Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3.1.1 Ontluikende geletterdheid<br />
Schraven, J. (1996): Zo leer je kinderen lezen en spellen. Zutphen: TGM.<br />
Tomesen, M. & M. van Kleef (2005): Strategisch lezen en schrijven met jonge<br />
kinderen. Prototypen voor lees- en schrijfonderwijs in betekenisvolle contexten.<br />
Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands.<br />
Verhoeven, L. (2001): Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Nijmegen:<br />
Expertisecentrum Nederlands.<br />
Verhoeven, L. & H. van de Ven (2002): Interventie bij beginnende<br />
leesproblemen. Evaluatie van het ELLO-project. Leuven–Apeldoorn: Garant<br />
Uitgevers.<br />
Verhoeven, L. & C. Aarnoutse (red.) (1999): Tussendoelen beginnende<br />
geletterdheid. Een leerlijn voor groep 1 tot en met 3. Nijmegen: Expertisecentrum<br />
Nederlands.<br />
Omschrijving Leerlingen maken kennis met geschreven <strong>taal</strong> in de voorschoolse periode (0-4<br />
jaar).<br />
Toelichting In de periode van 0–4 jaar leren kinderen de basisprincipes van het mondelinge<br />
<strong>taal</strong>gebruik. Deze mondelinge <strong>taal</strong>vaardigheid vormt de grondslag van de<br />
schriftelijke <strong>taal</strong>vaardigheid: het lezen en schrijven. In deze periode maken<br />
kinderen kennis met geschreven <strong>taal</strong> in de vorm van prentenboeken, boeken,<br />
voorleesverhalen, beeldverhalen, logo’s, verkeerstekens, letters en woorden.<br />
Een aantal kinderen probeert dan ook al schriftelijk te communiceren in de vorm<br />
van tekeningen, beelden en eigen logo’s (Verhoeven & Aarnoutse 1999).<br />
Zie ook Schriftsystemen; activiteiten beginnende geletterdheid; voor- en vroegschoolse<br />
educatie (VVE).<br />
3.1.2 Boekoriëntatie en verhaalbegrip<br />
Omschrijving Leerlingen oriënteren zich veelal door voorleessituaties op het fenomeen boek<br />
en op de structuur van verhalen.<br />
Toelichting Boekoriëntatie en verhaalbegrip zijn aspecten van geletterdheid die zich<br />
ontwikkelen binnen voorleessituaties.<br />
Leerlingen leren zich tijdens voorleessituaties op boeken te oriënteren. Bij<br />
boekoriëntatie gaat het over gedrag, de omgang met boeken, wat je met boeken<br />
kunt doen, wat je eraan kunt zien en hoe je ze leest.<br />
Doelen hierbij zijn:<br />
- Leerlingen begrijpen dat illustraties en tekst samen een verhaal vertellen.<br />
- Leerlingen weten dat boeken worden gelezen van voor naar achter, bladzijden<br />
van boven naar beneden en regels van links naar rechts.<br />
Kinderen leren tijdens voorleessituaties de opbouw in een verhaal te ontdekken.<br />
Door herhaald voorlezen ontstaat verhaalbegrip. Leerlingen gaan begrijpen dat<br />
een verhaal is opgebouwd uit een situatieschets, een aaneenschakeling van<br />
gebeurtenissen en een ontknoping.<br />
Doelen hierbij zijn:<br />
- Leerlingen begrijpen de <strong>taal</strong> van voorleesboeken. Ze zijn in staat conclusies te<br />
trekken naar aanleiding van een voorgelezen verhaal. Halverwege kunnen ze<br />
voorspellingen doen over het verdere verloop van het verhaal.<br />
- Leerlingen weten dat de meeste verhalen zijn opgebouwd uit een situatieschets<br />
en een episode. Een situatieschets geeft informatie over de hoofdpersonen, de<br />
plaats en tijd van handeling. In een episode doet zich een bepaald probleem<br />
voor dat vervolgens wordt opgelost (Verhoeven & Aarnoutse 1999).<br />
Zie ook Interactief voorlezen; leeromgeving beginnende geletterdheid; leesplezier;<br />
leesomgeving.<br />
Voetstuk van de Pabo, <strong>Kennisbasis</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>taal</strong>, pag. 93