Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
egrijpelijk schrijven op de basisschool. JSW-boek 7. Tilburg: Uitgeverij<br />
Zwijsen.<br />
Hoogeveen, M. (1993): Schrijven leren; een leergang schrijven van teksten in<br />
de basisschool. Enschede: SLO.<br />
Huizenga, H. (2004): Stellen. Serie Taal & Didactiek. Groningen: Wolters-<br />
Noordhoff.<br />
Huizenga, H. & R. Robbe (2005): Competentiegericht <strong>taal</strong>onderwijs.<br />
Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff. Hoofdstuk 10, Stellen.<br />
Norden, S. van (2004): Taal leren op eigen kracht. Taalverwerving op school<br />
met behulp van de werkwijze van <strong>taal</strong>vorming. Assen: Van Gorcum.<br />
6.1.1 Bepalen doel, publiek en tekstsoort<br />
Omschrijving De schrijver stelt vast wat hij met zijn tekst wil bereiken (doel) en aan wie hij de<br />
tekst schrijft (publiek). Afhankelijk van doel en publiek kiest hij een bepaald<br />
soort tekst.<br />
Toelichting Een tekst wordt nooit zomaar geschreven. Je schrijft bijvoorbeeld een brief aan<br />
de gemeente om te klagen over zwerfvuil in het parkje bij jou in de straat of je<br />
schrijft een boodschappenlijstje om straks in de winkel te controleren of je alles<br />
in je mandje hebt gedaan. Een tekst heeft altijd een doel en ook een lezer of<br />
een publiek. Het type tekst dat je schrijft, bijvoorbeeld dat boodschappenlijstje,<br />
is afgestemd op dat doel en publiek. Het tekstdoel, het lezerspubliek en de<br />
tekstsoort vormen samen de communicatieve situatie waarin de schrijver zijn<br />
tekst schrijft.<br />
Zie ook Tekstdoelen; tekstsoorten; schrijfproces; functies van schrijven;<br />
schrijfstrategieën.<br />
6.1.2 Verzamelen, selecteren en ordenen van inhoud<br />
Omschrijving De schrijver bepaalt de inhoud van zijn tekst. Daarbij put hij uit zijn eigen kennis<br />
over het onderwerp en eventueel uit andere bronnen.<br />
Toelichting Een geschreven tekst gaat altijd ergens over, een tekst heeft een onderwerp.<br />
Om over een onderwerp te kunnen schrijven, raadpleegt de schrijver zijn<br />
geheugen: wat weet hij ervan? Bovendien kan hij andere bronnen erbij pakken,<br />
zoals andere geschreven teksten of internet of personen die hij vragen kan<br />
stellen. Uit de beschikbare bronnen over het gekozen onderwerp selecteert de<br />
schrijver inhouden voor zijn eigen tekst. Ten slotte moet hij de geselecteerde<br />
inhouden ordenen: in groepjes bij elkaar zetten of in een bepaalde volgorde<br />
zetten.<br />
Zie ook Schrijfproces; stappenplan stellen; structureren; leesstrategieën;<br />
schrijfstrategieën.<br />
6.1.3 Structureren<br />
Omschrijving De schrijver geeft zijn tekst een bepaalde opbouw of structuur.<br />
Toelichting Elke geschreven tekst is op een bepaalde manier opgebouwd of gestructureerd.<br />
De meest algemene structuur is die van inleiding – kern – slot. Voorbeelden van<br />
meer specifieke tekststructuren zijn:<br />
- stapelstructuur: waarin de tekst bestaat uit min of meer losse onderdelen<br />
(telefoonboek, boodschappenlijstje, leerboek van een schoolvak);<br />
- verhaalstructuur: waarin personages opeenvolgende gebeurtenissen<br />
meemaken;<br />
- betoogstructuur: waarin uitspraken ondersteund worden met argumenten.<br />
Afhankelijk van het onderwerp en van de communicatieve situatie kiest de<br />
schrijver een structuur voor zijn tekst. Voordat hij met het feitelijke schrijven<br />
Voetstuk van de Pabo, <strong>Kennisbasis</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>taal</strong>, pag. 154