2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 5: Frankrijk<br />
groepsrechten. Het recht om op basis van collectieve rechten anders te zijn, wordt beperkt<br />
door de universele gelijkheidsprincipes. Denk aan het verbod op religieuze symbolen in<br />
publieke instituties, zoals basisscholen. Hierin is het principe van ‘laïcité’ leidend: het<br />
publieke domein is (officieel) vrij van religie en er gelden de waarden van de republiek. Er<br />
bestaat geen correcte Nederlandse vertaling, ‘politiek secularisme’ komt het dichtst in de<br />
buurt, waarmee het verder gaat dan secularisme. Omdat er geen goede Nederlandse<br />
vertaling bestaat zal in het vervolg het Franse woord laïcité gebruikt worden. De Franse<br />
stemming rondom de islam kan niet los worden gezien van deze aloude traditie van laïcité.<br />
In de jaren 80 veranderde het debat in Frankrijk ten opzichte van migranten en werd de<br />
nadruk meer gelegd op de aanwezigheid van grote hoeveelheden islamitische migranten en<br />
het probleem dat hun religie met zich mee zou brengen als bedreiging van de nationale<br />
identiteit en de republikeinse waarden (Mohammed & Hajjat 2013). In 1983 behaalde het<br />
Front National (FN) haar eerste overwinning, met de eerste burgemeester van deze partij in<br />
het plaatsje Dreux. De jaren 80 werden ook gekenmerkt door veel racistisch geweld; met<br />
1983 als hoogtepunt met 18 moorden en tal van ernstige gewonden door aanvallen om<br />
racistische motieven (Witte 2014).<br />
Vanaf 1989 is een verandering zichtbaar in de invulling van laïcité. In dat jaar werden drie<br />
meisjes van school geweerd vanwege hun hoofddoekje. Dit ontketende een nationaal debat<br />
en zorgde er uiteindelijk voor dat in 2004 het dragen van religieuze symbolen werd verboden.<br />
Eerst was het vooral links dat de laïque waarden verdedigde, en daarom een verbod op<br />
de hoofddoek ondersteunde. Later werd dit verbod echter ook gesteund door een brede<br />
coalitie van links én rechts, waaronder de Union pour le Mouvement Populaire (UMP). Ook zij<br />
beriep zich bij het verbod op ‘la laïcité’ en onderscheidde zich daarmee van het extreemrechtse<br />
discours van het Front National. Het discours werd echter al snel daarna overgenomen<br />
door het Front National dat van een traditioneel extreemrechts discours verschoof<br />
naar een anti-islamdiscours. Nilsson (2015: 103) beschrijft hoe tijdens de hoofddoekjesaffaire<br />
links en rechts wedijverden om wie het meest fervent ‘laïque’ was, door de sterkste<br />
‘hardline’ oplossingen voor het ‘moslimprobleem’ aan te dragen. Onder invloed van deze<br />
ontwikkelingen wordt laïcité steeds meer gebruikt voor specifiek het inperken van de<br />
collectieve rechten voor moslims (Roy 2005, Ahearne 2014). Ook linkse politici verdedigen<br />
de ‘nieuwe’, striktere invulling ervan. Zo stelde Hollande in zijn verkiezingsstrijd voor om<br />
de principes van laïcité op te nemen in de grondwet (Ahearne 2014).<br />
Mohammed en Hajjat (2013) stellen dat in toenemende mate sprake is van een vijandbeeld<br />
van islam en moslims vanuit theologisch en politiek perspectief. Dit is met de tijd steeds<br />
meer gaan samenvallen met immigratie in haar geheel. Ook het Collectif Contre l’islamophobie<br />
en France (CCIF 2015) spreekt over de diffusie van een ‘islamofoob beeld’ 69 in de maatschappij.<br />
Nonna Mayer, expert extreemrechts in Frankrijk, bevestigt dit beeld en stelt dat een<br />
aantal anti-islamopiniemakers onevenredig veel aandacht krijgt in het mediadebat (interview<br />
Nonna Mayer november 2015). Zo heeft een aantal bekende opiniemakers van ‘de<br />
anti-islamzaak’ hun strategische inzet gemaakt, zoals Zemmour en Finkielkraut. Ook het<br />
idee van ‘Le Grand Remplacement’ van Renaud Camus, over de vervanging van het ene volk<br />
door een ander is in die zin veelzeggend en vormt voor veel islamcritici een inspiratie.<br />
Volgens deze theorie zullen migranten – met name moslims – de Franse maatschappij<br />
overnemen en zijn de ‘boeven’ uit de banlieues de soldaten van de islam die het leven van de<br />
Fransen onmogelijk maken. Hetzelfde geldt voor Houellebecq’s bestseller-roman Soumission,<br />
waarin hij Frankrijk in 2022 beschrijft, dat onder leiding van een islamitische president<br />
langzaam verandert in een islamitische staat, een ‘Eurabië’.<br />
69 Het Collectif Contre l’Islamophobie en France (CCIF 2015) gebruikt de term ‘islamofoob’ wanneer het om anti-islamdaden gaat. Waar het om<br />
cijfers afkomstig uit dit rapport gaat, zal dus ook in deze termen worden gesproken. Zie voor een toelichting van de begrippen islamofoob en<br />
anti-islam het theoretisch kader.<br />
66