Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar
Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar
Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
167<br />
<strong>Domitianus</strong>’ tyrannie E.V.) was ook niet Van de e<strong>en</strong>voudiger ziel <strong>van</strong> Frontinus, de proconsul<br />
die onder Agricola in Britannië de <strong>Rome</strong>inse legio<strong>en</strong><strong>en</strong> geleid had <strong>en</strong> die, vlei<strong>en</strong>d, in zijn boek<br />
der Krijgslist<strong>en</strong> <strong>Domitianus</strong> e<strong>en</strong> groot veldheer g<strong>en</strong>oemd had, overwinnaar <strong>van</strong> Galliërs <strong>en</strong><br />
German<strong>en</strong>... Nu, <strong>van</strong> alle eerzucht bevrijd, rustig m<strong>en</strong><strong>en</strong>de te lev<strong>en</strong> in <strong>Rome</strong>...’ etc. 24 . Frontinus<br />
was echter in 96 nog in <strong>het</strong> geheel niet <strong>van</strong> alle eerzucht bevrijd. Niet zodra was <strong>Domitianus</strong> uit<br />
de weg geruimd of hij vervolgde zijn carrière: curator aquarum in 97, consul suffectus voor de<br />
tweede keer in 98, consul ordinarius sam<strong>en</strong> met keizer Trajanus in 100. <strong>Couperus</strong> wist <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
tweede consulaat <strong>van</strong> Frontinus 25 , maar heeft <strong>het</strong> vele jar<strong>en</strong> geantidateerd, waarschijnlijk juist<br />
omdat hij hem wilde voorstell<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> man, die, hoewel eerlijk <strong>en</strong> capabel, toch niet had<br />
geschroomd onder <strong>Domitianus</strong> carrière te mak<strong>en</strong>, <strong>en</strong> met <strong>het</strong> oog daarop de keizer e<strong>en</strong><br />
overdrev<strong>en</strong> complim<strong>en</strong>t te mak<strong>en</strong>. Leest m<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s opmerking over <strong>Domitianus</strong> in de<br />
Stratagemata na 26 , dan blijk<strong>en</strong> Frontinus’ woord<strong>en</strong> in de roman meer nadruk te krijg<strong>en</strong> dan zij<br />
in <strong>het</strong> oorspronkelijke werk hebb<strong>en</strong>. Natuurlijk is <strong>het</strong> er <strong>Couperus</strong> niet om te do<strong>en</strong> geweest<br />
Frontinus in e<strong>en</strong> ongunstig daglicht te stell<strong>en</strong>, want de led<strong>en</strong> <strong>van</strong> Plinius’ vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>kring zijn tot<br />
op zekere hoogte sacrosanct, maar wel om hem te k<strong>en</strong>sc<strong>het</strong>s<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ietwat simpele ziel, niet<br />
<strong>van</strong> de intellectuele integriteit <strong>van</strong> mann<strong>en</strong> als Tacitus <strong>en</strong> Plinius. Van hun carrière onder<br />
<strong>Domitianus</strong> hur<strong>en</strong> wij dan ook ge<strong>en</strong> woord; toch wist <strong>Couperus</strong> natuurlijk heel wel dat zij<br />
beid<strong>en</strong> onder deze keizer o.a. praetor geweest zijn.<br />
Zulke lichte verschuiving<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> ook sam<strong>en</strong> met <strong>het</strong> verlang<strong>en</strong> om de onvrije <strong>en</strong> beklemm<strong>en</strong>de<br />
sfeer in <strong>Rome</strong> ‘m <strong>Domitianus</strong>’ laatste regeringsjar<strong>en</strong> te schilder<strong>en</strong>. Dat is <strong>Couperus</strong> over <strong>het</strong><br />
algeme<strong>en</strong> ook voortreffelijk gelukt. Hij laat zijn lezers de verstikk<strong>en</strong>de atmosfeer <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
Palatium meevoel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de schrik <strong>en</strong> angst die de keizer om zich he<strong>en</strong> verbreidt, maar ook hier<br />
heeft hij hier <strong>en</strong> daar de kleur<strong>en</strong> wat sterker opgelegd dan op grond <strong>van</strong> de klassieke bronn<strong>en</strong><br />
gerechtvaardigd was. E<strong>en</strong> zinnetje, dat hij Crispinus over de keizer laat zegg<strong>en</strong>, is k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d:<br />
‘Hij is toch niet meer in die kuise bui <strong>van</strong> goede zed<strong>en</strong>...als hij was nadat hij Titus vermoord<br />
had’ 27 . In zo’n zinnetje wordt gesuggereerd dat <strong>Domitianus</strong>’ maatregel<strong>en</strong> op <strong>het</strong> gebied <strong>van</strong> de<br />
zed<strong>en</strong>wetgeving niet meer dan e<strong>en</strong> bevlieging war<strong>en</strong>, én dat hij zijn broer vermoord heeft. Het<br />
eerste is pure ietwat boosaardige onderstelling, <strong>en</strong> <strong>het</strong> tweede uiterst onwaarschijnlijk, al deed<br />
dat gerucht natuurlijk bij Titus’ vroege dood de ronde. Andere gegev<strong>en</strong>s, die <strong>Couperus</strong> vooral<br />
aan Suetonius <strong>en</strong> Dio kon ontl<strong>en</strong><strong>en</strong>, zoals <strong>Domitianus</strong>’ lugubere spelletje met de vlieg<strong>en</strong>, zijn<br />
gesprekk<strong>en</strong> met de nar, de macabere festiviteit<strong>en</strong> die hij de s<strong>en</strong>aat aanbod, zijn zo gekoz<strong>en</strong> dat<br />
de onbegrijpelijke <strong>en</strong> onm<strong>en</strong>selijke kant<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>Domitianus</strong>’ karakter op de voorgrond kom<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> niet de tragisch-m<strong>en</strong>selijke. <strong>Couperus</strong> is e<strong>en</strong> te consciëntieus auteur geweest om niet aan te<br />
duid<strong>en</strong> dat daarover in de bronn<strong>en</strong> wel iets te vind<strong>en</strong> was, maar deze aanduiding 28 zal toch voor<br />
de doorsnee lezer verlor<strong>en</strong> gaan. Ik vind <strong>het</strong> jammer dat ge<strong>en</strong> gebruik gemaakt is <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
bek<strong>en</strong>dste <strong>van</strong> <strong>Domitianus</strong>’ ‘dicta notabilia’: <strong>Domitianus</strong> placht te zegg<strong>en</strong> dat vorst<strong>en</strong> te<br />
beklag<strong>en</strong> zijn, omdat zij, als zij e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>zwering ontdekt hebb<strong>en</strong>, niet geloofd word<strong>en</strong> t<strong>en</strong>zij<br />
zij er bij omgekom<strong>en</strong> zijn 29 .<br />
M<strong>en</strong> moet natuurlijk wel bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat keizer <strong>Domitianus</strong> in de roman e<strong>en</strong> figuur op de<br />
achtergrond blijft. In <strong>het</strong> middelpunt staan de tweeling<strong>en</strong> Cecilius <strong>en</strong> Cecilianus, met bijzondere<br />
liefde getek<strong>en</strong>d als ras-artist<strong>en</strong> <strong>en</strong> kwajong<strong>en</strong>s tegelijk. Hun artistieke betek<strong>en</strong>is is met allerlei<br />
middel<strong>en</strong> onderstreept, <strong>en</strong> ook wel wat opgevijzeld. In de eerste plaats doordat <strong>het</strong> aantal<br />
toeschouwers voor wie zij in <strong>het</strong> theater <strong>van</strong> Pompeius optred<strong>en</strong>, behoorlijk overdrev<strong>en</strong> is. Als<br />
m<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>kt dat <strong>het</strong> Colosseum waarschijnlijk ongeveer 50.000 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kon bevatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
groot theater als dat <strong>van</strong> Epidaurus 12.000, lijkt <strong>het</strong> aantal <strong>van</strong> 40.000 zitplaats<strong>en</strong> in <strong>het</strong>