23.09.2013 Views

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

9191/1288432.1<br />

Mijnheer de Voorzitter,<br />

Geachte commissieleden,<br />

Ik heb de eer u te melden dat ik de raadsman van mevrouw Christine Schurmans ben.<br />

Mijn cliënte vernam uit de pers vandaag dat na afsluiting van de hoorzittingen in uw<br />

commissie, op een ogenblik dat u dus uw dossier 'in beraad' had genomen, de voorzitter<br />

van de parlementaire onderzoekscommissie "Scheiding der Machten" gisteren op bezoek<br />

mocht gaan bij de heer eerste voorzitter van het hof van Beroep van Brussel. Bij die<br />

gelegenheid ontving de voorzitter van uw commissie, kennelijk op verzoek van de heer<br />

eerste voorzitter -die objectief gezien in het hele gebeuren dat u aanbelangt geen<br />

onbelangrijke speler is-, nadere duiding bij de brief van 11 maart 2009 die raadsheer Jean<br />

van der Eecken aan uw commissie bezorgde. Sommigen leden of medewerkers van uw<br />

commissie hadden die brief kennelijk wat te scherp beoordeeld zodat enige nazorg zich<br />

blijkbaar opdrong.<br />

Het zal u niet ontgaan dat de mededelingen die het hof van beroep u aldus blijft<br />

bezorgen, ook in de fase van uw rapportering, systematisch betrekking hebben, althans<br />

volgens die mededelingen, op het zgn. tuchtdossier dat mijn cliënte aanbelangt. Mijn<br />

cliënte neemt daarvan akte, zelf heeft zij echter nooit enig contact gehad met raadsheer<br />

Jean van der Eecken in een dossier dat haar zou aanbelangen.<br />

Voor zover zij in de pers moet lezen dat omtrent het tuchtonderzoek dat haar zou<br />

aanbelangen door magistraten verklaringen worden afgelegd, herhaalt mijn cliënte hier<br />

dat de inhoud van een tuchtdossier vertrouwelijk is en dat de magistraten die daarbij<br />

betrokken zijn evenzeer een beroepsgeheim dienen na te leven. Mijn cliënte heeft<br />

daaromtrent, noch omtrent andere zaken, ooit verklaringen afgelegd. Zij zal dat nu<br />

evenmin doen. Zij stelt enkel vast dat uw commissie wordt bestookt met systematisch<br />

volgehouden pogingen om, met schending van de vertrouwelijkheid en het<br />

beroepsgeheim, insinuaties à charge van mijn cliënte, die, ik herhaal, daaromtrent nooit<br />

zelf enige verklaring heeft afgelegd, te verspreiden. Ik hoef hier niet te herhalen dat mijn<br />

cliënte inhoudelijk op de systematische aanvallen op haar persoon en eer, niet kan en<br />

ook niet mag reageren. Daarom wijst zij de talrijke, quasi dagelijkse verzoeken van de<br />

media af. Anderen schurken zich tegen de media aan en bestoken uw commissie. De<br />

verbetenheid waarmee men vanuit bepaalde hoek de zgn. bommen onder uw commissie<br />

blijft leggen, is niet echt alledaags. Mede in het licht van die vaststelling vindt zij de<br />

gebeurtenissen bijzonder merkwaardig en betreurenswaardig.<br />

Zij vond ook de brief van haar collega Blondeel merkwaardig en voor zover iemand<br />

daaraan zou willen twijfelen, ook onrechtmatig. Het was behoorlijk hallucinant -los van de<br />

feitelijke onjuistheden en tegenstrijdigheden die de aandachtige lezer heeft kunnen<br />

ontdekken- te zien hoe die brief, zonder enig protest van de hiërarchie van de<br />

desbetreffende raadsheer, tegen de rechtsregels in, in de maag van uw commissie werd<br />

gesplitst en openlijk aan de pers werd overhandigd. Ook dat schouwspel in uw commissie<br />

deed mijn cliënte niet van haar rechtlijnigheid afwijken. Opnieuw hield zij zich wel aan de<br />

78

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!