2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 5: Frankrijk<br />
confrontaties tussen radicaalislamitische groeperingen en anti-islamgroeperingen. De twee<br />
geïnterviewde experts bevestigen dit beeld: er zijn geen gebeurtenissen bekend waarin het<br />
tot een ‘face-to-face’-confrontatie kwam (interview Mayer november 2015; interview Al<br />
Adraoui december 2015). Zo stelt Al Adraoui nooit gehoord te hebben van salafi’s die een<br />
gevecht, of een ruzie hadden met racistische, of anti-islamgroeperingen.<br />
Kijken we echter naar de bredere velden, en betrekken we het ultra-laïque veld erbij, dan is<br />
wel degelijk sprake geweest van directe confrontaties, waarvan de aanslag op de redactie<br />
van Charlie Hebdo, voorafgegaan door een lange periode van wisselwerking, het meest<br />
duidelijke voorbeeld is.<br />
Directe face-to-face-interactie bestond verder vooral tussen actoren uit het bredere islamitische<br />
veld en het ultra-laïque veld en in gereguleerde settings, bijvoorbeeld Tariq Ramadan<br />
tegenover ‘Charb’, de toenmalige hoofdredacteur van Charlie Hebdo, op 5 november 2011 in<br />
de nieuwsshow ‘Revu & Corigé’ op de Franse televisiezender France5.<br />
Bredere identitaire velden<br />
Kijken we echter naar de indirecte wisselwerking, dan is ze op verschillende niveaus te<br />
onderkennen. De nadruk in de wisselwerking lijkt vooral te liggen op de verwijzing van<br />
anti-islamitische groeperingen naar moslims en de islam in bredere zin, waarbij het<br />
onderscheid tussen radicale en ‘gewone’ islam op discursief niveau wegvalt. Een drietal<br />
elementen is dominant in het discours van de anti-islambeweging, namelijk de ‘invasie’<br />
van islamitische migranten en de dominantie van islamitische symbolen hierdoor op het<br />
Franse territorium, zoals de hoofddoek en moskeeën; het vermeende radicale en fascistische<br />
karakter van de islam in zijn geheel; en de houding van de gevestigde politieke<br />
partijen ten opzichte van dit dreigende gevaar. Als reactie op de vermeende alomtegenwoordige<br />
aanwezigheid van de islam en islamitische symbolen, organiseren extreem-laïque<br />
groepen, zoals de RL van links, en de BI van rechts, symbolische coups om een claim te<br />
doen op het openbare terrein door ‘echte Franse burgers’. Voorbeelden hiervan zijn de<br />
bezetting van de moskeeën en de ‘apéro’s vin et saucisson’.<br />
Andersom verwijzen radicaalislamitisch groeperingen naar Frankrijk, waarbij zij het land<br />
ervan betichten tegen de islam en moslims te zijn. Meerdere malen refereren de jihadisten<br />
aan het anti-islamdiscours in Frankrijk. Benichou en collega’s (2015) beschrijven dat<br />
extremisten Frankrijk zien als een van de belangrijkste doelwitten in hun strijd. De extremisten<br />
stellen zich te wreken voor de aanvallen van de Franse overheid en, breder, de<br />
Franse samenleving op de extremisten en de islam in het algemeen.<br />
De wisselwerking neemt hiermee meer de vorm aan van het scenario van de ‘clash of<br />
civilizations’ waarin wordt gereageerd op de Ander in brede zin, en specifieke actoren<br />
weinig ter zake doen. Al Adraoui bevestigt de indruk van de onderzoekers, namelijk dat het<br />
niet om radicalen tegen radicalen gaat, maar om een veel complexere wisselwerking. Hij<br />
stelt in het interview dat ‘de verdedigers van de Franse waarden’ de islam en moslims als<br />
een vreemde identiteit in Frankrijk behandelen en ‘hun medeburgers waarschuwen voor de<br />
gevaren van moslims’ in bredere zin. Aan de andere kant binden de salafisten hun volgelingen<br />
aan hen door te stellen dat de maatschappij moslims slecht behandelt (interview Al<br />
Adraoui december 2015).<br />
Een andere vorm van indirecte wisselwerking vindt plaats rondom gebeurtenissen waarin<br />
een van beide velden betrokken is. Zo stelt Al Adraoui dat zowel islamitische als anti-islamgroeperingen<br />
gebeurtenissen gebruiken voor hun eigen agenda en hierbij hun website<br />
gebruiken om hun verhaal te verspreiden (interview Al Adraoui december 2015). We<br />
kunnen hierbij denken aan de Mohammedprenten in Charlie Hebdo; op websites als<br />
ummah.fr wordt de nadruk gelegd op het anti-islamkarakter van de prenten en breder het<br />
weekblad, op de website van RL wordt het radicale karakter van de islam uitvergroot, met<br />
82