2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 9: Preventie en de-escalatie<br />
Sheffield met de dialoogaanpak tijdens de rellen van augustus 2011 tonen aan dat hiermee<br />
escalatie kan worden voorkomen. 190 Tegelijkertijd stellen analisten dat er binnen de politie<br />
vaak een weerzin bestaat om op deze manier, die als ‘soft’ wordt omschreven, op te treden.<br />
De maatschappelijke druk om hard op te treden tegen extremisten is groot.<br />
In de context van de EDL werd volgens Treadwell (in Chakraborti & Garland 2014) in eerste<br />
instantie inderdaad gekozen voor een zogenaamde ‘harde aanpak’, omdat een te milde<br />
aanpak zou kunnen worden opgevat als sympathie voor de opvattingen van EDL en zou<br />
kunnen bijdragen aan het gevoel van onveiligheid onder Britse moslims. Om die reden<br />
werd de EDL in de eerste jaren hard en repressief aangepakt, met veel arrestaties als gevolg.<br />
In de loop der tijd is de overheid overgegaan op een meer op dialoog gestoelde politieaanpak,<br />
waarbij in overleg de route wordt bepaald van een demonstratie, en deze door de<br />
politie wordt begeleid. Het resultaat hiervan was volgens Treadwell (in Chakraborti &<br />
Garland 2014: 128) een afname in het aantal arrestaties.<br />
9.2.2 Langetermijnmaatregelen: preventie van radicalisering<br />
Preventieve maatregelen om radicalisering te voorkomen in het bijzonder in het (radicale)<br />
islamveld vormden een centraal thema binnen de discussie over de-escalatiemaatregelen.<br />
Aard, omvang en achtergrond van die preventieve maatregelen verschillen van land tot<br />
land.<br />
Volgens Brandon en Vidino (2012: 17) was het Verenigd Koninkrijk binnen Europa de pionier<br />
in het ontwikkelen van preventieve, community-based deradicaliseringsprogramma’s<br />
vanuit de gedachte dat de traditionele contraterrorisme-aanpak onvoldoende was. Zo wordt<br />
in het Verenigd Koninkrijk sinds 2003 gewerkt met het contraterreurprogramma ‘CON-<br />
TEST’, waarbinnen de zogenaamde ‘PREVENT-strategie’ gericht is op het voorkomen van<br />
radicalisering. 191 Deze strategie is aangescherpt in reactie op de Londense bomaanslagen<br />
van 7 juli 2005, waarbij de dreiging van home-grown terrorism zichtbaar werd. De belangrijkste<br />
pijlers van de PREVENT-strategie zijn: “het adresseren van structurele problemen zoals<br />
ongelijkheid en discriminatie, waarmee de omgeving wordt veranderd om radicalisering te<br />
voorkomen en om betrokken te raken in de strijd over gedachtegoed” 192 (Klausen 2009: 406).<br />
Nederland heeft in een vroeg stadium – naar aanleiding van de moord op Theo van Gogh in<br />
2004 – een vergelijkbare aanpak ingevoerd. 193 194 Daarnaast melden Adang e.a. (2010) dat<br />
Nederland al sinds het einde van de vorige eeuw werkt met een preventieve, wijkgerichte<br />
lokale aanpak, waarin de gemeente een centrale rol speelt. Hierbinnen wordt bijvoorbeeld<br />
gewerkt met het concept ‘gebiedsgebonden politiezorg’ . Dat betekent dat de politie volop<br />
in de wijken aanwezig is en hier actief samenwerkt met lokale organisaties en bewoners.<br />
Wijkagenten, buurtregisseurs en gebiedsagenten onderhouden een netwerk met organisaties,<br />
bewoners en andere partners. Moskeebesturen kunnen binnen deze werkwijze bijvoorbeeld<br />
partners zijn van de politie (Adang e.a. 2010: 102-103). Daarnaast wordt geïnvesteerd<br />
in kennis van de bijzonderheden van etnische groepen, onder de noemer ‘multicultureel<br />
190 In Londen bleek de community based approach tijdens diezelfde rellen in augustus 2011 niet goed te werken om escalatie te voorkomen;<br />
volgens Postmes e.a. (2014) was de reden hiervoor dat de gebruikte methoden om contact te houden met bewoners in de betreffende wijken<br />
(via ‘independent advisory groups’ en ‘key individual networks’) onvoldoende geschikt bleken om de actuele situatie en gevoelens van onvrede in<br />
de wijken in kaart te brengen (2014: 117).<br />
191 In 2003 werd de eerste versie van CONTEST geïntroduceerd, maar het programma werd pas in 2006 publiekelijk gelanceerd (Brandon & Vidino<br />
2012: 17; Fantucci 2010: 252). De andere onderdelen van de CONTEST-strategie zijn PURSUE, PREPARE en PROTECT. Het PURSUE-programma<br />
focust op strafrechtelijk vervolgen, en het vestoren van de activiteiten van groepen die verdacht woorden van extremisme (interview Fyfe<br />
november 2015).<br />
192 “Addressing ‘structural problems’ such as inequality and discrimination, changing the environment to deter radicalisation and engaging in the battle<br />
of ideas” (Klausen 2009: 406).<br />
193 Actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 27 augustus 2007.<br />
194 Tussen de Nederlandse en de Britse aanpak op het terrein van preventie van radicalisering bestaan wel verschillen, onder meer als het gaat om<br />
de partners binnen de moslimgemeenschap waarmee wordt samengewerkt (Adang e.a. 2010: 109). In het Verenigd Koninkrijk was het tot voor<br />
kort gangbaar om binnen de PREVENT-strategie ook samen te werken met salafistische organisaties, in Nederland is dat niet het geval. Volgens<br />
expert Dr. Weeks is dit beleid in het Verenigd Koninkrijk recent aangepast en zijn zij hier terughoudender in geworden.<br />
174