21.10.2016 Views

Het Leven van Jezus door E. G. White

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

met hem besmet te worden — “Gij zijt geheel in zonden geboren, en wilt gij ons leren?”66 en op<br />

deze wijze wierpen zij hem uit.<br />

<strong>Jezus</strong> hoorde wat zij gedaan hadden; en toen Hij de man kort daarna aantrof, zei Hij: “Gelooft gij<br />

in de Zoon des mensen?” Voor de eerste maal keek de blinde man in het gelaat <strong>van</strong> Hem Die hem<br />

genezen had. Voor de Raad had hij gezien hoe zijn ouders bezorgd en ontsteld waren; hij had naar<br />

de vertoornde gezichten <strong>van</strong> de rabbi’s gekeken; nu rustten zijn ogen op het liefderijke, vredige<br />

gelaat <strong>van</strong> <strong>Jezus</strong>. Reeds had hij, tegen een hoge prijs, Hem erkend als een afgezant <strong>van</strong> de<br />

goddelijke macht; nu werd hem een hogere openbaring geschonken.<br />

Op de vraag <strong>van</strong> de Heiland: “Gelooft gij in de Zoon des mensen?”68 antwoordde de blinde met<br />

de vraag: “Wie is Hij, Here, dat ik in Hem moge geloven?” En <strong>Jezus</strong> zeide: “Gij hebt Hem niet<br />

slechts gezien, maar Die met u spreekt, Die is het”. De man wierp zich in aanbidding aan de voeten<br />

<strong>van</strong> de Heiland. Niet alleen was zijn natuurlijk gezichtsvermogen aan hem teruggegeven, maar<br />

ook de ogen <strong>van</strong> Zijn begripsvermogen waren geopend. Christus was geopenbaard aan zijn ziel,<br />

en hij nam Hem aan als de Gezondene Gods.<br />

Een groepje Farizeeën was naderbij gekomen, en toen <strong>Jezus</strong> hen zag, dacht Hij aan de tegenstelling<br />

die zich steeds openbaart in de uitwerking <strong>van</strong> Zijn woorden en werken. Hij zei: “Tot een oordeel<br />

ben Ik in deze wereld gekomen, opdat wie niet zien, zien mogen, en wie zien, blind worden”.<br />

Christus was gekomen om de ogen <strong>van</strong> de blinden te openen, om licht te geven aan hen die in<br />

duisternis vertoeven. Hij had verklaard, dat Hij het Licht der wereld was, en het wonder, zojuist<br />

verricht, was een getuigenis <strong>van</strong> Zijn zending. De mensen die de Heiland aanschouwden bij Zijn<br />

komst, werden begunstigd met een vollediger openbaring <strong>van</strong> de goddelijke tegenwoordigheid dan<br />

de wereld ooit te voren had mogen zien. De kennis <strong>van</strong> God werd op volkomener wijze<br />

geopenbaard. Maar juist in deze openbaring kwam een oordeel over de mensen. Hun karakter werd<br />

beproefd, hun bestemming werd bepaald.<br />

De openbaring <strong>van</strong> de goddelijke kracht, die aan de blinde man zowel het natuurlijke als het<br />

geestelijke gezichtsvermogen had geschonken, had de Farizeeën in nog diepere duisternis<br />

achtergelaten. Sommigen <strong>van</strong> Zijn toehoorders, die voelden, dat de woorden <strong>van</strong> Christus op hen<br />

<strong>van</strong> toe-passing waren, vroegen: “Zijn wij soms ook blind?” <strong>Jezus</strong> antwoordde: “Indien gij blind<br />

waart, zoudt gij geen zonden hebben”. Indien God het voor u onmogelijk had gemaakt om de<br />

waarheid te kennen, zou uw onwetenheid geen schuld ten gevolge hebben. “Maar nu zegt gij: wij<br />

zien”. U meent, dat u in staat bent om te zien, en verwerpt het enige middel waar<strong>door</strong> u ziende<br />

kunt worden. Tot allen die hun nood beseffen, kwam Christus met oneindige hulp. Maar de<br />

Farizeeën wilden niet belijden dat zij iets nodig hadden; zij weigerden tot Christus te komen, en<br />

daarom werden zij in blindheid gelaten — een blindheid waaraan zijzelf schuldig waren. <strong>Jezus</strong> zei:<br />

“Daarom blijft uw zonde”.<br />

304

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!