Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
- vaststellen van de fouten;<br />
- registreren van de fouten met behulp van een foutenrooster;<br />
- analyseren van de fouten: klassikale of individuele fouten; soorten fouten;<br />
analyse van gewenste spellingstrategie of de gewenste instructie;<br />
- remediëring.<br />
Het doel van een foutenanalyse is inzicht te krijgen in de oorzaak van de<br />
spelfouten en aanknopingspunten te vinden voor het geven van hulp. Uit de<br />
analyse kan bijvoorbeeld blijken dat een aantal leerlingen veel moeite heeft met<br />
de verdubbelingsregel: ze schrijven peten in plaats van petten, joken in plaats<br />
van jokken enzovoort. Voor die leerlingen is het zinvol extra instructie te geven<br />
over het correct toepassen van de verdubbelingsregel.<br />
Zie ook Foutencategorieën; principes <strong>Nederlandse</strong> spelling; spellingstrategieën.<br />
9.2.5 Dictee<br />
Omschrijving Werkvorm waarbij een woord (of een zin) wordt aangeboden, waarna de<br />
leerling het correct opschrijft.<br />
Toelichting Het dictee is een veel voorkomende oefenvorm in het spellingonderwijs. Een<br />
dictee kan op verschillende manier worden aangeboden.<br />
We onderscheiden:<br />
- auditief dictee: de leerlingen krijgen de woorden alleen auditief aangeboden.<br />
Deze vorm wordt meestal ‘dictee’ genoemd.<br />
- visueel dictee: de leerlingen krijgen de woorden eerst te zien. Op het moment<br />
dat het woord geschreven wordt, is het visuele voorbeeld niet aanwezig.<br />
- auditief-visueel dictee: de leerlingen krijgen het op te schrijven woord zowel te<br />
zien als te horen.<br />
Naast deze manieren van aanbieden kunnen dictees ook verschillen in de vorm<br />
waarin ze worden aangeboden. We onderscheiden:<br />
- woorddictee: er worden losse woorden gedicteerd. Meestal gebruikt bij<br />
onveranderlijke woorden.<br />
- kerndictee: een hele zin wordt voorgelezen en het probleemwoord wordt<br />
herhaald en door de leerlingen opgeschreven.<br />
- zinsdictee: een volledige zin wordt opgelezen en door de leerlingen<br />
opgeschreven. Dit is zinvol bij werkwoordspelling, want voor spelling van<br />
werkwoordsvormen heb je het zinsverband nodig.<br />
Ten slotte onderscheiden we dictees op basis van de doelstelling:<br />
- oefendictee. Is erop gericht de juiste schrijfwijze van woorden aan te leren.<br />
Deze werkvorm wordt gebruikt naast invuloefeningen op werkbladen.<br />
- toetsdictee. Daarmee wordt gecontroleerd in hoeverre de leerling de spelling<br />
beheerst. In dat geval gebruikt men het dictee als toets- en evaluatiemiddel.<br />
De kwaliteit van het oefenen en evalueren met dictees kan worden versterkt als<br />
de leerlingen het dictee zelf nakijken en corrigeren. Hierdoor zijn ze bewuster<br />
met de spelling bezig en leren ze meer van hun fouten dan wanneer de leraar<br />
de fouten aanstreept.<br />
Zie ook Werkwoordspelling, spellingcategorieën; spellingattitude; spellingtoetsen.<br />
9.2.6 Categoriegerichte oefeningen<br />
Omschrijving Spellingoefeningen die uitgaan van spellingcategorieën.<br />
Toelichting In het spellingonderwijs is het gangbaar om de totale leerstof (de spelling van<br />
alle <strong>Nederlandse</strong> woorden) te verdelen in overzichtelijke leerstofeenheden.<br />
Daarbij wordt gebruikgemaakt van spellingcategorieën: groepen woorden met<br />
dezelfde spellingmoeilijkheid; bijvoorbeeld alle woorden met het achtervoegsel<br />
–lijk. Tijdens een les of periode krijgen de leerlingen oefeningen met woorden<br />
uit een of enkele spellingcategorieën (het woordpakket). Het is belangrijk dat die<br />
oefeningen veelzijdig zijn. Dat wil zeggen dat ze verschillende <strong>taal</strong>kundige<br />
Voetstuk van de Pabo, <strong>Kennisbasis</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>taal</strong>, pag. 218