Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar
Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar
Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
194<br />
4<br />
Maar: ‘Leto! ’. zegt hij, <strong>en</strong> hij daalt d<strong>en</strong> heuvel af.<br />
Hij zakt e<strong>en</strong> zoelte in. Traag wordt zink<strong>en</strong> zoelt.<br />
Zijn le<strong>en</strong> gaan loom<strong>en</strong>, daar e<strong>en</strong> zoelt rijst.<br />
Hij treedt voorzichtig thans, hoe zeker zij<br />
zijn vlakkre voet aan minder-steile wand.<br />
Dra glijdt zijn bane ’lijk e<strong>en</strong> glad geschuif<br />
<strong>van</strong> water over klei die zuigt <strong>en</strong> veert.<br />
Zijn helle zole is zoel; zijn ingewand<br />
vervolt stilaan, egaal <strong>en</strong> rond, e<strong>en</strong> brand,<br />
e<strong>en</strong> warmte, e<strong>en</strong> lamp, e<strong>en</strong> wonne-weeke lucht<br />
die vliet als ijl, dun bloed zijn aédr<strong>en</strong> door<br />
<strong>en</strong> zijne borst, <strong>en</strong> rust in zijn<strong>en</strong> rug,<br />
weêrzijds als e<strong>en</strong>e moeheid, rijk <strong>en</strong> blij....<br />
– Hij naert d<strong>en</strong> trag<strong>en</strong> navel <strong>van</strong> <strong>het</strong> dal.<br />
Nog blijft onaangeroerd, <strong>van</strong> vlerk of keel,<br />
<strong>van</strong> hakig keverpootje of krevel-haar<br />
der rupse, <strong>van</strong> <strong>het</strong> onder-aardsch gewoel<br />
die mol <strong>en</strong> mier, die made <strong>en</strong> mal konijn,<br />
bedrijv<strong>en</strong>, elk naar eig<strong>en</strong> wet <strong>en</strong> nood, -<br />
nóg blijft onaangedaan die luie stilt<br />
<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> gebod <strong>van</strong> sterr<strong>en</strong>, die ze wekt.<br />
Doch, daar hij wijlt <strong>en</strong> dieper adem-haalt,<br />
<strong>en</strong> daar zijn hart gaat luistr<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn hart<br />
naar ’t eig<strong>en</strong> luid<strong>en</strong>, dat luider wordt:<br />
daar gaat aan ’t wijk<strong>en</strong>, traag, ’t aanwezige dat<br />
om hem, aan hem, <strong>van</strong> aarde <strong>en</strong> hemel. Vree<br />
gaat waêdm<strong>en</strong>, bloode, om zijn onroerbaarheid;<br />
om<strong>van</strong>gt zijn doffer hart met zoetheids dracht,<br />
verzaadt, verdooft zijn hoofd met goud<strong>en</strong> waézm<strong>en</strong>.<br />
5<br />
Hij zonk in de aarde als in zich-zelf<br />
o Leto, Leto: dees mijn moeder zijt,<br />
o Macht, ont<strong>van</strong>gt uw zoon in uw<strong>en</strong> schoot<br />
En mijne straf wil mak<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> loon.<br />
Aldus Apolloon tot de Nacht, die zweeg.<br />
Plots bloeide, hooge, fel, de Herders-ster.<br />
De chronologie <strong>van</strong> Van de Woestijnes obsessie met <strong>het</strong> Apolloon-motief voert ons terug naar<br />
zijn jeugdperiode, to<strong>en</strong> hij 15 jaar oud was. In Carnet 1893 1 is <strong>het</strong> reeds aanwezig in e<strong>en</strong><br />
gedicht dat De Walküre heet:<br />
Ginsch op de onmeetbare heide<br />
de glanzige, zonnige heide,<br />
drijv<strong>en</strong> de schap<strong>en</strong> zoo blank<br />
als de zwan<strong>en</strong> t<strong>en</strong> rimplig<strong>en</strong> meere...<br />
Stijf als e<strong>en</strong> bronz<strong>en</strong> Apool,<br />
onbeweeglijk t<strong>en</strong> gronde gekluisters,<br />
(...) 2