VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
9191/1288432.1<br />
De heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS heeft naar<br />
aanleiding van die hoorzitting evenmin enige twijfel laten bestaan omtrent de<br />
juridische handeling die hij jegens Verzoekster had verricht. Het ging op<br />
ondubbelzinnige wijze over de toepassing van bewijsregels ter staving van de<br />
veroordeling die hij, als vertegenwoordiger van het Hof van Cassatie, na de<br />
vaststelling van de feiten, uitsprak.<br />
“Wanneer ik heb gezegd dat ik geen juridisch bewijs had, zijn er voldoende juristen in<br />
de zaal om te weten dat een samenloop van vermoedens juridisch ook een bewijs<br />
kan zijn. Un faisceau de présomptions concordantes. Dat volstaat ook in rechte om<br />
een bewijs te zijn” (p. 50)<br />
“Je suis plutôt conforté dans les positions que j’ai prises.” (p. 63)<br />
Deze verklaring van de heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain<br />
LONDERS, afgelegd voor het parlement, dus voor de wetgevende vergadering van het<br />
land, bevestigt de stelling van Verzoekster, nl. dat het hoogste rechtscollege van het land,<br />
bij monde van haar Eerste voorzitter, op 18 en 19 december 2008 en ook nadien,<br />
Verzoekster publiekelijk, zonder enige vorm van proces heeft veroordeeld. De Eerste<br />
voorzitter van het Hof van Cassatie zelf heeft, elke dubbelzinnigheid omtrent de waarde<br />
van zijn handelingen weggenomen door te benadrukken dat de magistratuur, het Hof van<br />
Cassatie aan het woord was.<br />
Door hem de kans te geven de veroordeling van 18 en 19 december 2008 van<br />
Verzoekster namens het Hof van Cassatie dat hij verklaarde te vertegenwoordigen voor<br />
een orgaan van de wetgevende macht te herhalen werd aan die veroordeling de grootst<br />
denkbare legitimiteit verschaft nu ze onder eed werd herhaald en onder de auspiciën van<br />
de wetgevende vergadering werd bevestigd. Verzoekster herhaalt hierbij dat de<br />
gebeurtenissen in de parlementaire onderzoekscommissie de ruimst denkbare<br />
persaandacht hebben gekregen en live konden worden gevolgd, in beeld en geluid.<br />
272. Eenzelfde opmerking dringt zich op wat betreft de tussenkomsten van de heer Eerste<br />
voorzitter van het hof van beroep van Brussel Guy DELVOIE. Toen hij voor de<br />
parlementaire onderzoekscommissie verscheen, maakte hij gebruik van het parlementair<br />
forum om Verzoekster als schuldige aan te wijzen en valselijk te insinueren dat<br />
Verzoekster een ziekte had voorgewend. Hij verklaarde toen, wanneer hij het had over<br />
wat Verzoekster hem zou hebben verklaard toen zij hem op 10 december 2008 was<br />
komen opzoeken (zie randnummer 32):<br />
“Zij zegt mij […] dat ze zich ziek zal melden om uit te rusten.”<br />
(http://www.dekamer.be/kvvcr/pdf_sections/comm/fortis/criv52M007.pdf<br />
p. 129).<br />
273. De parlementaire onderzoekscommissie werd daarenboven de plaats waar het Brusselse<br />
hof van beroep van Brussel, voor de ogen van de verzamelde pers, frontaal de aanval op<br />
Verzoekster en haar rechten inzette.<br />
176