Eijk - Tilburg University
Eijk - Tilburg University
Eijk - Tilburg University
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
• Garantie van een bepaalde input;<br />
• Behoud van de volledige winst;<br />
• Afschermen van de eigen expertise/ technologie tegen concurrenten;<br />
• Verkrijgen van nieuwe kennis en vaardigheden;<br />
• Verkrijgen van synergie effecten.<br />
Als nadeel kent het zelfstandig ontwikkelen van ketenactiviteiten dat het dermate hoge kosten met<br />
zich mee kan brengen dat concurrentievoordeel teniet wordt gedaan. Dit kan komen door gebrek aan<br />
ervaring bij innovaties of beperkte schaalomvang.<br />
Holding of fusie<br />
Het vormen van een holding of het realiseren van een fusie kan er toe leiden dat alle schakels in een<br />
keten ter beschikking komen te staan onder een centrale regie.<br />
Een holding of fusie kan een geschikt middel zijn om:<br />
• Snel over de benodigde expertise te kunnen beschikken;<br />
• Snellere integratie te kunnen bewerkstelligen;<br />
• Optimale controle over de keten te verwerven;<br />
• Potentiële concurrenten uit te schakelen;<br />
• Kosten te reduceren;<br />
• Meer macht te krijgen en daardoor beter te kunnen onderhandelen en processen te beheersen.<br />
Als nadeel kan gelden dat soms ook organisatieonderdelen overgenomen dienen te worden die<br />
minder relevant zijn voor de keten of die onvoldoende rendement met zich meebrengen.<br />
Halverwege de jaren negentig was er sprake van horizontale integratie en fusie. Motief daarvoor was<br />
het versterken van de onderhandelingspositie en het behalen van doelmatigheidswinst. De tweede<br />
grote fusie beweging startte aan het eind van de jaren ’90 en loopt nog steeds door. Motief voor deze<br />
beweging is vooral het kunnen leveren van het integrale pakket aan zorg en het garanderen hiervan<br />
door centraal te regisseren (vooral bij verticale integratie en fusie).<br />
Holdings kenmerken zich tot op heden nog veelal tot sector georiënteerde productgroepen/<br />
organisatieonderdelen die overeenkomstige bronnen van inkomsten hebben (bijvoorbeeld alleen<br />
AWBZ zorg). Een aantal holdings is gestart met een ‘particuliere poot’, echter er is dan een overlap in<br />
het aanbod met het aanbod in de gesubsidieerde of premiegefinancierde ‘poot’. De laatste<br />
ontwikkelingen in holdings gaan gepaard met uitbreidingen van het dienstenaanbod in de richting van<br />
aanverwante, meer sectorvreemde, wel aan de doelgroep gerelateerde producten, zoals<br />
kinderdagverblijven.<br />
Netwerkvorming (transactienetwerken en besturingsnetwerken)<br />
Bij netwerkvorming vindt samenwerking plaats op basis van niet vrijblijvende afspraken.<br />
Netwerkorganisaties zijn strategische allianties (virtuele organisaties) zonder een eigen<br />
rechtspersoon of financiering. Samen ontwikkelt men een keten waarbij de participanten een gedeelde<br />
verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van de gehele keten.<br />
De bindende afspraken zijn afhankelijk van de gestelde doelen waardoor we transactie netwerken en<br />
besturingsnetwerken kunnen onderscheiden. Bij transactie netwerken worden afspraken gemaakt<br />
op het gebied van specifieke werkzaamheden, een deelgebied van de organisatie. Denk bijvoorbeeld<br />
aan maaltijdvoorzieningen, of uitleenartikelen. Behoud van zelfstandigheid is expliciet. Bij<br />
besturingsnetwerken kunnen we denken aan de ontwikkeling van zorgketens, dit is veel omvattender<br />
ook al kan elke organisatie zelfstandig blijven werken. De keten heeft echter wel een impact op de<br />
betrokken organisaties als geheel.<br />
Tevens kan onderscheid worden gemaakt in horizontale en verticale netwerkorganisaties. Een<br />
horizontale netwerkorganisatie betreft schaalvergroting door middel van integratie met gelijksoortige<br />
aanbieders, dus binnen de zorg: thuiszorg of verpleging of verzorging, binnen de woningbouw of<br />
binnen de lokale overheid. Bij een verticale netwerkorganisatie vindt schaalvergroting plaats door<br />
middel van integratie met complementaire aanbieders, dus zorg, woningbouw en lokale overheid.<br />
Bij een netwerkorganisatie is het aantal deelnemers meestal beperkt. Het netwerk is vaak gericht op<br />
de ontwikkeling van één product en men handelt met bekende middelen en kennis. Netwerken zijn<br />
vaak stabiel omdat ze gericht zijn op duidelijke afspraken.<br />
Inter-organisationele verbanden.<br />
Warren (in Bons 2001) onderscheidt een drietal typen van organisationele verbanden: coalitie,<br />
federatie en unitair verband.<br />
Bij een coalitie werken onafhankelijk organisaties ad hoc en informeel met elkaar samen om<br />
specifieke doelen te bereiken. Er zijn geen formele besluitvormingsprocedures, geen bevoegdheden<br />
Ketenzorg een antwoord? Of een antwoord op ketenzorg. 21