VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
VERZOEKSCHRIFT
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
9191/1288432.1<br />
hij het voltallige Hof van Cassatie vertegenwoordigde en zelfs in naam sprak van “de<br />
magistratuur”;<br />
De nota opgesteld door de heer Eerste Voorzitter van Het Hof van Cassatie in<br />
samenspraak met de heer Eerste Voorzitter van het Hof van beroep te Brussel bevat<br />
geen enkele nuance en geen enkel voorbehoud, maar stelt onomwonden dat<br />
Verzoekster een misdrijf heeft gepleegd;<br />
Op het ogenblik van de feiten was de strafvordering lastens Verzoekster reeds<br />
ingesteld en was ook reeds een tuchtonderzoek hangende;<br />
Het is evident dat een oordeel door de hoogste magistraat en vertegenwoordiger van<br />
Het Hof van Cassatie een grote autoriteit heeft en het publiek dus veel waarde en<br />
geloof hecht aan een dergelijk oordeel, zeker wanneer hij zichzelf opwerpt als de<br />
spreekbuis en de vertegenwoordiger van de rechterlijke macht;<br />
De beschuldigingen werden niet zoals in de zaak Allenet de Ribemont door de<br />
minister van Justitie gedaan bij wijze van eerder spontane uitlatingen op vragen van<br />
journalisten, maar de publieke schuldigverklaring werd zoals hierboven beschreven<br />
bewust op touw gezet en minutieus voorbereid door een opeenvolging van<br />
doelgerichte handelingen van de Eerste Voorzitter van Het Hof van Cassatie en de<br />
Eerste Voorzitter van het Hof van beroep te Brussel;<br />
De beschuldigingen van de Eerste Voorzitter van Het Hof van Cassatie en de Eerste<br />
Voorzitter van het Hof van beroep te Brussel werden steevast in de pers<br />
overgenomen en wijdverbreid becommentarieerd;<br />
Het Hof van Cassatie heeft nooit gereageerd op het optreden van de Eerste<br />
Voorzitter, ondanks het schrijven door Verzoekster gericht aan alle leden van Het Hof<br />
van Cassatie op 24 januari 2009.<br />
176. In deze omstandigheden is de objectieve onpartijdigheid van de feitenrechters evenals<br />
van Het Hof van Cassatie in het gedrang gekomen.<br />
177. Uw Hof heeft de principes van de zaak Allenet de Ribemont in Uw navolgende<br />
rechtspraak verder bevestigd en verfijnd en onder meer gesteld:<br />
Dat geen formele vaststelling van schuld vereist is, maar dat het volstaat dat de<br />
uitingen van de publieke autoriteit doen vermoeden dat de autoriteit van mening is dat<br />
de betrokkene schuldig is (E.H.R.M. 28 november 2002, Lavents t. Letland, verz.<br />
588442/00, par. 126):<br />
«La Cour rappelle toutefois qu'au même titre que toute autre disposition de la<br />
Convention ou de ses protocoles, l'article 6 § 2 doit s'interpréter de façon à garantir<br />
des droits concrets et effectifs, et non théoriques et illusoires (voir l'arrêt Allenet de<br />
Ribemont précité, § 35). Comme elle a jugé dans l'affaire Minelli c. Suisse (l'arrêt du<br />
25 mars 1983, série A no 62, p. 15, § 37), concernant la motivation des décisions<br />
judiciaires, la présomption d'innocence peut être violée même en l'absence de<br />
constat formel ; il suffit que la décision contienne une motivation donnant à penser<br />
que le juge considère l'intéressé comme étant coupable. La Cour estime que la<br />
114