Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar
Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar
Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
302<br />
wijsgeer Aristoteles bijvoorbeeld wordt in de<br />
bundel Heer Everzwijn zwaar aangevall<strong>en</strong>.<br />
Teg<strong>en</strong>over de logische categorieën <strong>van</strong> de<br />
Stagiriet stelt Claus de aanschouwelijke zintuigelijkheid<br />
<strong>van</strong> de ‘muthos’. In dezelfde<br />
orde zal hij steeds <strong>het</strong> dionysische aspect <strong>van</strong><br />
de antieke geest stell<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> <strong>het</strong> apollinische.<br />
M<strong>en</strong> d<strong>en</strong>ke aan zijn gedicht ‘Marsua’,<br />
waarin de natuurdemon de overwinning <strong>van</strong><br />
de lichtgod vervloekt. Claus’ overweg<strong>en</strong>d<br />
sexuele interpretatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> dionysische<br />
br<strong>en</strong>gt hem dicht bij de ideeën <strong>van</strong> Wilhelm<br />
Reich, die teg<strong>en</strong> Ros<strong>en</strong>berg, de officiële Nazi-ideoloog,<br />
de demonische <strong>en</strong> instinctieve<br />
kracht<strong>en</strong> verdedigde. Ge<strong>en</strong> wonder dat de<br />
dichter huiverig staat teg<strong>en</strong>over elke vorm <strong>van</strong><br />
neo-klassiek, zoals die in <strong>het</strong> fascisme word<strong>en</strong><br />
gepropageerd. De matriarchale, ondogmatische<br />
religiositeit die uit de Kleinaziatische<br />
godsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> spreekt, is voor hem e<strong>en</strong><br />
antidotum teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> patriarchaal, autoritair<br />
Christ<strong>en</strong>dom, e<strong>en</strong> beeld <strong>van</strong> e<strong>en</strong> utopische<br />
cultuur, waarin <strong>het</strong> lustprincipe niet aan c<strong>en</strong>suur<br />
onderworp<strong>en</strong> zou zijn 25 .<br />
Toch stuit Claus op de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> <strong>van</strong> de mythe.<br />
Telk<strong>en</strong>s weer gaan zijn personages t<strong>en</strong><br />
onder als zij de antieke mythe weer tot lev<strong>en</strong><br />
1 Geciteerd in J. WIJNEN, Hugo Claus vertaalt<br />
e<strong>en</strong> bewerking <strong>van</strong> Euripides’ Orestes, in: Nova<br />
et vetera, LII (1974-1975), pp. 403-429 (ook<br />
in: Creatie <strong>van</strong> Orestes, uitgegev<strong>en</strong> door de<br />
stichting theater <strong>en</strong> cultuur, s.d., s.l., pp.<br />
19-37)<br />
2 Cf. J. KRISTEVA, Sèmeiotikè, Paris: Editions<br />
du Seuil, 1969, passim; H. VERDAASDONK,<br />
Het konsept ‘intertextualiteit’, in: Literair Lustrum<br />
2, Amsterdam: Ath<strong>en</strong>aeum & Van G<strong>en</strong>nep,<br />
1973, pp. 344-365; P. CLAES, Intcrtextualiteit<br />
in: Strev<strong>en</strong>, XXXI (1977-78), pp. 126-<br />
134.<br />
3 H. CLAUS, Oog om oog, Amsterdam: De Bezige<br />
Bij, 1964; e<strong>en</strong> gedeelte hier<strong>van</strong> versche<strong>en</strong> in:<br />
H. CLAUS, Gedicht<strong>en</strong>, Amsterdam: De Bezige<br />
Bij; Antwerp<strong>en</strong>: Contact, 1966, pp. 285-307.<br />
4 E<strong>en</strong> poging daartoe is: P. CLAES, Hugo Claus<br />
vertaalt de Anthologie, in: Herm<strong>en</strong>eus, XLI<br />
(1969-1970), pp. 80-83.<br />
will<strong>en</strong> roep<strong>en</strong>. Zijn Oedipus komt niet tot<br />
e<strong>en</strong> verzo<strong>en</strong>ing met de god<strong>en</strong>: Victor de Rijckel<br />
in De verwondering wordt krankzinnig<br />
als hij de rol <strong>van</strong> de held (Crabbe) op zich<br />
wil nem<strong>en</strong>; Stefan in Kijk, mama, zonder<br />
hand<strong>en</strong>! kan zich niet aan de oedipale fascinatie<br />
onttrekk<strong>en</strong>: <strong>het</strong>zelfde geldt voor<br />
Claude in Omtr<strong>en</strong>t Deede. Het noodlot <strong>van</strong><br />
al deze figur<strong>en</strong> blijkt te zijn dat zij zich niet<br />
uit louter imaginaire relaties kunn<strong>en</strong> losrukk<strong>en</strong><br />
om werkelijk te lev<strong>en</strong>. Waar de mythe<br />
vroeger houvast <strong>en</strong> troost bood, wordt ze nu<br />
als misleid<strong>en</strong>d <strong>en</strong> teleurstell<strong>en</strong>d ervar<strong>en</strong>. De<br />
antieke schema’s zijn niet herhaalbaar. Philip<br />
uit De hondsdag<strong>en</strong> <strong>en</strong> Victor de Rijckel uit<br />
De verwondering dal<strong>en</strong> in de onderwereld af,<br />
de figur<strong>en</strong> uit Omtr<strong>en</strong>t Deedee roep<strong>en</strong> in<br />
hun bacchanaal de oude theogonie op: telk<strong>en</strong>s<br />
echter blijft de verwachte reg<strong>en</strong>eratie of<br />
verlossing uit. De mythe, die in antieke tijd<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> rituele realiteit was, blijkt in de<br />
hed<strong>en</strong>daagse wereld niet meer actualiseerbaarte<br />
zijn. 26<br />
Uiteindelijk is Claus’ relatie tot de mythe<br />
ambigu. De aan<strong>van</strong>kelijke fascinatie komt faliekant<br />
uit, of, met e<strong>en</strong> woord <strong>van</strong> de dichter<br />
zelf, de mot zit in de mythe.<br />
5 H. CLAUS, Gedicht<strong>en</strong> (O.c.), p. 295.<br />
6 H. CLAUS, Thyestes, toneelstuk naar de tragedie<br />
<strong>van</strong> S<strong>en</strong>eca, Amsterdam: De Bezige Bij; Antwerp<strong>en</strong>:<br />
Contact, 1966. Hierover schrev<strong>en</strong> o.m.<br />
J. DE DECKER, Over Claus’ toneel, Antwerp<strong>en</strong>:<br />
De Galge, 1971, pp. 123-135; R.A. EEK-<br />
HOUT, De Thyestes <strong>van</strong> S<strong>en</strong>eca in de bewerking<br />
<strong>van</strong> Hugo Claus, in: Lampas, V.3 (1972).<br />
pp. 241-250; H. VAN DEN BERGH. Ilugo<br />
Claus. Toneel als anti-literatuur, in: Literair<br />
Lustrum 2 (O.c.). pp. 115-125.<br />
7 B. STROMAN. De Nederlandse toneelschrijfkunst,<br />
Amsterdam: Moussault’s Uitgeverij; Antwerp<strong>en</strong>:<br />
Standaard Uitgeverij, 1973, p. 187.<br />
8 L. HERRMANN; Sénèque. Tragédies. Tome II,<br />
Paris: Les Belles Lettres, 1967 (1927).<br />
9 H. CLAUS, Thyestes (O.c.), p. 70.<br />
10 H. CLAUS, Oedipus, naar S<strong>en</strong>eca, Amsterdam:<br />
De Bezige Bij, 1971. Hierover schrev<strong>en</strong>: J.<br />
ECTORS, Moderne visies op <strong>het</strong> Oidipoes-the-