Eijk - Tilburg University
Eijk - Tilburg University
Eijk - Tilburg University
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Al met al gaat het bij waardeketen analyses om het opsporen van sterktes en zwaktes. Anders<br />
gesteld; waar liggen kerncompetenties en waar schieten drempelcompetenties te kort als het gaat om<br />
kosten(beheersing) en waardetoevoeging (in de ogen van de klant)? Kerncompetenties worden<br />
gedefinieerd als het vermogen tot het configureren van mensen en middelen in activiteiten, processen<br />
en koppelingen zodat kritische succesfactoren worden waargemaakt. Onder kritische succesfactoren<br />
worden onderscheidende kenmerken van de zorg- en dienstverlening verstaan die bijzonder<br />
gewaardeerd worden door de cliënten en waarin daarom organisaties moeten uitblinken om<br />
concurrenten de baas te zijn. Drempelcompetenties zijn die bronnen (mensen en/of middelen) die hoe<br />
dan ook nodig zijn om succesvol deel te nemen in een bepaald marktsegment. Kijkend naar de prijskwaliteit<br />
verhouding (kostenbeheersing vs waardetoevoeging) van de dienstverlening dan zijn zowel<br />
het vermogen de kosten in de hand te houden (=kostenefficiency) als het vermogen om bij het<br />
gegeven kostenniveau de klantenwens te honoreren (effectiviteit), van belang. Een organisatie heeft<br />
er voordeel bij als de eigen kerncompetenties moeilijk te imiteren zijn door de concurrenten. Het gaat<br />
hier dan om de zogenaamde robuustheid van de kerncompetenties. De robuustheid valt te zien langs<br />
vier lijnen: zeldzaamheid (unieke bronnen of competenties waarover de organisatie beschikt),<br />
complexiteit (specifieke kennis en innovatiekracht waar een organisatie over beschikt), verdeeldheid<br />
over de reden (het kan voor concurrenten moeilijk zijn om precies de competenties van de organisatie<br />
vast te stellen) en cultuur (het succes kan voor concurrenten onbegrijpelijk zijn omdat zij denken<br />
vanuit een andere bedrijfscultuur en er dus een heel ander werk- en denkpatroon op na houden)<br />
(Johnson en Scholes, 2002).<br />
High light:<br />
De waardeketen analyse wordt geschikt geacht voor het analyseren van de strategische positie van<br />
zorgorganisaties. De analyse is een model om te komen tot de beschrijving van het geheel aan<br />
activiteiten binnen en buiten een organisatie, met het doel te komen tot een waardering van de<br />
competitieve kracht van de organisatie. Centrale gedachte hierbij is dat de competitieve kracht berust<br />
op het vermogen om niet alleen specifieke activiteiten te ontplooien, maar dit ook in een samenhang<br />
te doen die meerwaarde (voor de klant) oplevert.<br />
3B.2.2. Verkenning van het value system<br />
In 6.1. wordt de keten van wonen, welzijn en zorg voor ouderen uitvoerig beschreven. ‘Spelers’ binnen<br />
het value system zijn voor het onderdeel wonen woningbouwstichtingen en zorgaanbieders. De markt<br />
van wonen voor specifieke doelgroepen, en zo ook voor ouderen, is de laatste jaren enorm in<br />
ontwikkeling. Uit preventie overwegingen is een veilige woonomgeving met voldoende voorzieningen<br />
die voorzien in ieders behoefte van belang. Met het klimmen der jaren verschuiven de wensen en<br />
behoeften van ouderen en ook het karakter van de preventie verschuift hierbij. Welzijnsvoorzieningen<br />
zijn erop gericht erger te voorkomen.<br />
Binnen het value system zijn de gemeenten, SWO’s (Stichting Welzijnszorg Ouderen) de thuiszorg en<br />
verzorgingshuizen de belangrijkste aanbieders van welzijnsvoorzieningen voor niet-residentiële<br />
ouderen. Voor residentiele ouderen zijn dit de thuiszorg, de verzorgingshuizen en de verpleeghuizen.<br />
Uiteindelijk is ook een gedeelte van alle ouderen aangewezen op verpleging en/of verzorging. Binnen<br />
de care sector zijn de thuiszorg, de verzorgingshuizen en de verpleeghuizen de geëigende<br />
aanbieders.<br />
Een belangrijk deel van alle ouderen huurt een woning bij een woningbouwstichting. Sommigen zijn in<br />
het bezit van een eigen woning. Daarnaast verblijven er ouderen in verzorgings- en verpleeghuizen.<br />
Er is hier sprake van de traditionele bundeling van wonen en zorg. Bij nieuwere vormen als<br />
woonzorgcomplexen is er sprake van het zgn. scheiden van wonen en zorg; de oudere huurt een<br />
woning bij een woningstichting en ontvangt zorg van een zorgaanbieder (meestal thuiszorg en/of<br />
verzorgingshuis). Het scheiden van wonen en zorg zal zich naar verwachting, wegens de komende<br />
vergrijzing, verder doorzetten.<br />
Reeds ingezet door aanbevelingen als die van de Commissie Modernisering Ouderenzorg (1994)<br />
verworden verzorgingshuizen en verpleeghuizen tot zorgcentra waarbinnen (intramuraal) en<br />
waarvandaan (extramuraal) verschillende vormen van zorg- en dienstverlening worden geleverd.<br />
Tegelijkertijd begeven thuiszorgorganisaties zich op de intramurale markt. Ontschotting van de zorg is<br />
het credo. In potentie werken deze mechanismen concurrentie in de hand.<br />
Om tot een integraal aanbod van wonen, welzijn en zorg te komen vindt het veld toenemend<br />
oplossingen in modellen als woonzorgzones (zie paragraaf 6.1.6.)<br />
Ketenzorg een antwoord? Of een antwoord op ketenzorg. 31