31.08.2013 Views

Eijk - Tilburg University

Eijk - Tilburg University

Eijk - Tilburg University

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

eschreven culturele webanalyse, is het mogelijk om de fysieke uitingen (gedragingen, symbolen,<br />

e.d.) van de organisatiecultuur, alsmede het paradigma van de organisatie, in kaart te brengen aan de<br />

hand van 7 aandachtsgebieden:<br />

1) De verhalen<br />

In iedere organisatie worden verhalen verteld. Het zijn veelal de verhalen die verteld worden aan<br />

buitenstaanders en nieuwelingen over de helden en dissidenten. Ze dragen een waarde uit die<br />

kenmerkend geacht wordt voor de organisatie en die verteld moet worden, zodat de norm algemeen<br />

goed wordt.<br />

2) Routines en rituelen<br />

Rituelen zijn sociale gewoonten die voor organisatieleden iets essentieels uitdrukken en die een<br />

context geven aan bepaalde gebeurtenissen (Sanders en Neuijen, 1996), zoals het vieren van<br />

verjaardagen, jubilea e.d. Ze bevestigen machtsverhoudingen. Rituelen houden geconditioneerd<br />

gedrag in; wat zijn de verwachtingen over en weer. Gewenst gedrag wordt aangemoedigd, ongewenst<br />

gedrag afgekeurd.<br />

3) Symbolen<br />

Deze maken expliciet wat de organisatie voor gezicht wil laten zien. Dit kunnen voorwerpen zijn: de<br />

lease auto, het logo, de huisstijl, het kantoor, het interieur, de kleding. Maar ook de taal (het<br />

vakjargon, artikelen, notulen) en het gedrag of de handelingen (elitair of juist ‘doe maar gewoon dan<br />

doe je gek genoeg’) kunnen verwijzen naar de betekenis die de organisatie wil hebben.<br />

4) De organisatie structuur.<br />

Deze komt direct voort uit het paradigma. De structuur bepaalt wie de macht heeft en hoe die macht<br />

ingezet wordt. De structuur toont aan of er sprake is van een organische of mechanische organisatie,<br />

hoe plat of juist hiërarchisch hij is. De formele lijnen zijn hierin uitgezet en de structuur biedt de<br />

randvoorwaarden om samenwerking al dan niet te bevorderen.<br />

5) De controlesystemen.<br />

Om het paradigma van de organisatie te begrijpen, is het beschouwen van de controle systemen en<br />

de aspecten die gecontroleerd worden, van groot belang. De controle systemen tonen immers aan<br />

waar in de organisatie de meeste waarde aan gehecht wordt: geld, productie, middelen, mensen,<br />

klanten. Maar ook hoe de resultaten van de controle beoordeeld worden en wat er met de resultaten<br />

van de controle gebeurt.<br />

6) Machtsstructuren<br />

Macht is een belangrijke kracht in de vorming van cultuur. Zij die het best in staat zijn de onzekerheid<br />

binnen de organisatie te reduceren, zullen over het algemeen de meeste macht verwerven. Aangezien<br />

het paradigma een geheel van aannames vormt die gericht zijn op de reductie van onzekerheid,<br />

vraagt verandering in de organisatie om een aanval op de krachten die het paradigma beschermen en<br />

in stand houden. Het is dus van belang vast te stellen of deze beschermers van het paradigma vooral<br />

pragmatisch zijn ingesteld of idealistisch.<br />

7) Het samenhangend geheel.<br />

Vanuit de verschillende elementen die belicht zijn, gaat het er hier om de samenhang tussen de<br />

elementen te karakteriseren. Dit kan gebeuren door de typeringen van Miles & Snow te hanteren die<br />

van organisaties de dominante cultuur in kaart brengen: die van verdedigers, ondernemers of<br />

analisten (zie figuur 3.8.). Het gaat vooral om het verzamelen, ordenen, interpreteren en configureren<br />

van de elementen.<br />

Type Karakteristiek<br />

Dominante<br />

Voorkeur<br />

doelen<br />

strategieën<br />

Verdedigers<br />

Zoeken naar rustige stabiele Specialisatie, kosteneffectiviteit<br />

plek in de markt.<br />

t.a.v. productie. Nadruk op prijs<br />

en service.<br />

Ondernemers<br />

Analisten<br />

Zoeken en ontwikkelen van<br />

nieuwe producten en markten.<br />

Maken van vergelijkingen van<br />

risico’s t.b.v. vormgeving<br />

bedrijfsvoering.<br />

Groei door product- en<br />

marktontwikkeling. Voortdurend<br />

volgen van omgeving.<br />

Meervoudige technologieën.<br />

Geleidelijke groei door<br />

penetratie van de markt.<br />

Exploitatie van toegepast<br />

onderzoek. Trendvolgers.<br />

Planning &<br />

Controle systemen<br />

Centralistisch en detaillistisch.<br />

Nadruk op efficiency en<br />

uitgebreide planning.<br />

Nadruk op flexibiliteit.<br />

Decentrale controle. Gebruik<br />

van ad hoc meetinstrumenten.<br />

Zeer complexe<br />

coördinatiefuncties. Intensieve<br />

planning.<br />

Figuur 3.8. (Bron: Miles & Snow in Johnson & Scholes, 2002)<br />

Het multi-focusmodel.<br />

In het multi-focusmodel zijn 8 autonome dimensies en een 30-tal subdimensies uitgewerkt. Iedere<br />

dimensie heeft een minimaal en een maximaal bereik. Een organisatie kan op iedere dimensie scoren.<br />

Ketenzorg een antwoord? Of een antwoord op ketenzorg. 40

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!