2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 4: Verenigd Koninkrijk<br />
Anders dan bijvoorbeeld de aanslagen van 9/11, waren de aanslagen in Londen in 2005 een ‘binnenlandse aangelegenheid’<br />
(Bulley 2008: 380). De aanslagplegers leefden al hun hele leven in het VK en leken – met uitzondering<br />
van de Jamaicaan – ogenschijnlijk te zijn geïntegreerd in hun lokale omgeving (Bulley 2008). Hoewel de<br />
Britse politiek en veiligheidsdiensten in eerste instantie uitgingen van connecties met Pakistaanse trainingskampen<br />
of Al Qaida, zijn die verbanden in het onderzoek naar de aanslagen nooit echt hard gemaakt (Bulley<br />
2008). Daarnaast maakten de daders van de Londense bomaanslagen geen deel uit van een georganiseerd netwerk.<br />
Volgens Kirby (2007) waren de vier “een autonome kliek wiens drijfveren, samenhang en ideologische<br />
ontwikkeling vorm kregen in afwezigheid van enig georganiseerd netwerk of van een formele toetreding tot<br />
de jihad” (Kriby 2007: 416). Ze radicaliseerden door hun onlineactiviteiten, en bereidden met online-informatie<br />
hun aanslagen voor (Kirby 2007: 416).<br />
Tegelijkertijd wijzen verschillende bronnen op verbanden tussen twee van de aanslagplegers – de als leider<br />
beschouwde Mohammad Siddique Khan en Shehzad Tanweer – en het Londense milieu rondom radicaalislamitische<br />
prekers, waaronder voormalig Al-Muhajiroun leider Omar Bakri Mohammed en Abu Hamza (Nesser<br />
2008: 241,247). De Britse organisatie Hope not Hate stelt in een rapport uit 2013 dat Siddique Khan aanhanger<br />
was van Al-Muhajiroun en de Londense Finsbury Parkmoskee had bezocht, waar Bakri Mohammed en vooral<br />
ook Abu Hamza preekten. De tweede aanslagpleger, Shehzad Tanweer, was volgens Hope not Hate formeel lid<br />
van AM (Lowles & Mulhall 2013).<br />
Klausen (2009: 404) beschrijft hoe de aanslagen in Londen in 2005 aanleiding vormden voor ingrijpende aanpassingen<br />
in de Britse contraterrorisme wetgeving en -beleid. In reactie op het ‘home grown’-karakter van de<br />
aanslagen verschoof de nadruk naar de binnenlandse moslimgemeenschap en werd sterker dan voorheen ingezet<br />
op ‘community policing’ (zie ook Hoofdstuk 9).<br />
4.4 Wisselwerking en escalatie<br />
In deze paragraaf staat de wisselwerking tussen het anti-islamveld en het radicale-islamveld<br />
in het Verenigd Koninkrijk centraal. Daarbij is de eerste vraag: in hoeverre kan gesteld<br />
worden dat er sprake is van wisselwerking tussen actoren uit beide velden? Als die wisselwerking<br />
geconstateerd wordt, wat is dan de aard daarvan? Wat is de invloed van de specifieke<br />
Britse context op de aard van die wisselwerking? In hoeverre draagt de wisselwerking bij<br />
aan het verder radicaliseren van actoren aan beide zijden? Op welke momenten kan<br />
gesproken worden over escalatie, en welke vormen neemt dit aan?<br />
4.4.1 In hoeverre is er sprake van wisselwerking?<br />
In de afgelopen jaren zijn er momenten geweest waarop sprake was van wisselwerking<br />
tussen actoren uit beide velden. Een van de concreetste voorbeelden is de periode rondom<br />
het ontstaan van de English Defence League in Luton in 2009, die hieronder wordt geschetst.<br />
Leden van Islam4UK verstoorden op 10 maart 2009 een thuiskomstparade van Britse<br />
soldaten van het Royal Anglican regiment in Luton, Zuidoost-Engeland (Goodwin 2013: 5;<br />
Garland & Treadwell 2010; Pupcenoks & McCabe 2014). Ongeveer 18 radicale moslims<br />
demonstreerden met spandoeken en scholden de soldaten uit voor ‘terrorists’, ‘baby killers’<br />
en ‘butchers of Basra’ (Copsey, geciteerd in Busher 2013: 66). Dit leidde tot schermutselingen<br />
waarbij de politie de radicale moslims moest beschermen tegen aanvallen uit het publiek.<br />
Anjem Choudary, leider van Islam4UK, was schijnbaar direct betrokken bij de organisatie<br />
van het protest. De affaire werd landelijk nieuws en onderwerp van hevig maatschappelijk<br />
debat en verontwaardiging (Busher 2013: 66). Dat debat ging vooral over de vraag waarom<br />
Islam4UK toestemming had gekregen om te demonstreren, en daarbij politiebescherming<br />
kreeg. Weken van onrust volgden, totdat een tegendemonstratie werd georganiseerd door<br />
de ‘United People of Luton’ (Pupcenoks & McCabe 2013), waar 500 personen aan deelnamen.<br />
48