23.09.2013 Views

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

295. In casu werd Verzoekster, voorafgaand aan haar verhoren tijdens het vooronderzoek,<br />

door de verhoorders niet op haar zwijgrecht gewezen.<br />

9191/1288432.1<br />

Dit was evenmin het geval bij de aanvang van haar verhoren d.d. 23 maart 2009, in de<br />

voormiddag door raadsheer-onderzoeker HEIMANS, en in de namiddag door hulpofficier<br />

BEECKMAN.<br />

Volgens het arrest van het hof van beroep van Gent dd. 14 september 2011 zou “de<br />

voorafgaande vermelding dat zijn of haar verklaring als bewijs in recht kan worden<br />

gebruikt” inhouden dat “hen gewezen werd op hun zwijgrecht zodat de cautieplicht werd<br />

gerespecteerd” (zie pagina 65, randnummer 4.1.6 van het arrest van het hof van beroep<br />

van Gent dd. 14 september 2011). Aldus heeft het arrest van het hof van beroep van<br />

Gent dd. 14 september 2011 het mogelijk geacht om zijn oordeel uitsluitend, minstens op<br />

doorslaggevende wijze op de door Verzoekster afgelegde verklaringen te baseren (zie<br />

pagina’s 75 en 76, randnr. 5.1.2 van het arrest van het hof van beroep van Gent dd. 14<br />

september 2011).<br />

Zoals gezegd, houdt de mededeling door de verhoorders dat de verklaringen die door de<br />

verdachte worden afgelegd “als bewijs in rechte kunnen worden aangewend”, echter<br />

geen afdoende mededeling in van het recht om zichzelf niet te beschuldigen.<br />

In het raam van haar verweer voor het Hof van beroep te Gent, had Verzoekster<br />

bovendien uitdrukkelijk opgeworpen dat een eventuele schuldigverklaring geenszins op<br />

voornoemde verhoren en stukken mocht worden gebaseerd (zie pagina’s 67 en 68,<br />

randnr. 144 van de regelmatig neergelegde syntheseconclusie van Verzoekster).<br />

Niettemin werd de schuldigverklaring uit hoofde van feit 2 uitsluitend, minstens op<br />

doorslaggevende wijze gesteund op deze verklaringen, evenals op de stukken die<br />

Verzoekster ter gelegenheid van deze verhoren aan de verhoorders heeft overhandigd<br />

(zie pagina’s 75 en 76, randnr. 5.1.2 van het arrest van het hof van beroep van Gent dd.<br />

14 september 2011).<br />

Aldus schendt het arrest van het hof van beroep van Gent dd. 14 september 2011 –en<br />

navolgend het arrest van het Hof van Cassatie dd. 13 maart 2012 dat navolgend deze<br />

Verdragsschending verwierp- artikel 6 E.V.R.M.<br />

296. In het arrest van 13 maart 2012 oordeelt het Hof van Cassatie als volgt (pagina 7 van het<br />

arrest):<br />

13. Het arrest oordeelt niet enkel dat de verwijzing naar artikel 47bis Wetboek van<br />

Strafvordering een cautieplicht inhoudt, maar het stelt ook vast dat gedurende het verhoor<br />

geen enkele druk werd uitgeoefend op de verdachten, dat zij gelet op hun vrijheid van<br />

komen en gaan een feitelijk recht op consultatie van een advocaat hadden en het voegt<br />

daaraan toe dat een medebeklaagde verklaarde dat hij wist dat hij mocht zwijgen.<br />

189

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!