Eijk - Tilburg University
Eijk - Tilburg University
Eijk - Tilburg University
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
5.2. Behoefte van cliënten<br />
5.2.1. Afnemersanalyse<br />
De vraag van de cliënt houdt in veel gevallen niet op bij de in- of uitgang van de spreekkamer van de<br />
huisarts. Evenmin laten vragen zich indammen binnen de virtuele grenzen van regelgeving,<br />
organisatorische kaders en professionele paradigma’s. In de praktijk ondervinden cliënten veel<br />
belemmeringen bij het overgaan van de ene zorgvraag naar de andere. De klant vraagt een<br />
samenhangend pakket dat precies aansluit op zijn eigen behoeften. Persoonsgebonden budgetten<br />
stellen de klant steeds meer in staat om zelf de regie te voeren. Aanbieders van woningen,<br />
welzijnsdiensten of van verzorging en verpleging ontdekken dat zij in hun eentje het integrale product,<br />
waar de klant om vraagt, niet kunnen maken.<br />
De zorgsector is traditioneel gezien aanbodsgericht ingesteld. Ook van de markt van woon-<br />
zorgvoorzieningen kan gesteld worden dat de cliënt nog weinig keuzemogelijkheden heeft. Dat wil niet<br />
zeggen dat de aanbieders geen goed oog voor de cliënt hebben. Tot op heden zijn er al enkele<br />
initiatieven ontwikkeld. Deze innovatieve activiteiten hebben geleid tot diverse vormen van de<br />
samenwerking tussen organisaties voor wonen, welzijn en zorg. Deze zouden zonder goed oog voor<br />
de cliënt niet tot stand zijn gekomen. Vanuit het cliëntperspectief hebben dergelijke<br />
samenwerkingsafspraken het nadeel dat er meestal sprake is van verplichte winkelnering. Klanten<br />
hebben liever de mogelijkheid wanneer zij niet tevreden zijn over het aanbod over te stappen naar een<br />
andere aanbieder. Krachtens recente regelgeving heeft de cliënt m.b.t. zorgverlening de mogelijkheid<br />
om van aanbieder te wisselen, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn. Het persoonsgebonden<br />
budget (PGB) zoals dat vanaf 1 april 2003 geldt, geeft cliënten veel meer keuzevrijheid voor het soort<br />
zorg en de zorgaanbieder. Met zo’n PGB kan de klant zelf beslissen op welke wijze aan de<br />
vastgestelde zorg en/of dienst voldaan wordt (Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie<br />
(NPCF, 2003))<br />
Om, in het kader van deze scriptie, de behoeften van oudere cliënten in kaart te brengen is het nodig<br />
een afnemersanalyse te maken. We hebben hierbij, vanwege het praktisch toepasbare karakter ervan,<br />
de keuze voor het model van Verhage en Douma (1999) gemaakt (zie figuur 5.1.).<br />
Wie zijn de cliënten? Zorgvragers, mantelzorgers, collega aanbieders/verwijzers?<br />
Wat doen/willen onze cliënten? Welke keuzes maken ze, welke inbreng en bijdrage hebben<br />
ze, wat zijn de afwegingen, wat willen ze, etc?<br />
Waar halen onze cliënten zorg/diensten vandaan? Vanuit welke regio, is de afstand acceptabel, is het regionaal<br />
of landelijk, wel of geen gebruik van voorzieningen?<br />
Wanneer maken cliënten gebruik van zorg/diensten? Zijn er pieken in gebruik, zijn er kortingen te verkrijgen,<br />
abonnementen?<br />
Waarom kiezen de cliënten bepaalde producten of diensten? Wat zijn belangrijke criteria voor de keuze, kosten versus<br />
kwaliteit, bereikbaarheid, toegankelijkheid?<br />
Figuur 5.1. (Bron: Afnemersanalyse, Verhage en Douma, 1996)<br />
5.2.2. Wie zijn de cliënten?<br />
Het groots aantal zorgvragers komt uit de categorie van de “vierde leeftijd” oftewel de 75plussers. Niet<br />
alle mensen die behoefte aan zorg of diensten hebben, dienen een formele aanvraag in. Indien men<br />
wel een formele aanvraag voor zorg indient komt men terecht bij het Regionaal Indicatie Orgaan<br />
(RIO). Deze indiceert vervolgens de zorgbehoefte van de zorgaanbieder, objectief en onafhankelijk.<br />
Tevens inventariseert de indicatiesteller welke hulpbronnen reeds aanwezig zijn (mantelzorg,<br />
woningaanpassingen etc.). Op basis van deze analyse neemt het RIO een besluit over voor welke<br />
zorg de cliënt in aanmerking komt. Bij een positieve indicatie worden hulpdoelen geformuleerd door<br />
toewijzing van hulpfuncties (wonen, vervoer, hulpmiddelen, welzijn en zorg). In het indicatiebesluit<br />
staan de hulpfuncties vermeld, ingedeeld in een aantal klassen. De klasse bepaalt het aantal<br />
beschikbaar gestelde uren van zorg en het deskundigheidsniveau van de hulpverleners.<br />
Het Zorgkantoor (regionaal uitvoeringsorgaan van de AWBZ) is vervolgens verantwoordelijk voor<br />
zorgtoewijzing. Getoetst wordt of de zorgaanspraak past binnen de regelgeving van de AWBZ. Het<br />
zorgkantoor is ook verantwoordelijk voor het vaststelling van de eigen bijdrage. Het toewijzingsbesluit<br />
geeft aan of de zorg in natura wordt verleend of dat de klant recht heeft op een persoonsgebonden<br />
budget (PGB). De cliënt kan hierop grote invloed uitoefenen.<br />
Ketenzorg een antwoord? Of een antwoord op ketenzorg. 48