23.09.2013 Views

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

VERZOEKSCHRIFT

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

208. Omdat de klacht van 12 december 2008 o.m. gericht was tegen de heer Eerste voorzitter<br />

van het hof van beroep van Brussel, moest de klacht in de handen van de heer Eerste<br />

voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS worden neergelegd (artikel 410,<br />

§1, 1° eerste gedachtenstreepje van het gerechtelijk wetboek in samenlezing met artikel<br />

410, §3 van het gerechtelijk wetboek).<br />

9191/1288432.1<br />

Echter, nooit is de heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS de<br />

rechtsprekende overheid die bevoegd is om de klacht te berechten. De wet bepaalt<br />

uitdrukkelijk dat de tuchtberechting, m.a.w. de beoordeling welk gevolg aan een klacht<br />

moet worden gegeven, toekomt aan de eerste kamer van het Hof van Cassatie wanneer<br />

een eerste voorzitter van een hof van beroep of een raadsheer in het hof van beroep<br />

wordt vervolgd (artikel 412, §2, 1°, laatste gedachtenstreepje van het gerechtelijk<br />

wetboek).<br />

In deze zaak echter, heeft de heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain<br />

LONDERS bij aangetekende brief die Verzoekster op 16 december 2008 ontving (zie stuk<br />

nummer 26) de klacht van Verzoekster van 12 december 2008 afgewezen.<br />

De heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS heeft bijgevolg<br />

een rechtsprekende handeling gesteld, zich een rechtsprekende bevoegdheid die hij<br />

krachtens de wet niet had toegeëigend en daarenboven geen enkele tegenspraak<br />

mogelijk gemaakt. Verzoekster werd immers niet eens gehoord, op welke wijze dan ook.<br />

2. Het middel omvat twee luiken:<br />

209. Door te handelen zoals hiervoor werd beschreven, heeft de heer Eerste voorzitter van het<br />

Hof van Cassatie Ghislain LONDERS met zijn beslissing van 16 december 2008 de<br />

artikelen 6, 8, 13 en 17 van het Verdrag geschonden, minstens die schending ingeleid,<br />

dan wel mogelijk gemaakt.<br />

Enerzijds is het zo dat tegen het licht van artikel 6 van het Verdrag, de heer Eerste<br />

voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain LONDERS op een oneigenlijke wijze zijn<br />

bevoegdheden heeft uitgeoefend (uitoefening waartegen in de Belgische rechtsorde geen<br />

verhaal openstaat) waardoor hijzelf jegens Verzoekster (en bij terugkaatsing jegens haar<br />

gezin), onrechtmatige rechtsgevolgen die, op zichzelf beschouwd, schendingen van het<br />

verdrag inhielden, mogelijk heeft gemaakt en, anderzijds, die houding er net toe heeft<br />

geleid dat andere magistraten (zoals de korpsoverste van Verzoekster en de heer<br />

Kamervoorzitter Paul BLONDEEL), zelf door aansluitende handelingen de rechten van<br />

Verzoekster hebben kunnen schenden.<br />

De schendingen van het Verdrag waarover Verzoekster zich bij Uw Hof beklaagt, vinden<br />

bijgevolg steun in de beslissing van de heer Eerste voorzitter van het Hof van Cassatie<br />

Ghislain LONDERS zelf, alsook in de gevolgen van die beslissing.<br />

210. De niet-verdragsconforme behandeling van de klacht van Verzoekster heeft derhalve een<br />

tweeledige navolgende verdragsschending ingeleid. Door de onmiddellijke eliminatie van<br />

136

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!