De guillotine (Simone van der Vlugt)
De guillotine (Simone van der Vlugt)
De guillotine (Simone van der Vlugt)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Sandrine en Nicolas hen niet kunnen geruststellen over een snel<br />
einde <strong>van</strong> de Revolutie.<br />
Zo dicht op elkaar gepakt leert Sandrine de an<strong>der</strong>en snel ken<br />
nen. Ze sluit vriendschap met Marie-Rose. Sandrine vermoedt dat<br />
ze <strong>van</strong> adel is, door Mafie-Roses zachte, beschaafde stem, haar<br />
gracieuze manier <strong>van</strong> lopen en tientallen an<strong>der</strong>e kleine dingen. Ze<br />
sluit eveneens vriendschap met Cécile, maar al die vriendschappen<br />
gaan tot een zekere hoogte. Niemand is degene voor wie hij of zij<br />
zich uitgeeft. Je weet nooit of dat wat je hoort de waarheid is.<br />
Marie-Rose ontkent dat ze <strong>van</strong> adel is en Sandrine dringt niet aan,<br />
zoals Marie-Rose háár geen lastige vragen stelt. Alleen Cécile lijkt<br />
oprecht. Af en toe ziet Sandrine haar verdwijnen met een <strong>van</strong> de<br />
cipiers. Wie had ooit gedacht dat ze nog eens zou omgaan met een<br />
hoer?<br />
Aan het einde <strong>van</strong> de middag zitten ze in het laatste daglicht bij<br />
een als het grote, zware toegangshek knarsend openzwaait.<br />
Er valt een doodse stilte.<br />
Een monotone bel snerpt door de gangen en cellen. Als één man<br />
staat ie<strong>der</strong>een op en loopt de trap af, naar buiten.<br />
Vernet, het hoofd <strong>van</strong> de cipiers, staat met een lijst in zijn han<br />
den op de binnenplaats. Achter hem staat een open kar, omgeven<br />
door soldaten <strong>van</strong> de Nationale Garde.<br />
Sandrine voelt de angst om zich heen. Ze ziet dat Josette de<br />
hand <strong>van</strong> haar man pakt. Amélie Dupont trekt haar dochter tegen<br />
zich aan. Haar ogen schieten angstig <strong>van</strong> links naar rechts.<br />
Ie<strong>der</strong>een kijkt onbeweeglijk naar Vernet, die met luide stem de<br />
namen opleest die op het stuk papier staan. Wie genoemd wordt,<br />
stapt naar voren en wordt meteen gescheiden <strong>van</strong> de an<strong>der</strong>en. In<br />
een steeds langer wordende rij wachten ze tot het oplezen <strong>van</strong> de<br />
namen beëindigd is.<br />
'Jean-Pierre Fleury, vijfen<strong>der</strong>tig jaar, advocaat, beschuldigd <strong>van</strong><br />
belediging <strong>van</strong> Robespierre!'<br />
'Josette de Chatelard, <strong>der</strong>tig jaar, beschuldigd <strong>van</strong> samenzwering<br />
tegen de Revolutie!'<br />
'Geoffrey de Chätelard, drieën<strong>der</strong>tig jaar, ex-kapper <strong>van</strong> de her<br />
tog <strong>van</strong> Coigny, beschuldigd <strong>van</strong> samenzwering tegen de Revolu<br />
tie!'<br />
160