Eijk - Tilburg University
Eijk - Tilburg University
Eijk - Tilburg University
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
• De vorm van het aanbod moet vooral bepaald worden door wat cliënten willen;<br />
• Het aanbod moet samenhangend zijn en een integrale keten vormen;<br />
• De keten omvat zowel informatievoorziening, als wonen, welzijn/ dienstverlening en zorg;<br />
• Samenwerking tussen verschillende typen aanbieders is daarvoor noodzakelijk.<br />
Ketenzorg:<br />
• Door niet ‘ouderen’ centraal te stellen, noch een professie, sector of instelling (aanbodzijde),<br />
maar de vragen uit het dagelijkse leven van de burger/ oudere en de diensten die daarvoor<br />
nodig zijn om in deze behoefte te voorzien, worden nieuwe samenhangen zichtbaar.<br />
Samenhang in wat nodig is om het dagelijkse leven te ondersteunen. Het dagelijkse leven van<br />
de burgers/ ouderen en de ‘maatschappelijke keten’ vergen een integrale benadering: kijken<br />
naar het totaal van wonen (woningen en woondiensten), welzijn (veiligheid, financiële<br />
zekerheid, recreatie, educatie), dienstverlening (maaltijden, vervoer) en zorg (begeleiding,<br />
verzorging, verpleging, behandeling, met of zonder verblijf). Afstemming en samenwerking is<br />
nodig. De ‘zorgketen’ is integraal onderdeel van de ‘maatschappelijke keten’, d.w.z. dat<br />
begeleiding, verzorging, verpleging en behandeling bezien moeten worden in termen om het<br />
dagelijkse leven te ondersteunen. Traditionele termen als ‘thuiszorg’, ‘verpleeghuiszorg’ of<br />
‘verzorgingshuiszorg’ zijn hiertoe niet afdoende.<br />
De regiocommissies hebben zich naast het uitbrengen van een gezamenlijke visie, ook gebogen over<br />
de bestaande knelpunten om deze visie vorm te gaan geven. De ervaren knelpunten kunnen grofweg<br />
als volgt gethematiseerd worden:<br />
1. De toegang tot zorg (informatievoorziening, indicatie, wachtlijsten);<br />
2. De vraagsturing in de zorg, inclusief de eigen regie en autonomie voor de cliënt: PGB;<br />
3. De samenwerking van zorgaanbieders met andere partijen, en tussen zorgaanbieders<br />
om ketenzorg te realiseren. Deze is opgesplitst in:<br />
• ketenzorg voor dynamische problematiek, die nog aan verandering onderhevig is;<br />
• ketenzorg voor chronische problematiek.<br />
In beide gevallen zou de relatie met partijen buiten de directe cirkel van V&Vaanbieders<br />
moeten worden meegenomen;<br />
4. De kwalitatief en kwantitatief verantwoorde uitvoering, waarvoor de<br />
personeelsschaarste een belangrijke belemmering is.<br />
6.1.6.2. Woonzorgzones<br />
De mogelijke oplossingen worden veelal gezocht in een integraal aanbod in een begrensde regio.<br />
Binnen deze begrensde regio’s worden aan de hand van één van de op dit moment bestaande<br />
concepten, scenario’s ontwikkeld die als kader gelden voor richtinggevend beleid. Het concept wat het<br />
meeste gehanteerd wordt is dat van woonzorgzones. Nouws en van der Linden (2003) komen tot de<br />
conclusie dat woonzorgzones ‘in’ zijn. Ze doen, zo gaan ze verder, wat veel mensen nastreven: betere<br />
voorwaarden creëren op wijk- en dorpsniveau voor het zelfstandig wonen van mensen met een<br />
zorgbehoefte. Het aanbod van wonen, welzijn en zorg wordt vergroot, de kwaliteit van de huisvesting,<br />
dienstverlening en zorg neemt toe, de samenhang in het aanbod neemt toe. Als tweede reden<br />
noemen zij het feit dat het een verbindend concept is. Een van de sterkste verbindingen is die tussen<br />
ruimtelijke ordening aan de ene kant, en zorg- en dienstverlening aan de andere kant. Een tweede<br />
sterke verbinding is die van de woningbouw en de zorg. Zorgaanbieders hebben woningcorporaties<br />
nodig om hun verblijfsfunctie versneld te moderniseren. Woningcorporaties hebben zorgaanbieders en<br />
welzijnsaanbieders nodig om hun ouder wordende klanten in staat te stellen zelfstandig in een<br />
huurwoning te blijven wonen. Als derde reden tot slot noemen zij de flexibele aard van het concept:<br />
niets ligt vast, er is alle ruimte voor eigen invulling.<br />
Uit meerdere voorbeelden uit den lande (bv Breda, Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Trijnwalden, maar<br />
ook de regio’s Zuid-Hollandse Eilanden, Zaanstreek/Waterland en Rivierenland) blijken deze<br />
voordelen van het concept in de praktijk. Het concept wordt overal op eigen wijze uitgewerkt.<br />
Overigens mag uit dit aantal voorbeelden vooral niet de indruk ontstaan dat er reeds op grote schaal<br />
geïntegreerde ketens van wonen, welzijn en zorg operationeel zijn in Nederland. Er worden wel<br />
toenemend initiatieven toe genomen, waarbij het concept van woonzorgzones het kader vormt.<br />
Het concept van woonzorgzones is gebaseerd op het Scandinavische model van welzijn en zorg en<br />
op het door Nederlandse architecten ontwikkelde STAGG-model (in Nouws en van der Linden, 2003).<br />
De woonzorgzone heeft als theoretisch uitgangspunt een wijk of een woonkern van 5.000 tot 10.000<br />
inwoners. Dit is een gebied met door bewoners ervaren, natuurlijke grenzen. Het getal van 10.000<br />
inwoners blijkt een geschikte omvang te zijn om voldoende financieel draagvlak voor de verschillende<br />
Ketenzorg een antwoord? Of een antwoord op ketenzorg. 72