Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar
Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar
Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> wees <strong>van</strong> vijftig jaar’) <strong>en</strong> de ontsnappingsmogelijkheid<br />
daaruit overd<strong>en</strong>kt: ‘De<br />
vrouw<strong>en</strong> waarmee ik in aanraking was geweest<br />
war<strong>en</strong> mij all<strong>en</strong> opgevall<strong>en</strong>, ook wanneer<br />
ze e<strong>en</strong> zekere cultuur bezat<strong>en</strong>, door hun<br />
gebrek aan verstand. Ze hadd<strong>en</strong> in feite allemaal<br />
e<strong>en</strong> hond<strong>en</strong>snuit.’ (p. 413). Alle vrouw<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> hier k<strong>en</strong>nelijk gelijkgesteld aan<br />
Hel<strong>en</strong>a (waarom anders zou Gijs<strong>en</strong> juist deze<br />
betiteling gekoz<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>? ) in die zin, dat<br />
Adriaan er<strong>van</strong> uitgaat dat zij voor e<strong>en</strong> man<br />
<strong>en</strong>kel kommemis <strong>en</strong> ell<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Echt merkwaardig wordt de term hund<strong>en</strong>snuit,<br />
wanneer hij niet voor e<strong>en</strong> vrouw of<br />
vrouw<strong>en</strong> gebruikt wordt, maar in verband<br />
gebracht wordt met de verteller <strong>van</strong> <strong>het</strong> verhaal<br />
zelf. Wanneer deze sam<strong>en</strong> met de danseres<br />
in Ath<strong>en</strong>e allerlei bezi<strong>en</strong>swaardighed<strong>en</strong><br />
bezoekt, staat er: ‘In <strong>het</strong> Byzantijns museum<br />
ontdekt<strong>en</strong> we mijn portret: e<strong>en</strong> icoon <strong>van</strong><br />
St. Christopher met e<strong>en</strong> echte spitse hond<strong>en</strong>snuit.’<br />
(p. 417). Of <strong>het</strong> begrip duidt hier<br />
slechts de overe<strong>en</strong>komst aan <strong>van</strong> Adriaans<br />
gezicht met de vorm <strong>van</strong> e<strong>en</strong> hond<strong>en</strong>kop óf<br />
er wordt mee aangegev<strong>en</strong> dat <strong>het</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
e<strong>en</strong> hond<strong>en</strong>snuit ongelukk<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gevolge zal<br />
kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t voor de laatste<br />
opvatting vind<strong>en</strong> we in de fatale afloop<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> verhaal.<br />
E<strong>en</strong> tweede id<strong>en</strong>tificatie met e<strong>en</strong> mythologische<br />
figuur vindt plaats, wanneer de ikfiguur<br />
zich als volgt beschrijft: ‘...ik droeg<br />
e<strong>en</strong> korte ringbaard (gelijk Gijs<strong>en</strong> zelf, H.B.),<br />
die ik <strong>van</strong> e<strong>en</strong> kop <strong>van</strong> Odysseus gekopieerd<br />
had <strong>en</strong> die me e<strong>en</strong> gedistingeerd uiterlijk<br />
gaf.’ (p. 412). In zoverre komt Adriaan <strong>van</strong><br />
Hobok<strong>en</strong> met deze figuur overe<strong>en</strong>, dat hij na<br />
e<strong>en</strong> ‘zwerftocht’ naar <strong>en</strong> door Ath<strong>en</strong>a, waar<br />
hij toch wel <strong>het</strong> e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander meegemaakt<br />
heeft, uiteindelijk terugkeert naar huis <strong>en</strong><br />
haard.<br />
Alvor<strong>en</strong>s de derde <strong>en</strong> wellicht de belangrijkste<br />
id<strong>en</strong>tificatie, die met de God Pan, aan de<br />
orde te stell<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> korte excurs naar aanlei-<br />
243<br />
ding <strong>van</strong> de figuur Agiaë. Agiaë is de naam,<br />
die Adriaan <strong>van</strong> Hobok<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>t aan de<br />
danseres die hij in <strong>het</strong> vliegtuig naar Ath<strong>en</strong>e<br />
ontmoet. De werkelijke naam <strong>van</strong> <strong>het</strong> meisje<br />
luidt Putsi Bernardi. Adriaan doopt die naam<br />
om in Agiaé, de stral<strong>en</strong>de, e<strong>en</strong> letterlijke<br />
vertaling <strong>van</strong> Putsi, maar ongetwijfeld tev<strong>en</strong>s<br />
e<strong>en</strong> verwijzing naar Agiaia, <strong>het</strong> sieraad, één<br />
<strong>van</strong> de drie Gratiën, de begeleidsters <strong>van</strong><br />
V<strong>en</strong>us, in e<strong>en</strong> verhaal waar de liefde zo’n<br />
belangrijke rol vervult, niet zonder betek<strong>en</strong>is.<br />
Die Gratiën word<strong>en</strong> vaak afgebeeld als<br />
naakt <strong>en</strong> dans<strong>en</strong>d (sic! ) <strong>en</strong> werd<strong>en</strong> o.a. vereerd<br />
op de Akropolis, e<strong>en</strong> niet onaardig gegev<strong>en</strong><br />
als we dat in verband br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met <strong>het</strong><br />
slot <strong>van</strong> <strong>het</strong> verhaal waar Agiaè danst op de<br />
Akropolis31 . De figuur Agiaè functioneert in<br />
dit verhaal op verschill<strong>en</strong>de niveau’s. Enerzijds<br />
verteg<strong>en</strong>woordigt zij de erotiek, leidt zij<br />
Adriaan in dit voor hem tot dan toe onbek<strong>en</strong>de<br />
terrein. Hier ook ligt <strong>het</strong> verband met<br />
V<strong>en</strong>us. Anderzijds is zij de moeder, die de<br />
opvoeding, de vorming <strong>van</strong> <strong>het</strong> kind voltooid<br />
heeft. De naamgeving ‘moetje’ <strong>en</strong> ‘kindje’ in<br />
hun eerste nachtelijke sam<strong>en</strong>zijn duidt daarop.<br />
Dit moederaspect krijgt e<strong>en</strong> des te sterker<br />
acc<strong>en</strong>t wanneer we in onze beschouwing<strong>en</strong><br />
betrekk<strong>en</strong> <strong>het</strong> feit dat Putsi/Agiaë uit<br />
Weimar afkomstig is; e<strong>en</strong> plaats die onvermijdelijk<br />
naar Goethe leidt. 32<br />
Toevalligerwijs 33 ontdekte ik bij Harry Mulisch<br />
in zijn De Verteller verteld <strong>en</strong>kele aanknopingspunt<strong>en</strong>.<br />
Hij laat daar Goethes beroemde<br />
gesprekspartner aan <strong>het</strong> woord, Johann<br />
Peter Eckermann: ‘Ileute zum Nachtisch<br />
bereitete Goethe mir ein<strong>en</strong> hoh<strong>en</strong> G<strong>en</strong>uss,<br />
indem er mir die Scène vorlas, wo<br />
Faust zu d<strong>en</strong> Müttern geht. Das Neue, Ungeahndete<br />
des Geg<strong>en</strong>standes, so wie die Art<br />
und die Weise wie Goethe mir die Scène<br />
vortrug, ergriff mich wundersam, so dass ich<br />
mich ganz in die Lage von Faust versetzt<br />
füllte, d<strong>en</strong> bey der Mittheilung gleichfalls ein<br />
Schauer überlaüft. Ich batte das Dargestellte