23.09.2013 Views

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

107. Op 27 januari 2009 wees het Hof van Cassatie, op vordering van de procureur generaal<br />

bij het Hof van Cassatie dd. 20 januari 2009 (zie randnummer 103), een arrest gekend<br />

onder Nr. P.09.0105.N waarbij werd geoordeeld dat door de eerste voorzitter van het hof<br />

van beroep van Gent een magistraat moest worden aangewezen die als<br />

onderzoeksrechter de beweerde schending van het beroepsgeheim door Verzoekster<br />

moest onderzoeken (zie stuk nummer 45).<br />

9191/1288432.1<br />

In deze zaak werd verslag uitgebracht door raadsheer Luc HUYBRECHTS van het Hof<br />

van Cassatie. Raadsheer Luc HUYBRECHTS is later, door het Hof van Cassatie, geleid<br />

door haar Eerste voorzitter, aangewezen om de tuchtklacht van Verzoekster tegen de<br />

heer Eerste voorzitter van het hof van beroep van Brussel Guy DELVOIE te onderzoeken<br />

(zie randnummer 117).<br />

Een andere magistraat die in de zaak lastens Verzoekster zitting heeft gehouden is<br />

raadsheer Etienne Goethals van het Hof van Cassatie. Raadsheer Etienne Goethals is<br />

later aangesteld om de strafklacht die Verzoekster tegen de heer Eerste voorzitter van het<br />

hof van beroep van Brussel Guy DELVOIE, de heer Kamervoorzitter Paul BLONDEEL en<br />

mevrouw de raadsheer Mireille SALMON heeft ingediend te onderzoeken (zie<br />

randnummer 124).<br />

108. Op 28 januari 2009 zond de hoogste magistraat van het openbaar ministerie, de heer<br />

procureur generaal bij het Hof van Cassatie Jean-François LECLERCQ aan de heer<br />

Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS de volgende brief (zie stuk<br />

nummer 46; die brief werd pas op 6 februari 2009 bekend gemaakt, randnummer 113):<br />

Mijnheer de Eerste Voorzitter,<br />

Betreft: de nota die U op 19 december 2008 overhandigde aan de heer Voorzitter<br />

van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in het kader van de zaak FORTIS –<br />

Toepassing van artikel 399, tweede lid, Gerechtelijk Wetboek.<br />

Ik betreur oprecht U het huidig schrijven te moeten toezenden, maar hoe meer ik<br />

de nota, die U op 19 december 2008 overhandigde aan de heer Voorzitter van de Kamer<br />

van Volksvertegenwoordigers in het kader van de zaak FORTIS, herlees, hoe meer deze<br />

nota bij mij bedenkingen oproept.<br />

Deze nota, waaromtrent U mij niet heeft geraadpleegd en waaromtrent ik<br />

bijgevolg, te gepasten tijde, geen opmerkingen heb kunnen maken, noopt mij inderdaad<br />

ertoe thans officieel en niet vertrouwelijk de volgende opmerkingen te maken:<br />

1) Staat artikel 398 van het Gerechtelijk Wetboek de Eerste Voorzitter van het Hof<br />

van Cassatie toe om, door raadgevingen of adviezen, tussen te komen in de regeling van<br />

de rechtspleging van een zaak die aanhangig is voor het hof van beroep?<br />

2) Mag de Eerste Voorzitter van het Hof van Cassatie, in een nota gericht aan de<br />

Voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, insinueren of voorhouden dat de<br />

66

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!