2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 3: Analytisch kader: Wisselwerking tussen actoren<br />
verschillende burgerschapsmodellen vorm aan de agenda en het programma van de<br />
bestaande partijen. Aldus ontstaat ruimte binnen het politieke spectrum om dergelijke<br />
claims te uiten en de discursieve mogelijkheden voor extreemrechts om zich tegen migranten<br />
uit te spreken. Wanneer de claims van extreemrechtse organisaties resoneren met het<br />
gangbare discours, zullen zij eerder toegang vinden tot het publieke domein. De claim om<br />
voorrang te geven aan autochtonen op de arbeidsmarkt zal bijvoorbeeld eerder toegang<br />
vinden tot het maatschappelijk debat in een meer assimilationistisch model waar speciale<br />
rechten zijn voorbehouden aan autochtonen, zoals lange tijd het geval was in Duitsland.<br />
Wanneer de claims niet resoneren zullen zij minder legitimiteit als politieke partij hebben,<br />
en zal eerder een sociale beweging ontstaan.<br />
Koopmans en collega’s (2012) vonden inderdaad een verband tussen de mate van toekenning<br />
van groepsrechten en de omvang van een rechts-populistisch electoraat. Restrictievere<br />
rechten voor migranten gaan vaak samen met een groter rechts-populistisch electoraat<br />
en een kleinere migrantenpopulatie die stemt. Andersom gaan meer ‘inclusieve’ rechten<br />
voor migranten vaak samen met een kleiner rechts electoraat, zoals in het VK. Beide<br />
scenario’s hebben de neiging de bestaande situatie te versterken: landen met traditioneel<br />
een inclusiever beleid hebben zwakkere extreemrechtse of populistische partijen en meer<br />
migrantenstemmen. Zij ontwikkelen zich richting een meer inclusief beleid. Andersom<br />
zorgt juist een groter extreemrechts/populistisch electoraat voor de afname van groepsrechten<br />
voor migranten. Dit scenario is bijvoorbeeld te herkennen in Denemarken (Koopmans<br />
2012: 1226). De overige landen in Koopmans studie verschuiven vanaf 1980 tot 2002 in<br />
de richting van een meer multiculturalistisch model, met meer inclusieve burgerschapsrechten<br />
voor migranten. Vanaf 2002 stagneert deze ontwikkeling door de opkomst van<br />
extreemrechtse partijen. Echter in Duitsland gaat dit niet op: daar houdt aan de ene kant<br />
weinig ‘stemdruk’ vanuit de migrantengemeenschap én aan de andere kant een taboe op<br />
radicaal-populisme het rechts-populistisch electoraat klein (Koopmans e.a. 2012).<br />
Als tweede is bepalend hoe mainstream-partijen zich positioneren ten opzichte van migratie<br />
en etnische minderheden en hoeveel ruimte er binnen de partijdynamiek is voor extreemrechtse<br />
partijen om claims over deze onderwerpen te maken. Wanneer er sprake is van<br />
andere partijen die zich reeds negatief uitlaten over migrantenkwesties, zal de ruimte voor<br />
een extreemrechtse partij die haar bestaansrecht hieraan ontleent kleiner zijn. Dus, ook<br />
véél ruimte voor radicaal-rechtse vertogen kan het moeilijker maken voor een anti-islampartij<br />
om een plek te bemachtigen in het politieke domein. Immers, centrumrechtse<br />
partijen kunnen aanwezig zijn met een concurrerend vertoog over migratiebeperking<br />
(Koopmans e.a. 2005: 189). Een sterkere discursieve gelegenheidsstructuur en meer politieke<br />
ruimte zorgen dan voor meer concurrentie voor een extreemrechtse partij.<br />
Organisationele velden<br />
Onder de nationale context vallen ook andere organisaties dan politieke partijen, denk<br />
bijvoorbeeld aan sociale bewegingsorganisaties. Tussen sommige organisaties wordt<br />
geconcurreerd om aanhang en middelen. Aanwezige netwerken en actierepertoires kunnen<br />
een basis vormen voor nieuwe bewegingen, en aanwezige actierepertoires kunnen gekopieerd<br />
worden. Zo kopieerde het Duitse Pegida de Maandag-demonstraties uit de jaren 80 in<br />
Leipzig gericht tegen het communistische regime. Sympathiserende organisaties kunnen<br />
door samenwerking of kennisdeling de slagkracht van een organisatie versterken, of<br />
thema’s op de nationale politieke agenda zetten. Antagonistische organisaties, of ‘tegenbewegingen’,<br />
lokken soms gerichte tegenacties uit. Zo staan extreemrechtse en extreemlinkse<br />
organisaties regelmatig fysiek tegenover elkaar tijdens demonstraties, en worden<br />
linkse activisten door ‘rechts’ bestempeld als verraders, terwijl rechtse activisten op hun<br />
beurt worden uitgemaakt voor fascisten.<br />
20