2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 10: Slothoofdstuk: verschillen en overeenkomsten in de mobilisatie van aanhangers van<br />
anti-islam- en radicale-islambewegingen<br />
overheid of het politieke establishment. Dit is een verschijnsel dat zich in alle landen<br />
voordoet. Zo zagen we dat veel twitteraars er weinig vertrouwen in hebben dat ‘zij’ (politici,<br />
gevestigde partijen, de overheid) bescherming bieden tegen de ‘islamterreur’.<br />
Kortom, bij indirecte wisselwerking (als men alleen naar een outgroup refereert) blijkt de<br />
dynamiek van radicalisering iets ingewikkelder dan een tango met twee personen: de<br />
overheid is een derde belangrijke partij, omdat zij (mede) verantwoordelijk wordt gehouden<br />
voor de ‘bedreigde identiteit’. Dit geldt niet alleen voor de onlinewisselwerking, maar ook<br />
voor die offline. De implicatie van deze bevinding is dat, in lijn met Mann en collega’s<br />
(2015), legitimiteit van de overheid een belangrijke indicator is van weerbaarheid tegen<br />
extremistische boodschappen. Een andere concrete implicatie van deze bevinding is dat<br />
gewelddadige acties van ‘lone actors’ zich niet per se op (radicale) moslims zullen richten,<br />
maar ook op personen of groepen die verantwoordelijk worden gehouden voor ‘islamisering’,<br />
hetgeen ook de casus van Breivik illustreert.<br />
Context en wisselwerking<br />
In alle vier de landen is er sprake van indirecte wisselwerking in die zin dat het anti-islamdiscours<br />
normaliseert. Denkbeelden die voorheen onacceptabel waren, zijn gemeengoed<br />
geworden. Zowel het publieke als politieke debat over moslims en de islam verhardt. Dit<br />
lijkt vooral in die landen te gebeuren waar een sterke politieke partij het anti-islam- (of<br />
breder: anti-immigratie-) sentiment mobiliseert en normaliseert: Frankrijk en Vlaanderen.<br />
In beide landen zien we dat er sinds vele jaren sprake is van een wisselwerking tussen beide<br />
velden. Dit zijn de enige twee van de vier landen waar direct gereguleerde wisselwerking is<br />
geobserveerd. Beide landen kennen een sterke partij die het anti-islamsentiment mobiliseert,<br />
legitimeert en normaliseert. In Frankrijk is het FN al sinds de electorale doorbraak in<br />
1984 prominent als partij aanwezig, naast een marginale extreemrechtse beweging, maar<br />
een invloedrijk ultra-laïque veld. De partij kanaliseert anti-islam- en breder anti-immigratiesentimenten.<br />
Directe wisselwerking, escalatie en radicalisering spelen zich echter af tussen<br />
de radicale islam en het ultra-laïque veld. Door de reikwijdte van het FN en het ultra-laïque<br />
veld (zowel in de politiek als in de media) en omdat partij en beweging inhaken op twee<br />
Franse masterframes (nationalisme en laïcité) zien we in Frankrijk het anti-islamdiscours<br />
normaliseren.<br />
In Vlaanderen schept het Vlaams nationalisme kaders voor extremere vormen van nationalisme.<br />
We zien dan ook dat al sinds begin jaren 90 Vlaams nationalistische politieke<br />
partijen prominent aanwezig zijn (Vlaams Blok/ Vlaams Belang en N-VA). Ook in Vlaanderen<br />
observeren we een normalisering van het anti-islamdiscours. Aan de radicale-islamkant<br />
rekruteerde Sharia4Belgium met succes. Ook het activistische niet-salafistische AEL was<br />
lange tijd succesvol. In beide landen zien we ook individuele acties en actieve (Frans-Belgische)<br />
netwerken die op eigen grond maar ook over de grens terroristische acties ondernemen,<br />
zoals de recente aanslagen in Parijs (november 2015) en Brussel (maart 2016).<br />
Anti-islampartijen kanaliseren, mobiliseren, faciliteren en legitimeren het anti-islamdiscours<br />
waardoor het normaliseert. Zo veranderde succesvolle anti-islampartijpolitiek in<br />
België en Frankrijk de context waarin de ‘Ander’ leeft. De verharding en normalisering van<br />
het anti-islamklimaat wordt door veel moslims gezien als bewijs dat onderdrukking en<br />
uitsluiting toenemen, wat als een katalysator bij het rekruteren voor de radicale islam<br />
werkt. Juist in Frankrijk en België zien we recent een aantal terroristische acties van<br />
radicale islamkant, en beide landen hebben relatief het hoogste aantal jongeren dat naar<br />
Syrië (en Irak) is uitgereisd. Het kanaliseren van anti-islamsentimenten door politieke<br />
partijen, kan via normalisering van het anti-islamdiscours tot succesvolle rekrutering van<br />
de radicale islam leiden. Deze dynamiek van indirecte wisselwerking creëert voor beleidsvoerders<br />
een dilemma: kanalisering van het ene sentiment radicaliseert de opponenten.<br />
192