Eijk - Tilburg University
Eijk - Tilburg University
Eijk - Tilburg University
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Samenvattend kan gesteld worden dat:<br />
• Cultuur een kenmerk is van een groep, een geheel van opvattingen en gedragingen die de<br />
leden hiervan gemeenschappelijk hebben;<br />
• Deze collectieve, mentale programmering zowel met de interne als externe situatie van de<br />
groep te maken heeft en<br />
• Cultuur een zekere permanentie inhoudt. Cultuur wordt in stand gehouden en overgedragen<br />
(letterlijk: tra-ditie).<br />
High light:<br />
Er zijn vele definities voor cultuur. Ze bevatten allen een aantal elementen die sterk gerelateerd zijn<br />
aan de ‘mentale programmering’, oftewel het cognitieve element, ‘leden van een organisatie’, oftewel<br />
het collectieve element, het ‘onzichtbare’, het ‘moeilijk beïnvloedbare’ en het ‘onderscheidende<br />
vermogen’ van een organisatiecultuur.<br />
Cultuur is gebaseerd op overgedragen en aangeleerde normen en waarden van de groep. Cultuur is<br />
bepalend voor het gedrag, handelen en de ideeën van het individu in de groep. Aanpassing aan de<br />
cultuur is nodig om geaccepteerd te worden.<br />
3B.3.3. Hoe ontstaat een cultuur en waardoor wordt hij onderhouden en beïnvloed?<br />
Schein (1985) heeft hierover het volgende idee: de in de groepscultuur tot uitdrukking komende<br />
opvattingen en gedragsnormen, zijn als even zovele levenslessen; als richtlijnen om de problemen die<br />
men tegenkomt, met succes aan te pakken. Ze hebben enerzijds te maken met de aanpassingen aan<br />
de buitenwereld, anderzijds met de interne integratie. Ze bevorderen intern de afstemming in denken,<br />
voelen en doen en naar buiten de eenheid, in optreden. Ze voorkomen onzekerheid en<br />
tweeslachtigheid. Enerzijds dienen ze volgens hem als handvatten voor problem solving:<br />
probleemoplossingen, anderzijds als middelen tot anxiency avoidance: hoe voorkom je angst/ellende?<br />
Tennekes & Wels (1990) betogen dat de ontwikkeling van een organisatiecultuur door vier<br />
samenhangende gegevens wordt bepaald:<br />
• De personele samenstelling van de organisatie en de specifieke culturele bagage die deze<br />
personen in de organisatie meebrengen;<br />
• De interactieprocessen die zich binnen de organisatie afspelen;<br />
• De specifieke doelstelling van de organisatie/branche en haar organisatiestructuur;<br />
• De plaats van de organisatie in de bredere maatschappelijke context.<br />
Hun visie op het ontstaan van een organisatiecultuur beperkt zich vooral tot het tactische en<br />
operationele niveau: het hier en nu van de activiteiten en de invloed daarvan op de cultuur van de<br />
organisatie. De historische aspecten spelen in hun visie geen rol.<br />
Neuijen en Sanders (1988) hebben in hun onderzoeken naar organisatieculturen voortgebouwd op<br />
het onderzoek van Hofstede (1991). Over cultuur merken zij het volgende op: De omschrijving van<br />
organisatiecultuur als een gemeenschappelijke verstandhouding, heeft twee kernelementen:<br />
• Verstandhouding: (organisatie)cultuur zit in de hoofden van mensen; zij behoren tot de<br />
software. Cultuur is dus niet direct zichtbaar, maar kan wel direct worden afgeleid uit de<br />
manier waarop mensen zich gedragen en uit wat er gebeurt.<br />
• Gemeenschappelijkheid: er is alleen een organisatiecultuur wanneer deze door mensen wordt<br />
gedeeld, of tenminste door een belangrijke groep mensen.<br />
Voorts hanteren zij in hun onderzoek, de ook door Schein geformuleerde conclusie dat twee factoren<br />
van invloed zijn op de gemeenschappelijke verstandhouding:<br />
• De interne gemeenschappelijke leerervaringen uit het verleden. Hierbij gaat het om ervaringen<br />
opgedaan door een specifieke aanpak van leden uit de organisatie, die wezenlijk is gebleken<br />
voor de overleving van deze organisatie. Het gaat hier om twee terreinen van ervaringen.<br />
Allereerst de aanpassing aan invloeden van buiten. Hierbij gaat het om de manier waarop<br />
overeenstemming is verkregen over strategieën, (het bereiken van) doelen, de middelen<br />
daartoe en de wijze waarop bijgestuurd/ gecorrigeerd wordt. Ten tweede gaat het om de<br />
interne integratie. Dit is de wijze waarop overeenstemming is verkregen over het jargon, wie<br />
erbij hoort, gedrag dat beloond of bestraft dient te worden.<br />
De leden van de organisatie hebben zich deze leerervaringen eigen gemaakt en ingeprent. In<br />
de loop van de jaren groeien deze leerervaringen uit tot een patroon van grondbeginselen dat<br />
als waar wordt beschouwd en dat voor de leden van de organisatie niet langer ter discussie<br />
staat. Vandaar dat dit patroon van grondbeginselen aan nieuwe leden van de organisatie<br />
wordt voorgehouden als de juiste wijze van waarnemen, denken, voelen en handelen met<br />
betrekking tot het reilen en zeilen van de organisatie.<br />
Ketenzorg een antwoord? Of een antwoord op ketenzorg. 34