Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
samengestelde meesterproeven kan de leraar laten zien dat hij zijn kennis ook productief kan<br />
maken op de wijze en het niveau waarop dat van hem in de beroepspraktijk verwacht gaat<br />
worden.<br />
Bij de inrichting en het onderhoud van de kennisbasis heeft de opleider naast het<br />
negenveldenkader ook het referentiekader van de meesterproeven die de leraar bij het<br />
eindassessment aflegt. Met het beschrijven van de kwaliteitscriteria die de opleider hanteert<br />
bij de beoordeling van de meesterproeven maakt de opleider duidelijk hoe de Dublin<br />
descriptoren en het EKK worden toegepast. Van daaruit terugkijkend naar het begin van de<br />
opleiding kan worden geëxpliciteerd wat de leraar in opleiding op welk moment leert en op<br />
welke wijze en welke leerbronnen daarbij worden aangeboden. Een belangrijk deel van die<br />
leerbronnen zal ontsloten worden in de kennisbank die de opleidingen gaan aanleggen.<br />
Terugkijkend naar het begin van de opleiding heeft de opleider nog een derde referentiepunt,<br />
namelijk het beginniveau van kennis dat de opleiding veronderstelt bij de leraar in opleiding<br />
bij aanvang van de opleiding. Dat is de basis van algemene vorming waarop de opleiding zal<br />
voortbouwen en die dient dus ook duidelijk te zijn.<br />
Het proces van inrichten van de kennisbasis speelt zich dus af tussen de twee polen van het<br />
expliciteren van het uitgangspunt en het voorlopige eindpunt van kennisverwerving en<br />
kennisgebruik, met daartussen het expliciteren van het kennisaanbod vanuit de opleiding.<br />
Vakkennis nader ingevuld<br />
Wat leraren ten minste moeten kennen en kunnen, is vastgelegd in bekwaamheidseisen en die<br />
bekwaamheidseisen zijn geordend in zeven competenties. De bekwaamheidseisen bestaan uit<br />
eisen die betrekking hebben op het beroepsgedrag en eisen die betrekking hebben op de<br />
kennis van de leraar. Bij de beschrijving van de kennisbasis worden met name de<br />
kennisvereisten bij de verschillende competenties uitgewerkt, te beginnen met de kennis van<br />
de onderwijsinhoud. De kennisvereisten die betrekking hebben op de onderwijsinhoud zijn<br />
samen met de kennisvereisten ten aanzien van (vak)didactiek ondergebracht bij de<br />
vakinhoudelijke en didactische competentie. Om die eisen nu ten behoeve van de opleiding<br />
nader operationeel uit te werken, moet in de eerste plaats worden vastgesteld welke<br />
beginsituatie bij de leraar in opleiding verondersteld moet worden. In de tweede plaats (en dat<br />
spreekt voor zich) moet de leraar-in-opleiding zich de leerstof die voor de leerlingen in het<br />
onderwijs aan de orde is, eigen maken. Om dat te kunnen, moet hij ruimschoots boven die<br />
leerstof staan en wat dat inhoudt wordt hier ten slotte op hoofdlijnen nader gepreciseerd.<br />
De beginsituatie<br />
Bij het uitwerken van de kennisbasis mag de opleider ervan uitgaan dat hij kan aansluiten op<br />
een behoorlijk niveau van algemene ontwikkeling, het cumulatieve resultaat van voorafgaand<br />
leven, leren en werken. Die algemene ontwikkeling bestaat uit weten en kunnen op<br />
verschillende gebieden én uit een zekere intellectuele habitus. (Inderdaad, kennis,<br />
vaardigheden, houding.) Op deze drie componenten, niet in de laatste plaats de intellectuele<br />
habitus, bouwt de lerarenopleiding voort. De beginsituatie kan op verschillende manieren<br />
beschreven worden, bijvoorbeeld in termen van standaarden die bij doorlopende leerlijnen<br />
beschreven zijn (bijvoorbeeld <strong>taal</strong> en rekenen/wiskunde) of ontwikkeld worden. Een andere<br />
mogelijkheid is om aan te sluiten bij het begrippenkader dat in ontwikkeling is in het kader<br />
van een gemeenschappelijke Europese <strong>taal</strong> voor beroeps- en burgerschapskwalificaties. In die<br />
context zijn acht sleutelcompetenties gedefinieerd:<br />
a. communicatie in de moeder<strong>taal</strong>;<br />
b. communicatie in vreemde talen;<br />
c. wiskundige competentie en basiscompetenties op het gebied van wetenschappen en<br />
technologie;<br />
Voetstuk van de Pabo, <strong>Kennisbasis</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>taal</strong>, pag. 241