31.08.2013 Views

Eijk - Tilburg University

Eijk - Tilburg University

Eijk - Tilburg University

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Cultuur wordt zowel bewust als onbewust in stand gehouden. Bij selectie van personeel wordt<br />

al gezocht naar ‘ons soort mensen’. De vooropleiding moet al een relatie hebben met de<br />

sector of het type. Bij het inwerken wordt de programmering gestart. Acceptatie of verwerping<br />

geven aan of iemand zich volgens de regels gedraagt. Het proces van socialiseren is<br />

begonnen.<br />

• De externe invloeden op de (organisatie)cultuur. De omgeving (van de organisatie) oefent<br />

wezenlijke invloed uit op de aard van de gemeenschappelijke verstandhouding. Politieke<br />

ontwikkelingen, de (on)mogelijkheden van de arbeidsmarkt, technische ontwikkelingen,<br />

kunnen in grote mate bepalend zijn voor de attitude en het daaronder liggend patroon van<br />

waarden en normen van een organisatie.<br />

Cultuur heeft volgens Neuijen en Sanders (1988) dan ook een tweeledige functie: die van<br />

standaardisering en onzekerheidsreductie.<br />

Tennekes en Wels (1990) bevestigen dat: ‘Een homogene, consistente en veel omvattende<br />

bedrijfscultuur optimaliseert immers de onderlinge communicatie. Men verstaat elkaar met een half<br />

woord en behoeft niet steeds weer tijd en energie te steken in het met elkaar tot overeenstemming<br />

komen over de definitie van de situatie waarin men gezamenlijk handelt.’<br />

De mate van beïnvloeding van de cultuur is volgens Neuijen en Sanders (1988) te vergelijken met de<br />

gelaagdheid van een ui. Hoe dieper naar de kern, hoe lastiger te beïnvloeden<br />

• De kern is de essentie die diepgeworteld is en dus moeilijk veranderbaar: de waarden en de<br />

grondbeginselen;<br />

• De laag daaromheen bestaat uit de rituelen. Deze zijn gebaseerd op de waarden en daaraan<br />

gerelateerde normen: hoe hebben wij ons te gedragen? Deze rituelen zijn piketpalen en dus<br />

onzekerheidsvermijdend;<br />

• De daarop volgende laag is die van de helden. De bijzondere figuren en/of groepen in een<br />

organisatie die doelen bereikt hebben waardoor de organisatie heeft kunnen voortbestaan;<br />

• De buitenste laag is die van de symbolen. De uiterlijke kenmerken in een organisatie die<br />

tonen dat ze tot de gezamenlijke cultuur behoren.<br />

Naast de ideeën van Neuijen en Sanders (1988) bestaan die van Johnson en Scholes (2002). Cultuur<br />

is volgens hen opgebouwd uit 3 lagen:<br />

• Waarden. Deze worden vaak zichtbaar gemaakt in de missie, de doelen en de strategie van<br />

de organisatie;<br />

• Belevingen/geloften. Deze zijn vaak merkbaar en zichtbaar doordat ze expliciet gemaakt<br />

worden: ‘wij gebruiken alleen milieu vriendelijke materialen’;<br />

• Veronderstellingen (paradigma). Deze zijn veel minder zichtbaar te maken aangezien het<br />

veelal gaat om opvattingen die tot uiting komen in attitude en de reactie op ontwikkelingen.<br />

Als deze lagen gelegd worden naast de lagen van de ‘ui’ van Neuijen en Sanders, (1988) wordt<br />

duidelijk dat de zichtbare elementen, niet altijd de elementen zijn die het snelst te beïnvloeden zijn.<br />

Waarden immers, worden volgens Neuijen en Sanders vertaald naar de missie en de strategie. Ze<br />

bevinden zich echter in de kern van de ui en zijn direct ontleend aan het paradigma. Het paradigma en<br />

de waarden bevinden zich in afzonderlijke zichtbaarheidslagen, maar in dezelfde schil van de ui.<br />

Het paradigma vormt de kern en is bepalend voor de cultuur van de organisatie. Het begrip wordt als<br />

volgt omschreven:<br />

• Het paradigma is de ‘bril’ van de organisatie, de filter waardoor de buitenwereld wordt<br />

bekeken en beoordeeld. Het is een set vooronderstellingen die vrij algemeen in de<br />

organisatie worden gedeeld en daarbij als vanzelfsprekend worden beschouwd (Johnson &<br />

Scholes, 2002)<br />

• Het paradigma bevat de veronderstellingen, aannames of grondbeginselen die stilzwijgend<br />

voor waar worden aangenomen. Zij zijn ontstaan op basis van het collectief gedrag en<br />

vormen de diep verankerde premissen van de cultuur van een organisatie en geven een<br />

antwoord op de meest diepliggende uitgangspunten (Neuijen en Sanders, 1988).<br />

Cultuur wordt niet alleen beïnvloed door het paradigma, maar is er ook op gebaseerd (zie figuur 3.5.).<br />

Om cultuur te kunnen beïnvloeden, moet doorgedrongen worden tot de kern. Het is dus zaak ze te<br />

kennen en te weten hoe ze tot stand gekomen is.<br />

Johnson en Scholes (2002) belichten de culturele context als één van de vier invalshoeken bij het<br />

bepalen van de missie en de strategische keuzes, en onderschrijven daarmee het belang van cultuur<br />

als strategische peiler. Zij geven aan dat de context wordt gevormd door meerdere culturen die hun<br />

invloed uitoefenen:<br />

• Landelijke/regionale en subregionale culturen;<br />

Ketenzorg een antwoord? Of een antwoord op ketenzorg. 35

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!