Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Vuistregels voor de tekstbespreking zijn:<br />
- Begin een tekstbespreking altijd met positief commentaar.<br />
- Prijs de tekst op aanwijsbare kwaliteiten en geef geen algemene oordelen.<br />
- Stel de schrijver vragen over zijn tekst en over zijn schrijfproces.<br />
- Stel vragen en geef reacties vanuit je positie als lezer.<br />
- Stuur de schrijver met je vragen naar het zelf bedenken van oplossingen.<br />
- Zorg ervoor dat de tekstbespreking suggesties voor het herschrijven van de<br />
tekst oplevert.<br />
Leerlingen kunnen ook worden ingeschakeld bij de tekstbespreking. Zij<br />
bespreken dan elkaars teksten (peer respons). De leraar heeft in dat geval de<br />
taak de leerlingen vertrouwd te maken met het hanteren van genoemde<br />
vuistregels. Dat kan hij bijvoorbeeld doen door middel van modeling.<br />
Zie ook Reflecteren op schrijfgedrag; reviseren; didactisch model stelles; modeling bij<br />
stellen.<br />
6.2.5 Stappenplan stellen<br />
Omschrijving Ondersteuning bij planmatig stellen, waardoor alle aspecten van het<br />
schrijfproces stapsgewijs worden doorlopen.<br />
Toelichting Schrijven is een complex proces, waarin veel aspecten een rol spelen, zoals:<br />
rekening houden met doel, publiek en kenmerken van de tekstsoort; het onder<br />
woorden brengen van bepaalde inhouden; je houden aan regels voor zinsbouw<br />
en spelling, enzovoort. Om leerlingen vertrouwd te maken met al die<br />
verschillende aspecten, maken veel <strong>taal</strong>methoden gebruik van een zogenoemd<br />
stappenplan. Bij elke tekst die de leerlingen schrijven, doorlopen ze<br />
systematisch alle stappen uit dit stappenplan.<br />
Een voorbeeld:<br />
- stap 1: nadenken (voor wie is de tekst bedoeld? Wat wil ik schrijven? Met<br />
welke bedoeling schrijf ik? Wat voor tekstvorm kies ik?).<br />
- stap 2: verzamelen (Wat weet ik al? Waar kan ik nog iets vinden? Welke<br />
gegevens kan ik gebruiken? Hoe orden ik de gegevens?).<br />
- stap 3: schrijven (Ik schrijf de eerste versie van de tekst).<br />
- stap 4: afwerken (Ik kijk de tekst goed na en verbeter hem. Ik schrijf de tekst in<br />
het net).<br />
Een dergelijk stappenplan biedt met name zwakke stellers en leerlingen met<br />
schrijfangst houvast bij het schrijven van zakelijke teksten. Een stappenplan<br />
wordt doorgaans geleidelijk ingevoerd, zodat leerlingen het zich stukje bij beetje<br />
kunnen eigen maken. In dat verband is ook het maken van deeloefeningen op<br />
zijn plaats. Het uiteindelijke doel van een stappenplan is dat leerlingen de<br />
geboden procedure voor het schijven van een tekst in hun hoofd hebben zitten.<br />
Het stappenplan heeft zichzelf dan overbodig gemaakt.<br />
In een stappenplan wordt het schrijfproces lineair voorgesteld: je begint bij stap<br />
1 en eindigt bij stap 4. Zo’n procedure kan behulpzaam zijn, maar doet niet<br />
volledig recht aan het recursieve karakter van het schrijfproces: de fasen<br />
wisselen elkaar voortdurend af in een steeds wisselende volgorde.<br />
Zie ook Reflecteren op schrijfgedrag; didactisch model stelles; stelonderwijs aan<br />
<strong>taal</strong>zwakke leerlingen; schrijfproces.<br />
6.2.6 Voorbeeldteksten<br />
Omschrijving Tekstkenmerken illustreren met behulp van voorbeelden.<br />
Toelichting Het stelonderwijs is erop gericht dat leerlingen verschillende soorten teksten<br />
met eigen specifieke tekstkenmerken leren schrijven (zie kerndoelen 5 en 8).<br />
Een tekstkenmerk van een gedicht is bijvoorbeeld het rijmschema; een<br />
tekstkenmerk van een brief is bijvoorbeeld de aanhef; een tekstkenmerk van<br />
een sprookje is bijvoorbeeld de beginzin “Er was eens…”. Leerlingen worden<br />
Voetstuk van de Pabo, <strong>Kennisbasis</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>taal</strong>, pag. 160