Eijk - Tilburg University
Eijk - Tilburg University
Eijk - Tilburg University
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Figuur 6.4. (Bron: Nouws, H en van der Linden, M, Aan de slag met woonzorgzones (2003))<br />
Soms doet zich de mogelijkheid voor om een project op te splitsen in delen. Er ontstaan dan meerdere<br />
parallel opererende projecten, ook wel modules genoemd. De modules delen meestentijds één<br />
‘stuurgroep’. Iedere module is binnen deze structuur voor een belangrijk deel autonoom.<br />
In geval er behoefte ontstaat om de verschillende modules te stroomlijnen (bv als er sprake is van<br />
grote afhankelijkheden tussen de verschillende deelprojecten) is het raadzaam een projectleider aan<br />
te stellen die het overall plaatje in de gaten houdt. Voor de betrokken partijen is het zaak helder te<br />
definiëren hoe deze projectleider gepositioneerd is in het verhaal (hiërarchische of een faciliterende<br />
relatie tussen de projectleider en de deelprojecten).<br />
In de ‘stuurgroep’ nemen de hoofdverantwoordelijken (bestuurders) van de betrokken organisaties<br />
zitting. Het zwaartepunt van de structuur ligt evenwel bij de ‘projectgroep’. Het werkt, met het oog op<br />
de gewenste vooruitgang, beter als er in de ‘projectgroep’ besluiten genomen kunnen worden zonder<br />
steeds terug te moeten naar de afzonderlijke bestuurders. De ‘klankbordgroep’ bestaat uit deskundige<br />
cliëntvertegenwoordigers. De ‘klankbordgroep’ dient de ‘projectgroep’ van advies en toetst de<br />
ontwikkelde plannen. De ‘projectgroep’ hoeft niet alle besluiten gezamenlijk te nemen. Bepaalde<br />
zaken kunnen beter verlegd worden naar de direct betrokkenen. Zo hoeft een woningbouwstichting<br />
niet alle ins en outs van de totstandkoming van een samenwerkingsverband van zorgaanbieders bij te<br />
wonen. In de projectgroep informeert men elkaar en stemt men trajecten af. In schema 6.4. zijn drie<br />
werkgroepen getekend, zoals men in bestaande ontwikkelingstrajecten vaak tegenkomt: infrastructuur<br />
en wonen, zorg en diensten en communicatie.<br />
Weekers (in Nouws en van der Linden, 2003) heeft een aantal leerpunten geformuleerd voor<br />
startende projecten op het snijvlak van wonen, welzijn en zorg. Zij draaien om het thema ‘regievoering<br />
bij samenwerkingsprojecten’:<br />
• Maak onderscheid tussen beleidsregie en dagelijkse regie. Beleidsregie kan worden<br />
uitgeoefend door een stuurgroep met daarin vertegenwoordigers van de kernpartners. De<br />
dagelijkse regie ligt vaak in handen van een (onafhankelijke) projectleider;<br />
• De projectgroep moet niet uit teveel gesprekspartners bestaan om eindeloze discussies en te<br />
veel (verborgen) agenda’s te voorkomen;<br />
• Een gezamenlijke visievorming is de ideale start van een projectgroep. Een integrale,<br />
geformaliseerd gedragen visie is vaak een voorwaarde voor welslagen en continuïteit;<br />
• Hou rekening met van tevoren oplossen van spanning tussen de eigen identiteit en<br />
samenwerken;<br />
Ketenzorg een antwoord? Of een antwoord op ketenzorg. 76