23.09.2013 Views

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

9191/1288432.1<br />

beschuldigingen bovendien niet “louter” geuit door een lid van het Openbaar Ministerie<br />

maar door de hoogste zetelende magistraat van het land, in naam van de gerechtelijke<br />

macht. Kwestieuze beschuldigingen werden daarenboven minstens twee maal schriftelijk<br />

geformuleerd, in een brief en nota bestemd voor de Kamer, en nadien onder ede<br />

bevestigd.<br />

Ook bij andere gelegenheden heeft Uw Hof trouwens reeds benadrukt dat hiërarchische<br />

relaties wel degelijk een probleem van objectieve onpartijdigheid kunnen veroorzaken 19 .<br />

Het zou dus niet opgaan om de stelling van Verzoekster te trachten te weerleggen door<br />

aan te voeren dat de heer Londers zelf geen uitspraak over de cassatievoorziening van<br />

Verzoekster heeft gedaan. De vereiste van de objectieve onpartijdigheid heeft zoals<br />

aangetoond inderdaad een veel ruimere draagwijdte.<br />

183. In die omstandigheden staat vast dat er in casu sprake is van een onherstelbare<br />

schending van het beginsel van de objectieve onpartijdigheid, waaraan ook Het Hof van<br />

Cassatie moet voldoen (zie mutatis mutandis de arresten van Uw Hof inzake Borgers en<br />

Vermeulen 20 ).<br />

Verzoekster bevond zich voor de Belgische rechters, zowel voor het hof van beroep te<br />

Gent, als voor het Hof van Cassatie, onmiskenbaar in de situatie dat de schijn van<br />

partijdigheid in hoofde van Het Hof van Cassatie, die door de hierboven beschreven<br />

omstandigheden is ontstaan, nog onmogelijk ongedaan kan worden gemaakt. Elke<br />

persoon die zich in de situatie van Verzoekster zou bevinden, zou ongetwijfeld deze<br />

schijn van partijdigheid ervaren.<br />

De redelijkheid en objectiviteit van deze vrees van Verzoekster vond bovendien ruime<br />

steun in voornoemde scherpe en ondubbelzinnige reactie van de Procureur-generaal bij<br />

Het Hof van Cassatie. Opmerkelijk is dat de magistraat van het openbaar ministerie die<br />

voor het Hof van Cassatie het ambt waarnam, een volstrekt afwijkende mening<br />

verkondigde en meende dat niets van de gebeurtenissen belette dat het Hof van Cassatie<br />

met eerbied voor het EVRM in de zaak van Verzoekster recht zou kunnen spreken.<br />

Daarnaast is het ook opmerkelijk dat het hof van beroep te Gent in zijn arrest dd. 14<br />

september 2011 geweigerd heeft ernstig in te gaan op de door Verzoekster ingeroepen<br />

verdragsschendingen doch haar heeft aangemoedigd om die schendingen voor uw Hof in<br />

te roepen (§ 4.3.2. van dat arrest).<br />

184. Het staat bijgevolg onmiskenbaar vast dat Verzoekster objectieve gronden had om aan te<br />

voeren dat Het Hof van Cassatie, in welke samenstelling dan ook, nog onmogelijk op een<br />

schijnbaar onpartijdige en onafhankelijke wijze haar zaak kon benaderen.<br />

19 Zie bijvoorbeeld E.H.R.M. 15 december 2005, Kyprianou t./ Cyprus, http://www.echr.coe.int, § 121<br />

(“hierarchical or other links with another actor in the proceedings”; vrije vertaling: “hiërarchische of andere banden<br />

met een andere actor in de procedure”); E.H.R.M. 1 oktober 1982, Piersack t./ België, http://www.echr.coe.int, §<br />

31.<br />

20 E.H.R.M. 30 oktober 1991, Borgers t./ België, http://www.echr.coe.int; E.H.R.M. 20 februari 1996, Vermeulen t./<br />

België, http://www.echr.coe.int.<br />

118

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!