De guillotine (Simone van der Vlugt)
De guillotine (Simone van der Vlugt)
De guillotine (Simone van der Vlugt)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
zen te praten, de hoofden bijeen. Sandrine loopt hen snel voorbij.<br />
Het is een heel eind lopen naar de Abbaye. Ze haast zich naar de<br />
Rue Faubourg St. Antoine en ver<strong>der</strong>, naar de oever <strong>van</strong> de Seine.<br />
Na een heel stuk lopen komt ze uit bij de Pont Neuf. Ze steekt de<br />
brug over, maar eenmaal aan de an<strong>der</strong>e kant <strong>van</strong> de Seine weet ze<br />
niet precies hoe ze ver<strong>der</strong> moet. Het was nacht toen ze hier beland<br />
de, en ze was behoorlijk in de war. Maar de weg vragen naar de<br />
Abbaye durft ze niet. Ze loopt door het warnet <strong>van</strong> straatjes tot ze<br />
de torens'<strong>van</strong> de Abbaye-ge<strong>van</strong>genis ziet. Even later staat ze voor<br />
het dreigende, vierhoekige gebouw.<br />
Sandrines hart begint te bonzen. Het is nu stil op straat. <strong>De</strong><br />
plassen bloed zijn in de mod<strong>der</strong> getrokken. Rond de ge<strong>van</strong>genis<br />
hangt een ijzerachtige geur. <strong>De</strong> mensen lopen het gebouw haastig<br />
voorbij. Hun blikken hebben iets beschaamds.<br />
Iemand legt een hand op Sandrines schou<strong>der</strong>. Met een gil <strong>van</strong><br />
schrik draait ze zich om. Het is Maurice.<br />
'Ik dacht wel dat ik je hier zou vinden', zegt hij. 'Wat voer jij<br />
hier uit? Waarom stormde je zomaar weg?'<br />
Sandrine zegt niets. Ze staat te trillen op haar benen.<br />
Maurice neemt haar bij de arm en voert haar mee naar een café.<br />
Een bel boven hun hoofd klingelt als ze naar binnen gaan. Maurice<br />
steekt zijn hand op tegen de eigenaar <strong>van</strong> het café. 'Bonjour,<br />
Henri!' Hij drukt Sandrine op een stoel.<br />
'Wacht hier', zegt hij en loopt de deur weer uit.<br />
Slecht op haar gemak kijkt Sandrine in het rond. Ze is nog nooit<br />
in een café geweest. Ze is nog nooit ergens alleen geweest. Aan de<br />
tafels wordt tabakspijp gerookt, koffie gedronken, gepraat en gerit<br />
seld met kranten. Op de grootste, wit gepleisterde wand is een rode<br />
muts geschil<strong>der</strong>d, met daaron<strong>der</strong> in grote letters: 'Vrijheid, Gelijk<br />
heid en Broe<strong>der</strong>schap.'<br />
Hier en daar gluren mensen naar haar. Een stevig gebouwde<br />
man kijkt zelfs openlijk, met gefronste wenkbrauwen. Omdat ze<br />
een meisje is? Maar daar in de hoek zit ook een vrouw. Ze hangt<br />
over tafel en leest aandachtig in een krantje.<br />
Misschien moet zij dat ook maar doen. Ze zit wel erg recht op<br />
haar stoel. Zo zit niemand. Sandrine zet, net als de vrouw, haar<br />
elleboog op het ruwhouten tafelblad, steunt met haar hand haar<br />
78