2606-volledige-tekst_tcm28-124504

More documents

Recommendations

Info

Hoofdstuk 3: Analytisch kader: Wisselwerking tussen actoren kunnen leiden tot versterkte mobilisatie van het andere doordat een voorbeeldeffect optreedt, of doordat de dreiging door het succes is toegenomen, of doordat er wraakgevoelens ontstaan (Koopmans 1993; Minkoff 1997; Tarrow 1997; Busher 2013, Bartlett & Birdwell 2013). Radicale islam Escalatie Anti-islam Radicalisering discours actie Radicalisering discours actie Polarisatie Figuur 3.2 Beschrijvend model van escalerende intergroepsverhoudingen Oppositionele velden kunnen ook bijdragen tot polarisatie van het discursieve repertoire, offline én online. Zo kan de aanwezigheid van de radicale islam aangegrepen worden om de bedreiging van de etnische-natie te beschrijven, en zo de weerklank te vergroten van de agenda van het anti-islamveld. Er is dan sprake van ‘counterframing’, waarbij het frame van het ene veld zich afzet tegen dat van het andere. Dit kan leiden tot een ongenuanceerd ‘flaming and blaming’ van de tegenstander, of tot een ‘framing contest’ (Meyer & Staggenborg 2008), waarbij de aanwezigheid van twee partijen leidt tot wederzijdse radicalisering van frames. Wanneer zich dit deels online afspeelt, wat tegenwoordig al gauw het geval is, is het gevaar van polarisatie en escalatie nog groter, vanwege de drempelverlagende werking van het internet. In het vervolg zullen we aan de hand van dit analytisch kader de wisselwerking tussen het radicale-islamveld en het anti-islamveld in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en België beschrijven. In een slothoofdstuk zullen we vergelijkingen trekken met de situatie in Nederland. We laten ons daarbij leiden door aandachtspunten die Busher & Macklin formuleerden (2014): (1) Onderscheid narratieven en actie. Radicalisering van het discours hoeft niet samen te gaan met radicalere acties. (2) Onderzoek de bredere processen van polarisering in de gemeenschap (community polarization). (3) Beschrijf het proces van ‘eb en vloed’ in de interacties tussen vijandige groepen. (4) Onderzoek hoe de culturele, politieke en sociale omgeving de wisselwerking tussen het anti-islamveld en het radicale-islamveld vormgeeft. (5) Heb oog voor de verscheidenheid aan routes naar de wisselwerking tussen beweging en tegenbeweging. (6) Besteed aandacht aan de subtiele manier waarop groepen ‘gekoppeld’ zijn. Het uiteenrafelen van de verschillende vormen van wisselwerking blijkt essentieel om de wisselwerking goed te kunnen begrijpen. Nog een aandachtspunt bij onderzoek naar het al dan niet voorkomen van radicalisering en escalatie is dat het moeilijk is gebeurtenissen te onderzoeken die niet plaatsvonden (een verhinderde aanslag, een bijeenkomst die niet doorging, een mail die niet verstuurd werd) of die met de toegepaste methoden niet in beeld kwamen (een clandestiene vergadering, 28
een geheime ontmoeting, een opruiende tweet). Taleb (2010) noemt dat ‘silent evidence’. Het is niet altijd eenvoudig gebeurtenissen op hun juiste waarde te schatten omdat we daarvoor rekening moeten houden met gebeurtenissen waar wij geen weet van hebben of die niet plaatsvonden. In onze beschrijvingen, analyses en conclusies zullen we proberen dergelijke ‘silent evidence’ in het oog te houden. Bedreigde identiteiten: De wisselwerking tussen anti-islambewegingen en de radicale islam 29
Page 1 and 2: Bedreigde identiteiten: De wisselwe
Page 3 and 4: - SAMENVATTING - Bedreigde identite
Page 5 and 6: 1 Inleiding 1 Op 10 augustus 2014 w
Page 7 and 8: 3.3 Structuur en politieke en discu
Page 9 and 10: 5 Frankrijk 5.1 Context Bepalend vo
Page 11 and 12: dictatoriale Oezbeekse regime en de
Page 13 and 14: 8 Sociale media: vergelijkende netw
Page 15 and 16: 9.1 Bedreigde identiteiten: wisselw
Page 17 and 18: de ‘streets’? Betekent grote ac
Page 19: - VOLLEDIG RAPPORT - Bedreigde iden
Page 22 and 23: Inhoudsopgave 4.5 Sociale media-ana
Page 24 and 25: Inhoudsopgave 10. Slothoofdstuk: ve
Page 26 and 27: 8 Hoofdstuk 1: Introductie
Page 28 and 29: Hoofdstuk 1: Introductie gestreden
Page 30 and 31: 12
Page 32 and 33: Hoofdstuk 2: Methode tot Duitsland
Page 34 and 35: Hoofdstuk 2: Methode kwalitatieve e
Page 36 and 37: Hoofdstuk 3: Analytisch kader: Wiss
Page 48 and 49: 30
Page 50 and 51: Hoofdstuk 4: Verenigd Koninkrijk 4.
Page 52 and 53: Hoofdstuk 4: Verenigd Koninkrijk In
Page 54 and 55: Hoofdstuk 4: Verenigd Koninkrijk En
Page 56 and 57: Hoofdstuk 4: Verenigd Koninkrijk ra
Page 58 and 59: Hoofdstuk 4: Verenigd Koninkrijk De
Page 62 and 63: Hoofdstuk 4: Verenigd Koninkrijk (P
Page 66 and 67: Hoofdstuk 4: Verenigd Koninkrijk An
Page 68 and 69: Hoofdstuk 4: Verenigd Koninkrijk do
Page 70 and 71: Hoofdstuk 4: Verenigd Koninkrijk In
Page 72 and 73: Hoofdstuk 4: Verenigd Koninkrijk ve
Page 74 and 75: Hoofdstuk 4: Verenigd Koninkrijk We
Page 76 and 77: Hoofdstuk 4: Verenigd Koninkrijk Op
Page 78 and 79: Hoofdstuk 4: Verenigd Koninkrijk To
Page 80 and 81: Hoofdstuk 4: Verenigd Koninkrijk al
Page 82 and 83: 64
Page 84 and 85: Hoofdstuk 5: Frankrijk groepsrechte
Page 86 and 87: Hoofdstuk 5: Frankrijk De banlieues
Page 88 and 89: Hoofdstuk 5: Frankrijk Charlie Hebd
Page 90 and 91: Hoofdstuk 5: Frankrijk Charlie Hebd
Page 92 and 93: Hoofdstuk 5: Frankrijk rapport dat
Page 94 and 95: Hoofdstuk 5: Frankrijk Aanvankelijk
Page 96 and 97:
Hoofdstuk 5: Frankrijk In hun commu
Page 98 and 99:
Hoofdstuk 5: Frankrijk 5.4 Wisselwe
Page 100 and 101:
Hoofdstuk 5: Frankrijk confrontatie
Page 102 and 103:
Hoofdstuk 5: Frankrijk 5.5 Sociale
Page 104 and 105:
Hoofdstuk 5: Frankrijk 5.5.3 Inhoud
Page 106 and 107:
Hoofdstuk 5: Frankrijk Marine) en E
Page 108 and 109:
Hoofdstuk 5: Frankrijk Tegelijkerti
Page 110 and 111:
Hoofdstuk 5: Frankrijk in de Franse
Page 112 and 113:
Hoofdstuk 6: Duitsland 173.000 mens
Page 114 and 115:
Hoofdstuk 6: Duitsland extreemrecht
Page 116 and 117:
Hoofdstuk 6: Duitsland nieuwe gener
Page 118 and 119:
Hoofdstuk 6: Duitsland diensten?”
Page 120 and 121:
Hoofdstuk 6: Duitsland met partijen
Page 122 and 123:
Hoofdstuk 6: Duitsland nieuw, vrije
Page 124 and 125:
Hoofdstuk 6: Duitsland Steinberg (2
Page 126 and 127:
Hoofdstuk 6: Duitsland Steinberg co
Page 128 and 129:
Hoofdstuk 6: Duitsland De LIES!-cam
Page 130 and 131:
Hoofdstuk 6: Duitsland in ‘het We
Page 132 and 133:
Hoofdstuk 6: Duitsland ‘vrienden
Page 134 and 135:
Hoofdstuk 6: Duitsland en politici,
Page 136 and 137:
Hoofdstuk 6: Duitsland Op de pagina
Page 138 and 139:
Hoofdstuk 6: Duitsland Wat betreft
Page 140 and 141:
122
Page 142 and 143:
Hoofdstuk 7: België-Vlaanderen van
Page 144 and 145:
Hoofdstuk 7: België-Vlaanderen Vol
Page 146 and 147:
Hoofdstuk 7: België-Vlaanderen Vla
Page 148 and 149:
Hoofdstuk 7: België-Vlaanderen gen
Page 150 and 151:
Hoofdstuk 7: België-Vlaanderen Voo
Page 152 and 153:
Hoofdstuk 7: België-Vlaanderen Net
Page 154 and 155:
Hoofdstuk 7: België-Vlaanderen rel
Page 156 and 157:
Hoofdstuk 7: België-Vlaanderen Zo
Page 158 and 159:
Hoofdstuk 7: België-Vlaanderen Aan
Page 160 and 161:
Hoofdstuk 7: België-Vlaanderen wor
Page 162 and 163:
Hoofdstuk 7: België-Vlaanderen Uit
Page 164 and 165:
Hoofdstuk 7: België-Vlaanderen De
Page 166 and 167:
Hoofdstuk 7: België-Vlaanderen “
Page 168 and 169:
Hoofdstuk 7: België-Vlaanderen sla
Page 170 and 171:
152
Page 172 and 173:
Hoofdstuk 8: Voor en na ‘Parijs
Page 174 and 175:
Page 176 and 177:
Page 178 and 179:
Page 180 and 181:
Page 182 and 183:
Page 184 and 185:
Page 186 and 187:
Page 188 and 189:
Page 190 and 191:
Hoofdstuk 9: Preventie en de-escala
Page 192 and 193:
Page 194 and 195:
Page 196 and 197:
Page 198 and 199:
180
Page 200 and 201:
Hoofdstuk 10: Slothoofdstuk: versch
Page 202 and 203:
Page 204 and 205:
Page 206 and 207:
Page 208 and 209:
Page 210 and 211:
Page 212 and 213:
Page 214 and 215:
Page 216 and 217:
Page 218 and 219:
200
Page 220 and 221:
Hoofdstuk 10: Referenties Arzheimer
Page 222 and 223:
Hoofdstuk 10: Referenties Cesari, J
Page 224 and 225:
Hoofdstuk 10: Referenties Garland,
Page 226 and 227:
Hoofdstuk 10: Referenties Klanderma
Page 228 and 229:
Hoofdstuk 10: Referenties Mouhafim,
Page 230 and 231:
Hoofdstuk 10: Referenties Schmid, A
Page 232 and 233:
Hoofdstuk 10: Referenties Vliegenth
Page 234 and 235:
Hoofdstuk 10: Referenties Chairi, M
Page 236 and 237:
Hoofdstuk 10: Referenties De Standa
Page 238 and 239:
Hoofdstuk 10: Referenties Het Laats
Page 240 and 241:
Hoofdstuk 10: Referenties Ministèr
Page 242 and 243:
Hoofdstuk 10: Referenties The Guard
Page 244:
226
show all

2606-volledige-tekst_tcm28-124504

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?