Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar
Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar
Couperus ' Komedianten' en het Rome van Domitianus - Tresoar
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
208<br />
als vuur. Leopold draaide zich om, nam<br />
plaats <strong>en</strong> vroeg, waar we geblev<strong>en</strong> war<strong>en</strong>.<br />
Soms stond hij wel op onder de les, als<br />
achteraan Betsy de beurt had, want die sprak<br />
uitzonderlijk zacht; maar dat uur bleef hij<br />
zitt<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> hij wegliep, rechtop, rijzig, ge<strong>en</strong><br />
hand in de zak, was <strong>het</strong> onzichtbaar.<br />
De volg<strong>en</strong>de dag had <strong>het</strong> rooster e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>uur<br />
Grieks. Wij wachtt<strong>en</strong> in spanning. De<br />
andere leraar was weg, <strong>het</strong> werd al weer stil<br />
in de school. We hoord<strong>en</strong> Leopold aankom<strong>en</strong><br />
over de gang. To<strong>en</strong> versche<strong>en</strong> hij: lang<br />
<strong>en</strong> grijs, <strong>het</strong>zelfde pak. Weer flitst<strong>en</strong> de zinn<strong>en</strong><br />
door de klas. Kon je e<strong>en</strong> broek lat<strong>en</strong><br />
stopp<strong>en</strong> in <strong>en</strong>e dag? Zo’n luik moest anders<br />
wel tocht<strong>en</strong> ondanks <strong>het</strong> jaeger eronder.<br />
Zulk prat<strong>en</strong> onder de les was voor ons heel<br />
gewoon. Leipi was doof, dus <strong>het</strong> hinderde<br />
niet. Wij hadd<strong>en</strong> ge<strong>en</strong>szins de opzet iets te<br />
misdo<strong>en</strong>.<br />
Over <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong> las ieder mee. Wie rechts<br />
de beurt had, werd uit de linkerrij voorgezegd<br />
<strong>en</strong> andersom. Ik herhaalde zonder gewet<strong>en</strong>sbezwaar<br />
wat e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong>sstem zei in<br />
de verte, t<strong>en</strong>minste in <strong>het</strong> begin <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
schooljaar. Soms ried Leopold aan: probeer<br />
<strong>het</strong> alle<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dan zweg<strong>en</strong> de voorzeggers<br />
ev<strong>en</strong>. Niet dat Leipi ze hoorde – dat kon<br />
niet, hij was heus erger doof dan e<strong>en</strong> beetje<br />
– maar hij merkte <strong>het</strong> toch.<br />
To<strong>en</strong> Leopold, de tweede dag <strong>van</strong> de scheur,<br />
na de les opstond, bleek er niets gewijzigd in<br />
de staat <strong>van</strong> de broek. Nauwelijks was hij op<br />
de gang, of wij barsst<strong>en</strong> uit in kritiek op<br />
ieder die <strong>het</strong> hem niet had gezegd, de rector<br />
bijvoorbeeld of de conciërge. Om <strong>van</strong> de<br />
lerar<strong>en</strong> te zwijg<strong>en</strong>, die hun collega voor gek<br />
liet<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> de <strong>en</strong>e dag voor, de andere na.<br />
Wij leerling<strong>en</strong> mocht<strong>en</strong> niets zegg<strong>en</strong>, dat was<br />
niet kies. üe derde dag vloog lang voor de les<br />
de Faam door de school: Leipi loopt rond in<br />
zijn zondagse spull<strong>en</strong>.<br />
– Dag mijnheer, dag mijnheer.<br />
– Kinder<strong>en</strong>, had jullie gezi<strong>en</strong>...?<br />
– Ja mijnheer.<br />
– Kinder<strong>en</strong>, kinder<strong>en</strong> toch.<br />
To<strong>en</strong> lachte hij <strong>en</strong> we lacht<strong>en</strong> allemaal. Hij<br />
was ons goedgezind, als steeds, wanneer hij<br />
‘kinder<strong>en</strong>’ zei.<br />
Zo is nog e<strong>en</strong> zin, e<strong>en</strong> geliefde, blijv<strong>en</strong> hang<strong>en</strong><br />
in mijn hoofd:<br />
– Kinder<strong>en</strong>, jullie spreekt Grieks, maar je<br />
weet <strong>het</strong> niet.<br />
Die winter vroer <strong>het</strong> tot flink in februari.<br />
Het vlaggetje: ijsclub geop<strong>en</strong>d, prijkte op de<br />
trams. Op, naar Kraling<strong>en</strong>, iedere wo<strong>en</strong>sdag<strong>en</strong><br />
zaterdagmiddag. Voor de grote t<strong>en</strong>t lag<br />
<strong>het</strong> ijsplein, <strong>van</strong>waar m<strong>en</strong> vertrok om e<strong>en</strong><br />
baantje te rijd<strong>en</strong>. Ze hadd<strong>en</strong> op school al<br />
verteld, dat Leipi zou kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat hij dan<br />
meisjes vroeg om e<strong>en</strong> baantje. Het bleek<br />
waar, maar eerst reed hij alle<strong>en</strong>, de hand<strong>en</strong><br />
op de rug, in e<strong>en</strong> vast tempo als voor e<strong>en</strong><br />
tocht, niet saai recht vooruit <strong>en</strong> ook niet<br />
opzettelijk zwier<strong>en</strong>d. Zijn lange gestalte was<br />
al <strong>van</strong> ver te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan de lichte muts.<br />
Hij groette niet noch werd gegroet, maar<br />
ging over de baan zoals hij liep in de stad:<br />
alsof hij alle<strong>en</strong> was, alle<strong>en</strong> op de lege Coolsingel,<br />
alle<strong>en</strong> op <strong>het</strong> verlat<strong>en</strong> ijs. T<strong>en</strong>slotte<br />
moest hij er aan gelov<strong>en</strong>. Nauwelijks was hij<br />
gesignaleerd met e<strong>en</strong> meisje uit e<strong>en</strong> hogere<br />
klas, of wij <strong>van</strong> de derde vond<strong>en</strong> <strong>het</strong> onze eer<br />
te na om achter te blijv<strong>en</strong>. Betty <strong>en</strong> ik talmd<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> zw<strong>en</strong>kt<strong>en</strong> toevallig op <strong>het</strong> ijsplein,<br />
kortom, we red<strong>en</strong> hem vlak voor de voet<strong>en</strong>.<br />
Dat hielp. Veerti<strong>en</strong> jaar <strong>en</strong> zo brutaal als de<br />
beul, maar bij <strong>het</strong> arm<strong>en</strong>kruis<strong>en</strong> met die grote<br />
man was ik toch heel verleg<strong>en</strong>.<br />
De ker<strong>en</strong> heb ik niet geteld. E<strong>en</strong>s vroeg Leopold<br />
mij voor e<strong>en</strong> tweede baan rond <strong>en</strong> dat<br />
was e<strong>en</strong> onsterfelijke glorie. Hij zei dat <strong>het</strong><br />
goed ging, omdat wij uit <strong>het</strong> noord<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong>,<br />
zijn familie zowel als de mijne. Aan <strong>het</strong><br />
eind <strong>van</strong> de winter begon zijn ster te tan<strong>en</strong>:<br />
ik reed behalve met meisjes ook wel met e<strong>en</strong><br />
Jan uit de vierde. Juist had de dooi de normale<br />
sleur weer ingezet of bij ons thuis werd