23.09.2013 Views

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

9191/1288432.1<br />

bestaan om van de behandeling van de voorliggende zaak af te zien,– in ondergeschikte<br />

orde –aan het Grondwettelijk Hof de volgende prejudiciële vraag te stellen:<br />

“Schenden de artikelen 542 tot 552 van het Wetboek van Strafvordering, samen gelezen<br />

met artikel 6 E.V.R.M. en het algemeen rechtsbeginsel van het recht op een eerlijk proces,<br />

de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de mate het voor een beklaagde in een<br />

strafprocedure niet mogelijk is om, in het geval van een gewettigde verdenking t.a.v. het<br />

Hof van Cassatie alsdusdanig, de procedure van de verwijzing van de ene rechtbank naar<br />

de andere zoals bedoeld in de artikelen 542 tot 552 van het Wetboek van Strafvordering<br />

of een gelijkwaardige procedure in te stellen, terwijl de procedure van de verwijzing van<br />

de ene rechtbank naar de andere wel mogelijk is in het geval van een gewettigde<br />

verdenking ten aanzien van een hof van assisen, een hof van beroep, een correctionele<br />

rechtbank en een politierechtbank?”.<br />

Verzoekster argumenteerde dat de procedure van de verwijzing van de éne rechtbank<br />

naar de andere, zoals bedoeld in de artikelen 542 e.v. Sv., niet op Het Hof van Cassatie<br />

van toepassing is 22 .<br />

Anderzijds, veronderstelt een wrakingsprocedure dat één of meerdere raadsheren<br />

omwille van een persoonlijke gewettigde verdenking niet zouden kunnen zetelen, terwijl<br />

deze persoonlijke gewettigde verdenking niet voor de andere raadsheren zou gelden. Een<br />

wrakingsverzoek t.a.v. alle raadsheren van Het Hof van Cassatie zou geen<br />

wrakingsverzoek uitmaken zoals bedoeld in de artikelen 828 e.v. Ger.W., maar een<br />

verzoek tot verwijzing van de ene naar de andere rechtbank zoals bedoeld in de artikelen<br />

542 e.v. Sv. 23 Daarenboven zou er geen raadsheer van Het Hof van Cassatie<br />

beschikbaar zijn om over een eventueel wrakingsverzoek t.a.v. alle raadsheren uitspraak<br />

te doen, wanneer de raadsheren van Het Hof van Cassatie, overeenkomstig artikel 838<br />

Ger.W., zouden weigeren zich van de zaak te onthouden.<br />

Dit betekent dat Verzoekster zich in een situatie bevond waarin zij een gewettigde<br />

verdenking heeft t.a.v. Het Hof van Cassatie, met inbegrip van alle leden ervan, zonder<br />

dat zij over een rechtsmiddel beschikt om een onafhankelijke en onpartijdige instantie<br />

over deze uiting van gewettigde verdenking te laten oordelen, terwijl beklaagden die het<br />

voorwerp uitmaken van een strafprocedure voor een politierechtbank, een correctionele<br />

rechtbank, een hof van beroep of een hof van assisen dergelijke mogelijkheid wel hebben.<br />

Voor dit verschil in behandeling bestaat geen redelijke verantwoording. Immers, ofwel zou<br />

worden uitgegaan van het vermoeden of de fictie dat er in hoofde van een beklaagde en<br />

de publieke opinie nooit een objectieve twijfel aangaande de onpartijdigheid en<br />

onafhankelijkheid van Het Hof van Cassatie kan bestaan, doch dan zouden dit<br />

vermoeden en deze fictie op zichzelf een schending van artikel 6 E.V.R.M. uitmaken 24 ,<br />

ofwel aanvaardt men dat dergelijke objectieve twijfel wel degelijk kan bestaan, maar dan<br />

dient men te erkennen dat er in het Belgische rechtssysteem geen bijzondere procedure<br />

22 Zie Cass. 5 februari 2003, P.03.0125.F, www.cass.be.<br />

23 Zie en vergelijk Cass. 6 september 1974, Pas. 1975, I, p. 15.<br />

24 Ter zake verwijst Verzoekster nogmaals naar de arresten Borgers en Vermeulen.<br />

121

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!