2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstuk 3: Analytisch kader: Wisselwerking tussen actoren<br />
3.3.1 Radicalisering en escalatie<br />
Eén van de kernvragen van onze studie betreft het risico dat de wisselwerking tussen<br />
actoren uitmondt in radicalisering, polarisering en escalatie. De focus ligt daarbij niet op<br />
radicalisering van individuen, maar op radicalisering van repertoires (zowel discursieve als<br />
actierepertoires) zoals die gehanteerd worden door specifieke actoren (bewegingen en<br />
partijen), of zoals we die tegenkomen in de verschillende velden. In lijn met de definitie die<br />
de AIVD hanteert verstaan wij onder radicalisme het nastreven van ingrijpende veranderingen<br />
in de samenleving 5 . Radicalisering kan zich voordoen op twee dimensies: enerzijds in<br />
het discursieve repertoire, waarin een actor steeds ingrijpendere veranderingen voorstaat;<br />
anderzijds in het actierepertoire, waarin steeds verregaandere strategieën gehanteerd<br />
worden. Radicalisering hoeft niet per se te betekenen dat acties gewelddadig worden.<br />
Gewelddadige actie is wél de uiterste vorm van radicalisering. Hiernaar verwijzen we met<br />
de term escalatie. Radicalisering van het discursieve repertoire en het actierepertoire gaan<br />
vaak samen, maar noodzakelijk is dat niet. Radicalisering betekent dus dat er steeds meer<br />
afgeweken wordt van de heersende normen, in het discursieve repertoire, in het actierepertoire,<br />
of in beide (Slootman & Tillie 2006). Dit hoeft niet ondemocratisch te zijn. Radicalisme<br />
in zijn sterkste vorm is wel ondemocratisch; dit is extremisme, wat zich kenmerkt<br />
doordat het de kaders van de rechtsorde overschrijdt, bijvoorbeeld door de inzet van geweld<br />
(zie ook de AIVD 2004).<br />
3.3.2 Radicaliserende discursieve repertoires<br />
Het vertoog, of ‘verhaal’, van een organisatie of van een heel veld wordt ook wel ‘collectief<br />
actiekader’ genoemd. Zo’n collectief actiekader bestaat uit diverse onderdelen. Benford &<br />
Snow (2000) onderscheiden een drietal zogenaamde kaders (frames):<br />
––<br />
Diagnostic frames (wat is er fout/wie is de schuldige?);<br />
––<br />
Prognostic frames (wat is de oplossing/wat is het plan van aanpak en de strategie?);<br />
––<br />
Motivational frames (wat moeten we doen en waarom?).<br />
Kern van de anti-islamframes vormt de etnisch-nationale eenheid, die zich bedreigd waant<br />
door ‘buitenlanders’ met een andere religie en cultuur, in het bijzonder door de islam.<br />
De aanwezigheid van de radicale islam en islamitisch terrorisme onderstrepen de urgentie<br />
van deze dreiging. Het eigen volk is slachtoffer van de (linkse) elite die schuldig is aan de<br />
bedreigende multiculturalisering van de samenleving; iedereen die multiculturalisme<br />
voorstaat, moet bestreden worden. De islam wordt vergeleken met een oprukkende bezettingsmacht,<br />
die tot doel heeft Europa over te nemen. Het ultieme angstbeeld is dat van een<br />
‘Eurabië’.<br />
In de radicale-islamframes weet men zich bedreigd door ‘het Westen’ en houdt men ‘het<br />
Westen’ verantwoordelijk voor de slechte behandeling van moslims en de islam als religie.<br />
Bovendien ondersteunt ‘het Westen’ dictators in islamitische landen, wat wordt gezien als<br />
legitimatie voor compromisloos optreden tegen het Westen. Het ultieme doel is de stichting<br />
van een samenleving naar islamitische regels. Regeringen in islamitische landen die dit in<br />
de weg staan moeten bestreden worden, evenals partijen die dit streven blokkeren.<br />
De radicalisering van het discours kenmerkt zich niet alleen door een streven naar ingrijpende<br />
veranderingen, maar ook, en vooral, door een polarisatie in het wereldbeeld en<br />
toenemend gevoel van urgentie. Groepsidentiteiten politiseren en polariseren, waardoor de<br />
grens tussen wij (de ‘goeden’, de ‘slachtoffers’) en zij (de ‘slechten’, de ‘daders’) verabsoluteert<br />
en samengaat met steeds minder genuanceerd taalgebruik. Gevoelens van dreiging en<br />
urgentie nemen toe, wat weer samengaat met een uiting van steeds heftigere emoties<br />
5 Radicalisme: “Het (actief) nastreven en/of ondersteunen van diepingrijpende veranderingen in de samenleving, die een gevaar kunnen opleveren<br />
voor (het voortbestaan van) de democratische rechtsorde (doel), eventueel met het hanteren van ondemocratische methodes (middel), die afbreuk<br />
kunnen doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde (effect). In het verlengde hiervan is radicalisering te duiden als de (groeiende)<br />
bereidheid zelf dergelijke veranderingen (eventueel op ondemocratische wijze) na te streven en/of te ondersteunen, dan wel anderen daartoe aan te<br />
zetten.’ (AIVD, 2004: 15 in Slootman & Tillie 2006: 16).<br />
26