Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
Errata Kennisbasis Nederlandse taal Lerarenopleiding ... - Mentorix
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Zie ook Pragmatiek; tekstsoorten.<br />
8.1.5 (1.3.7, 2.3.5) Taalvariatie<br />
Omschrijving De verscheidenheid in <strong>taal</strong>gebruik tussen mensen en groepen mensen. De<br />
concrete verschijningsvormen van <strong>taal</strong>variatie worden <strong>taal</strong>variëteiten genoemd.<br />
Toelichting Ieder land kent vele <strong>taal</strong>variëteiten. Er zijn verschillen tussen individuen, tussen<br />
groepen (bijvoorbeeld jongeren, yuppen, politici), tussen regio’s (dialecten),<br />
maar bijvoorbeeld ook tussen thuis<strong>taal</strong> en school<strong>taal</strong>. In de <strong>Nederlandse</strong><br />
samenleving hebben we naast al deze variëteiten ook te maken met de speciale<br />
positie van de Friese <strong>taal</strong> en met de talen van allochtone minderheden.<br />
Het huidige standaard Nederlands is in feite niets meer dan een dialect.<br />
Eeuwenlang was er de tegenstelling tussen het Latijn en de volks<strong>taal</strong>, een grote<br />
verzameling streektalen die in de Nederlanden werden gesproken. Gaandeweg<br />
zijn we gaan spreken van het AN (Algemeen Nederlands) of het standaard<br />
Nederlands tegenover dialecten (streektalen). Het Fries en het Nedersaksisch<br />
zijn in Nederland, naast het Nederlands, de enige talen die de status van<br />
standaardtalen hebben gekregen.<br />
Het verschil tussen dialect en standaard<strong>taal</strong> is voor een belangrijk deel een<br />
verschil in status. Niet zelden worden dialecten gezien als een ‘primitieve’ vorm<br />
van het AN, terwijl ze in werkelijkheid volledig gelijkwaardig zijn. De keuze om<br />
een bepaalde variëteit op een gegeven moment uit te roepen tot de<br />
standaardvariëteit, is een politieke, geen <strong>taal</strong>kundige. Met het oog op de<br />
mogelijkheden voor het onderwijs en de arbeidsmarkt, is het wel van belang dat<br />
gebruikers van streektalen ook het AN beheersen.<br />
Iedere spreker beschikt over diverse variëteiten. De keuze voor het gebruiken<br />
daarvan hangt af van bijvoorbeeld de gesprekspartners, de geografische plaats<br />
en de gesprekssituatie.<br />
Zie ook Gesprekssituatie; <strong>taal</strong>verandering.<br />
8.1.6 Taalstructuur<br />
Omschrijving De ordening en systematiek in <strong>taal</strong> op alle niveaus.<br />
Toelichting De <strong>taal</strong>structuur van het Nederlands is uniek, net als de <strong>taal</strong>structuur in iedere <strong>taal</strong><br />
uniek is. Dit geldt voor alle niveaus van <strong>taal</strong>: het fonologische, morfologische,<br />
syntactische en semantische niveau.<br />
Om het Nederlands in de volle breedte, zowel mondeling als schriftelijk, te<br />
beheersen en te beschouwen, is een zekere kennis van die structuur noodzakelijk.<br />
Voorbeelden van syntactische noties zijn enkelvoudige zin, samengestelde zin en<br />
voegwoorden; tijden van de zin, zoals verleden en tegenwoordige, voltooide en<br />
onvoltooide tijd; verschillende werkwoordsvormen, zoals persoonsvorm, infinitief en<br />
voltooid deelwoord; zinstypen zoals vraagzinnen, mededelende zinnen, bijzinnen,<br />
actieve en passieve zinnen, of, meer gericht op het schriftelijk <strong>taal</strong>onderwijs: de<br />
directe en de indirecte rede. Voorbeelden van relevante begrippen op semantisch<br />
en morfologisch niveau zijn samenstelling, synoniem en tegenstelling.<br />
Met deze noties heeft de <strong>taal</strong>beschouwer cognitief gereedschap in handen om<br />
ontdekkingen te doen in de systematiek in <strong>taal</strong> en dit te gebruiken voor reflectie op<br />
zijn eigen <strong>taal</strong>gebruik.<br />
Op alle niveaus zijn in de Tussendoelen en Leerlijnen van de SLO (www.tule.nl)<br />
metatalige begrippen genoemd die verband houden met reflectie op de<br />
<strong>taal</strong>structuur.<br />
Zie ook Fonologie; morfologie; syntaxis; semantiek.<br />
8.2.1 Grammatica van het Nederlands<br />
Omschrijving De leraar kent, als voorbeeld voor zijn leerlingen, de zinsdelen en woordsoorten in<br />
complexe zinnen.<br />
Voetstuk van de Pabo, <strong>Kennisbasis</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>taal</strong>, pag. 195