2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
hoewel het maar om een klein aantal aanslagen gaat, hebben deze aanslagen een groot<br />
effect.<br />
Sociale media<br />
Indirecte wisselwerking staat ook centraal op de door ons onderzochte sociale media. In<br />
alle onderzochte landen zien we dat online discussies, zowel bij het anti-islamveld als bij<br />
het radicale-islamveld, uiting geven aan ervaren dreiging van de eigen cultuur en eigen<br />
identiteit door de ‘Ander’. Ervaren groepsdreiging wordt in eerder onderzoek in verband<br />
gebracht met, of als oorzaak of versneller gezien van, radicalisering (Schmid 2013; Doosje<br />
e.a. 2013).<br />
Berichten en reacties over de door de outgroup ‘bedreigde identiteit’ zijn echter nagenoeg<br />
altijd indirect, in die zin dat ze weliswaar over de ‘Ander’ gaan, maar niet in de eerste plaats<br />
aan de ‘Ander’ geadresseerd zijn. Als gevolg hiervan figureren moslims of moslimorganisaties<br />
in het anti-islamdiscours vaak als object, niet als gesprekspartner. Een duidelijk<br />
onderscheid hierbij tussen gematigde en radicale moslims is eerder uitzondering dan regel.<br />
Het doelwit van berichten van aanhangers van anti-islambewegingen is opvallend vaak juist<br />
niet (radicale) moslims. Verontwaardiging en kritiek richt zich opvallend vaak op de<br />
overheid of het politieke establishment. Tegelijkertijd zien we op radicaalislamitische<br />
Facebookpagina’s een vergelijkbaar beeld: daar moeten vooral ‘de westerse landen’ of ‘de<br />
overheid’ het ontgelden. Enkele uitzonderingen daargelaten zien we weinig kritiek die echt<br />
specifiek op een bepaalde anti-islamgroepering of -partij gericht is.<br />
In een apart hoofdstuk hebben we de reactie op sociale media op een recente gewelddadige<br />
actie van radicale moslims onderzocht, namelijk de aanslagen in Parijs op 13 november<br />
2015. We focusten hierbij op het debat op Twitter.<br />
Ten eerste laat deze analyse zien dat het debat bestaat uit min of meer afzonderlijke<br />
onlinegemeenschappen, waarbinnen relatief veel hechte connecties zijn, maar waartussen<br />
juist weinig verbindingen zijn. De implicatie hiervan is dat Twitter een medium lijkt te zijn<br />
waar relatief weinig discussie over en weer plaatsvindt tussen mensen met verschillende<br />
opvattingen. Mensen zien over het algemeen vooral hun eigen politieke standpunten<br />
bevestigd, in plaats van dat ze berichten lezen vanuit andere onlinegemeenschappen en<br />
zodoende blootgesteld worden aan ‘tegengeluid’. Dit zogenoemde ‘echo chamber effect’<br />
zien we dus niet alleen bij Facebook maar ook bij Twitter.<br />
De analyse toonde aan dat in elk land een afzonderlijke onlinegemeenschap aanwezig is die<br />
we kunnen beschouwen als online manifestatie van het anti-islamveld. Online polarisatie is<br />
het duidelijkst te zien in het Verenigd Koninkrijk. De online discussie over onderwerpen die<br />
gerelateerd zijn aan het anti-islamveld en radicale-islamveld bestaat in feite eenvoudigweg<br />
uit twee kampen, namelijk een anti-islam- en anti-islamofobiecluster.<br />
Ten tweede laat onze analyse van Twitter zien dat ‘de moslims’ na de aanslagen meer<br />
aandacht krijgen. Er is sprake van een toegenomen (indirecte) wisselwerking na ‘Parijs’;<br />
aandacht in de onderzochte tweets verschuift van vluchtelingen en migranten naar de<br />
islam en moslim. Naast de toegenomen aandacht voor moslims valt tegelijkertijd op dat de<br />
toon van anti-islamtweets niet of nauwelijks veranderd is. Deze was namelijk al sterk<br />
negatief. De opvatting dat de westerse wereld bedreigd en aangevallen wordt, is online ook<br />
voor ‘Parijs’ al wijdverbreid.<br />
In het Verenigd Koninkrijk en Vlaanderen lijken anti-islamhoudingen zich vaker dan in<br />
Duitsland en Frankrijk in minachtende en grove taal te manifesteren. Tegelijkertijd moeten<br />
we ook concluderen dat, net als op Facebook, het doelwit van berichten opvallend vaak<br />
juist niet de (radicale) moslims zijn. Verontwaardiging en kritiek richt zich vaak op de<br />
Bedreigde identiteiten: De wisselwerking tussen anti-islambewegingen en de radicale islam<br />
191