23.09.2013 Views

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

9191/1288432.1<br />

Dit laatste is precies wat hij ten aanzien van de positie van Verzoekster wél heeft gedaan,<br />

door - zoals gezegd - te verkondigen dat zij klaarblijkelijk een misdrijf had gepleegd, meer<br />

bepaald een schending van haar beroepsgeheim, terwijl zij zich laterin een procedure<br />

voor Het Hof van Cassatie bevond, waar een vermeende schending van haar<br />

beroepsgeheim aan de orde was.<br />

173. Ter ondersteuning van haar stelling dat de voorgaande vaststellingen een schending van<br />

artikel 6 E.V.R.M. inhouden, verwees Verzoekster reeds voor het Hof van Cassatie naar<br />

de volgende relevante rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens<br />

(hierna: E.H.R.M.) m.b.t. de algemene rechtsbeginselen van onafhankelijkheid en<br />

onpartijdigheid en van het vermoeden van onschuld.<br />

174. Uw Hof de relevante principes m.b.t. dit middel zeer treffend uiteengezet in de zaak<br />

Allenet de Ribemont v. Frankrijk 13 .<br />

De feiten in de zaak Allenet de Ribemont kunnen als volgt worden samengevat. Naar<br />

aanleiding van de moord op een Frans parlementslid en ex-minister M. Jean de Broglie<br />

werd de heer Allenet de Ribemont gearresteerd. Dezelfde dag van zijn arrestatie werd<br />

een persconferentie gehouden over de meerjaarlijkse begroting van de Franse politie,<br />

waarop de moord ter sprake kwam. Door de toenmalige Franse minister van<br />

binnenlandse zaken, de directeur van de gerechtelijke politie van Parijs en een<br />

commissaris van de criminele brigade, werden in antwoord op vragen van een journalist<br />

uitspraken gedaan waarbij de heer Allenet de Ribemont werd vermeld als een van de<br />

initiatiefnemers van de moord. Nadat hij buiten vervolging werd gesteld, stelde de heer<br />

Allenet de Ribemont een vordering tot schadevergoeding in tegen de Franse staat, maar<br />

deze werd binnen de Franse rechtsorde telkens afgewezen. De heer Allenet de Ribemont<br />

trok daarop naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.<br />

Uw Hof oordeelde dat het vermoeden van onschuld geschonden was en veroordeelde de<br />

Franse staat tot schadevergoeding op grond van de volgende overwegingen:<br />

“36. Or la Cour estime qu’une atteinte à la présomption d’innocence peut émaner<br />

non seulement d’un juge ou d’un tribunal mais aussi d’autres autorités publiques.<br />

37. Lors de la conférence de presse du 29 décembre 1976 M. Allenet de Ribemont<br />

venait d’être arrêté par la police (paragraphe 9 ci-dessus). Bien qu’il ne se trouvât<br />

pas encore inculpé de complicité d’homicide volontaire (paragraphe 12 ci-dessus),<br />

son interpellation et sa garde à vue s’inscrivaient dans le cadre de l’information<br />

judiciaire ouverte quelques jours plus tôt par un juge d’instruction de Paris et lui<br />

conféraient la qualité d’"accusé" au sens de l’article 6 par. 2 (art. 6-2). Les deux<br />

hauts fonctionnaires de police étaient en l’occurrence chargés de conduire les<br />

investigations. Tenus en contrepoint de l’information judiciaire et appuyés par le<br />

ministre de l’Intérieur, leurs propos s’expliquent par l’existence de celle-ci et<br />

présentent un lien direct avec elle. L’article 6 par. 2 (art. 6-2) s’applique donc en<br />

l’espèce.<br />

(…)<br />

13 E.H.R.M. 10 februari 1995, Allenet de Ribemont t./ Frankrijk, http://www.echr.coe.int.<br />

111

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!