VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
9191/1288432.1<br />
reactie deelt de hoogste magistraat van het openbaar ministerie de juridische analyse van<br />
Verzoekster, doch dit staat geenszins met rechtsherstel gelijk.<br />
258. B. Het vermoeden van onschuld hangt nauw samen met het recht op privacy dat wordt<br />
gewaarborgd door artikel 8 van het Verdrag. In het recente arrest "Freimanis en Lidums<br />
tegen Letland" oordeelde Uw Hof.:<br />
"En d’autres termes, l’article 6.2 vise à protéger non seulement l’équité du procès<br />
mais aussi, d’une manière plus générale, la réputation de la personne concernée"<br />
(E.H.R.M., 9 februari 2006, "Freimanis en Lidums t. Letland", verz. 73443/01 en<br />
74860/01, § 74).<br />
Door in de nota, zonder enige nuancering en zonder voorbehoud, te stellen dat<br />
Verzoekster het geheim van het beraad heeft geschonden, schenden de heer Eerste<br />
voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS en de heer Eerste voorzitter van<br />
het hof van beroep van Brussel Guy DELVOIE in samenspraak met wie de nota was<br />
opgesteld, op de meest flagrante wijze de reputatie van Verzoekster.<br />
Bovendien moest de heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS<br />
weten dat zijn nota zou worden verspreid en dat de inhoud ervan zou worden<br />
overgenomen in de pers, met alle gevolgen vandien voor het privé- en gezinsleven van<br />
Verzoekster.<br />
De brief van 18 december 2008 gericht aan de toenmalige Kamervoorzitter die de<br />
vermelding "personnel – persoonlijk" droeg had immers al een ruime verspreiding<br />
gevonden in de pers (zie hiervoor, randnummers 76 en 77). De heer Eerste voorzitter van<br />
het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS wist dus dat ook de nota op briefhoofd van het<br />
Hof van Cassatie van 19 december 2008 zeer ruime persaandacht ging genieten in<br />
binnen- en buitenland. Hij verklaarde overigens voor de parlementaire commissie dat hij<br />
“bewust [was] van het belang van de zaak en de mogelijke gevolgen”.<br />
(http://www.dekamer.be/kvvcr/pdf_sections/comm/fortis/criv52M007.pdf p. 81)<br />
Toch heeft hij,<br />
(a) deze nota geschreven zonder het standpunt van Verzoekster te horen,<br />
terwijl zij nochtans bij hem, per mail, een klacht had ingediend en via haar<br />
raadsman had laten weten beschikbaar te zijn,<br />
(b) zonder nuancering of voorbehoud Verzoekster beschuldigd van een zwaar<br />
misdrijf en<br />
(c) zonder gewag te maken van de inhoud van de klacht die Verzoekster hem<br />
had gericht.<br />
Niet enkel de (professionele) reputatie van Verzoekster werd aldus zeer erg beschadigd,<br />
ook haar recht op eerbied voor haar privé-leven zoals gewaarborgd door artikel 8 werd<br />
geschonden. Immers, niet enkel de bekendmaking dat volgens de heer Eerste voorzitter<br />
van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS Verzoekster het misdrijf van schending van<br />
het beroepsgeheim heeft gepleegd tast haar eer en goede naam –en die van haar gezin<br />
166