17.11.2012 Views

Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar

Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar

Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

196<br />

Structureel gezi<strong>en</strong> valt direct op dat <strong>het</strong> stuk beantwoordt aan de vereist<strong>en</strong> <strong>van</strong> de muzikale<br />

compositie. Het wordt gebouwd om terugker<strong>en</strong>de motiev<strong>en</strong>. Verstot<strong>en</strong> door Zeus, staat Apolloon<br />

als de zoon <strong>van</strong> de nacht (cf. Leto) in de lichtloze hemel. Alles is stil, alsof de wereld ge<strong>en</strong><br />

lev<strong>en</strong> meer bevat. Het <strong>en</strong>ige tek<strong>en</strong> <strong>van</strong> lev<strong>en</strong>, <strong>van</strong> beweging, is Apolloons adem. In <strong>het</strong><br />

voorbijgaande wijz<strong>en</strong> wij op de voorstelling <strong>van</strong> de baardige Apolloon: is dit <strong>het</strong> resultaat <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> contaminatie bij Van de Woestijne met zijn geliefde held Herakles)<br />

In de keel <strong>van</strong> Apolloon klopt de nieuwe tijd. Hier moet<strong>en</strong> wij waarschijnlijk e<strong>en</strong> toespeling zi<strong>en</strong><br />

op de ritmiek die Apolloon eig<strong>en</strong> is, nl. zijn verdwijn<strong>en</strong> naar <strong>het</strong> land der Hyperboreërs, i.e. de<br />

winter, <strong>en</strong> zijn terugkeer die de l<strong>en</strong>te betek<strong>en</strong>t, dus de nieuwe tijd. Dit kan verder betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat<br />

voor Apolloon, de gestrafte, e<strong>en</strong> nieuw lev<strong>en</strong> begint, e<strong>en</strong> nieuwe wereld ontstaat. In dit verband<br />

zijn wij g<strong>en</strong>eigd <strong>van</strong> cosmogonie te sprek<strong>en</strong>, daar <strong>het</strong> de geboorte <strong>van</strong> e<strong>en</strong> nieuwe wereld, de<br />

schepping <strong>van</strong> e<strong>en</strong> nieuwe orde betreft. Hij staat daar, ‘hoog op de hille’, als e<strong>en</strong> spil te midd<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de duistere nacht, <strong>van</strong> <strong>het</strong> niet. Hij wordt e<strong>en</strong> spil die beweegt te midd<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> vormloze.<br />

Voorafbeelding <strong>van</strong> zijn lotsbestemming, want de schrijver noemt hem bij e<strong>en</strong> <strong>van</strong> zijn talrijke<br />

bijnam<strong>en</strong>, nl. agyeus, i.e. de konische zuil, als hij die zuil vergelijkt bij de rook <strong>van</strong> e<strong>en</strong> dov<strong>en</strong>d<br />

herdersvuur. E<strong>en</strong> echo <strong>van</strong> de titel dus, die <strong>het</strong> verhaal <strong>van</strong> Apolloon in zijn context plaatst <strong>en</strong><br />

er e<strong>en</strong> richting aan verle<strong>en</strong>t.<br />

Hij is e<strong>en</strong> god <strong>en</strong> als tek<strong>en</strong> <strong>van</strong> zijn heerschappij staat hij. Al zijn zijn dij<strong>en</strong> paars (= de<br />

zinnelijkheid die voor de helft zijn natuur <strong>en</strong> oorsprong uitmaakt <strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong> aardsheid<br />

beklemtoont), zijn romp <strong>en</strong> zijn hoofd bad<strong>en</strong> in klaardere glanz<strong>en</strong> <strong>en</strong> hij lacht M<strong>en</strong> weet dat de<br />

lach e<strong>en</strong> attribuut is <strong>van</strong> de god<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun uitverkor<strong>en</strong><strong>en</strong>. Zowel Van de Woestijnes epiek <strong>en</strong><br />

lyriek kunn<strong>en</strong> dit bewijz<strong>en</strong> 6 . Deze andere, - goddelijke, — zijde <strong>van</strong> zijn persoonlijkheid wordt<br />

nog belicht door ‘<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>-vol zijn hoofd <strong>en</strong> zijn gedacht’/die volt zijn hoofd <strong>en</strong> aan zijn<br />

mond-hoek lacht;’.<br />

De goddelijke natuur <strong>van</strong> Apolloon kan niet in twijfel word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>, daar hij wel weet dat<br />

hij is. Tezelfdertijd b<strong>en</strong>adrukt de dichter <strong>het</strong> feit dat deze herinnering k<strong>en</strong>nis is, verder dat de<br />

god vlees is geword<strong>en</strong>. Hij is e<strong>en</strong> incarnatie. Als m<strong>en</strong>s is hij deelachtig geword<strong>en</strong> aan de<br />

m<strong>en</strong>selijke hoedanighed<strong>en</strong>:<br />

(...) <strong>en</strong> <strong>het</strong> geheim<br />

gedoke in hem gelijk e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>schelijk geheim 7<br />

Ook dit geheim is niet nieuw. Het schepp<strong>en</strong>d proza als de lyriek hebb<strong>en</strong> <strong>het</strong> bezong<strong>en</strong> als tek<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de best<strong>en</strong>dige aanwezigheid, <strong>het</strong> won<strong>en</strong> in de afglans <strong>van</strong> de godheid 8 . Het gebruik <strong>van</strong><br />

vroomheid 9 in dit verband br<strong>en</strong>gt ons nader bij de ess<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> dit geheim, <strong>en</strong> doet ons inzi<strong>en</strong><br />

dat deze Apolloon hier e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>beeld is geword<strong>en</strong> <strong>van</strong> beheersing <strong>en</strong> aanvaarding. De gestrafte<br />

god is tot inzicht gekom<strong>en</strong>.<br />

Na deze voorstelling <strong>van</strong> Apolloon <strong>en</strong> zijn omwereld wordt in zang 2 <strong>het</strong> acc<strong>en</strong>t verschov<strong>en</strong> naar<br />

de omgeving. De god staat midd<strong>en</strong> in <strong>het</strong> niet, in e<strong>en</strong> roerloze <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>loze wereld. Als e<strong>en</strong> as,<br />

e<strong>en</strong> spil, staat hij daar op die heuvel, de geïncarneerde god, om<strong>van</strong>g<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> sfeer <strong>van</strong><br />

oer-rust. In deze doodse, onbewuste wereld vraagt hij naar e<strong>en</strong> vorm <strong>van</strong> lev<strong>en</strong>, vraagt hij naar<br />

e<strong>en</strong> nieuwe l<strong>en</strong>te:<br />

– Heeft zich de L<strong>en</strong>t’ voor nieuw<strong>en</strong> slaap gekéérd? 10

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!