23.09.2013 Views

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

9191/1288432.1<br />

zou kunnen besluiten dan tot een schuldigverklaring van de beklaagde(n), wat in casu<br />

niet het geval is. Dit hof acht zich geenszins gehouden door de verklaringen, uitlatingen<br />

en geschriften van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie naar aanleiding van de<br />

zogenaamde Fortis-zaak, laat staan van de toenmalige eerste voorzitter van het hof van<br />

beroep te Brussel. Terecht geeft het openbaar ministerie aan dat ook voor dit hof moet<br />

uitgegaan worden van het principe dat de magistraten geacht worden bestand te zijn<br />

tegen de beeldvorming in deze zaak die uitgaat van publieke verklaringen van partijen,<br />

betrokken derden of louter derden of die uitgaat van de media. M.a.w. stelt het hof vast<br />

dat een eventuele schending van het vermoeden van onschuld door anderen dan de<br />

leden van dit hof, zoals aangehaald door C.S., een eerlijk proces voor dit hof niet<br />

onmogelijk maakt.<br />

4.3.3. Evenmin is er reden de strafprocedure te schorsen in afwachting van een uitspraak<br />

door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in zake de op 16 juni 2009 door<br />

C.S. neergelegde klacht over vermeende schendingen van haar rechten van verdediging<br />

en het vermoeden van onschuld.”.<br />

Grieven die Verzoekster voor het Hof van Cassatie heeft ontwikkeld en die zij hier voor Uw Hof<br />

integraal herneemt<br />

189. Verzoekster heeft de afwijzing van de grief ontleend aan de schending van het<br />

vermoeden van onschuld tevergeefs voor het Hof van Cassatie bestreden.<br />

Het Hof van Cassatie heeft Verzoekster in de volgende bewoordingen afgewezen:<br />

10. Met de redenen dat:<br />

- de door de eiseres aangevoerde miskenning van het vermoeden van onschuld geen<br />

ontoelaatbare invloed heeft gehad op het hof van beroep;<br />

- het hof van beroep zich geenszins gehouden acht door de verklaringen, uitlatingen en<br />

geschriften van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie;<br />

- magistraten principieel bestand moeten zijn tegen de in deze zaak publieke verklaringen<br />

van partijen, betrokken derden, derden of de media uitgaande beeldvorming;<br />

- een miskenning van het onschuldvermoeden van de eiseres door anderen dan het hof<br />

van beroep, een eerlijk proces door dit hof van beroep niet onmogelijk maakt,<br />

geeft het arrest te kennen dat de door de eiseres aangevoerde schijn van partijdigheid in<br />

hoofde van de appelrechters niet bestaat, miskent het niet de betekenis en de draagwijdte<br />

van het beginsel van de objectieve onpartijdigheid en beantwoordt het arrest het verweer<br />

van de eiseres op dit punt.<br />

Het middel kan in zoverre niet worden aangenomen.<br />

11. Voor het overige is het middel gericht tegen overtollige redenen en is het bijgevolg<br />

niet ontvankelijk.<br />

190. Overeenkomstig artikel 6 E.V.R.M. en het algemeen rechtsbeginsel van het recht op de<br />

behandeling van zijn zaak door een onpartijdige rechter, mag een rechter geen<br />

125

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!