VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
9191/1288432.1<br />
Even affirmatief wat betreft het feit dat hij met de nota van het Hof van Cassatie op 19<br />
december 2008 op juridische wijze feiten voor bewezen heeft verklaard, stelde de heer<br />
Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS in dezelfde parlementaire<br />
onderzoekscommissie:<br />
“Wanneer ik heb gezegd dat ik geen juridisch bewijs had, zijn er voldoende juristen in de<br />
zaal om te weten dat een samenloop van vermoedens juridisch ook een bewijs kan zijn.<br />
Un faisceau de présomptions concordantes. Dat volstaat ook in rechte om een bewijs te<br />
zijn” (p. 50)<br />
“Je suis plutôt conforté dans les positions que j’ai prises.”<br />
(p. 63)<br />
255. Op vrijdag 19 december 2008 richtte de heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie<br />
Ghislain LONDERS zijn nota aan de toenmalige Kamervoorzitter (zie randnummer 86).<br />
Verzoekster werd met die nota publiek, doch zonder enige vorm van verweer en<br />
tegenspraak, veroordeeld, nu het hoogste rechtscollege van het land, onder de<br />
handtekening van haar Eerste voorzitter, verklaarde dat Verzoekster haar beroepsgeheim<br />
had geschonden en bijgevolg een misdrijf had gepleegd.<br />
Uit de inhoud van deze nota blijkt dat hij werd opgesteld in nauwe samenwerking met de<br />
heer Eerste voorzitter van het hof van beroep van Brussel Guy DELVOIE. Bovendien<br />
heeft de heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS voor de<br />
parlementaire onderzoekscommissie verklaard dat hij in de aanloop naar het Fortis-arrest<br />
meerdere malen contact had met de heer Eerste voorzitter van het hof van beroep van<br />
Brussel Guy DELVOIE, die zelfs eenmaal vergezeld was van de heer Kamervoorzitter<br />
Paul BLONDEEL. Hieruit blijkt dat de nota werd opgesteld in samenwerking met en op<br />
grond van gegevens verschaft door de heer Eerste voorzitter van het hof van beroep van<br />
Brussel Guy DELVOIE.<br />
Verzoekster werd echter niet gehoord door de heer Eerste voorzitter van het Hof van<br />
Cassatie Ghislain LONDERS –noch door een andere magistraat van het Hof van<br />
Cassatie- bij het opstellen van de nota van het Hof van Cassatie. Deze nota werd dan ook<br />
opgesteld met een manifeste miskenning van de hoorplicht en van de rechten van<br />
verdediging. Dit is des te meer het geval daar deze nota zonder enige nuancering stelt<br />
dat Verzoekster het geheim van het beraad heeft geschonden en met de zegel van het<br />
hoogste rechtscollege van het land door de hoogste magistraat van het land werd<br />
ondertekend.<br />
Op zichzelf beschouwd, los van haar inhoudelijke onjuistheid (zie randnummer 256 en<br />
volgende), bestrijdt Verzoekster met dit Verzoekschrift de handeling gesteld onder de<br />
handtekening van de heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS<br />
en moet die handeling die volledig aan het Hof van Cassatie toerekenbaar is (zie<br />
randnummer 126) als een schending van artikel 6 en 8 van het Verdrag worden<br />
beschouwd.<br />
164