br />
waarborgen eigen aan het recht op een eerlijk proces. Bovendien had en heeft<br />
Verzoekster geen ervaring op strafgebied (zie pagina 68, randnr. 145 van de regelmatig<br />
voor het Hof van beroep neergelegde syntheseconclusie van Verzoekster).<br />
293. Uw Hof heeft reeds geoordeeld dat de mededeling door de verhoorders dat de<br />
verklaringen die door de verdachte worden afgelegd “als bewijs in rechte kunnen worden<br />
aangewend”, geen afdoende mededeling inhoudt van het recht om zichzelf niet te<br />
beschuldigen 33 .<br />
294. Een eventuele strafrechtelijke veroordeling van een beklaagde mag niet worden gesteund<br />
op een verklaring, die de beklaagde tijdens het vooronderzoek als verdachte heeft<br />
afgelegd, zonder over het zwijgrecht te zijn geïnformeerd, en wanneer dit wel is gebeurd,<br />
bestaat de meest aangewezen vorm van rechtsherstel in een nieuwe procedure, in het<br />
raam waarvan de strafrechter de gemaakte inbreuk kan herstellen door zich - voor het<br />
vormen van zijn oordeel - niet op de zelf-incriminerende verklaring te steunen 34 .<br />
32 Zie E.H.R.M. 28 juni 2010, Zaïchenko t./ de Russische Federatie, http://www.echr.coe.int, 39.<br />
33 Zie E.H.R.M. 27 oktober 2011, Stojkovic t./ Frankrijk en België, http://www.echr.coe.int, § 54.<br />
34 Zie E.H.R.M. 28 juni 2010, Zaïchenko t./ de Russische Federatie, http://www.echr.coe.int, §§ 59 in fine, 60 en<br />
65.<br />
188