23.09.2013 Views

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

9191/1288432.1<br />

strafdossiers werden opgestart en Verzoekster zelf, als klager, onderzoeken had laten<br />

opstarten).<br />

270. Het bezwaar van de experten van de parlementaire onderzoekscommissie steunt op de<br />

overweging dat een parlementaire onderzoekscommissie zelf een overheid is die de<br />

eerbiediging van de fundamentele rechten moet waarborgen.<br />

Uw Hof heeft in het arrest Salabiaku v. Frankrijk dd. 7 oktober 1988 voor recht gezegd dat<br />

ook wetgevers bij het voltrekken van hun wetgevende prerogatieven gehouden zijn om<br />

het Verdrag te eerbiedigen (§ 28). In de zaak Montera t. Italië", verz. 64713/01, werd<br />

uitdrukkelijk geoordeeld dat ook een parlementaire onderzoekscommissie het vermoeden<br />

van art. 6§ 2 van het Verdrag moet naleven.<br />

Dit betekent dan ook dat alle geledingen van de wetgevende macht, ook -en<br />

ontegensprekelijk zeker- die die een ad hoc bestaan kennen, zoals een parlementaire<br />

onderzoekscommissie, bij uitstek moeten waken op een verdragsconforme<br />

bevoegdheidsuitoefening. Dit is hier niet het geval geweest, zoals uit de navolgende<br />

reeks incidenten is gebleken.<br />

Naar aanleiding van de hoorzittingen in de parlementaire onderzoekscommissie werd aan<br />

de heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS, de heer Eerste<br />

voorzitter van het hof van beroep van Brussel Guy DELVOIE en ook de heer<br />

Kamervoorzitter Paul BLONDEEL, een forum gegeven om de fundamentele rechten van<br />

Verzoekster te schenden.<br />

271. In de eerste plaats bevestigde de heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie<br />

Ghislain LONDERS tot driemaal toe dat hij met zijn initiatief dd. 18 en 19 december 2008<br />

gans het Hof van Cassatie heeft vertegenwoordigd en in die hoedanigheid tot de<br />

conclusie kwam, na toetsing van de juridische beginselen, dat Verzoekster de strafwet<br />

had geschonden (http://www.dekamer.be/kvvcr/pdf_sections/comm/fortis/criv52M007.pdf):<br />

“Men heeft ook steeds aangenomen dat de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie<br />

de rechterlijke macht als dusdanig niet vertegenwoordigt. Dat brengt echter mee dat<br />

in bepaalde omstandigheden –en ik heb geoordeeld dat dat zo’n omstandigheid was–<br />

iemand namens de rechterlijke macht en meer bepaald namens de zetel het woord<br />

moet nemen.<br />

Wie zou dat in die omstandigheden anders kunnen zijn dan de hoogste magistraat<br />

van het land? Ik heb op dat ogenblik gedacht dat dat inderdaad mijn<br />

verantwoordelijkheid was. Ik heb die verantwoordelijkheid genomen. Wanneer u mij<br />

echter vraagt om eens aan te tonen op welke wettelijke bepaling dat berust, dan moet<br />

ik toegeven dat die niet bestaat.” (p. 49)<br />

“Hier wordt het Hof van Cassatie, bij het stellen van handelingen, vertegenwoordigd<br />

door zijn eerste voorzitter.” (p. 68)<br />

“Zoals ik daarnet al zei, ik vertegenwoordig het Hof van Cassatie in bepaalde<br />

handelingen, en zo wordt het parlement vertegenwoordigd door zijn voorzitter.” (p. 76)<br />

175

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!