2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 4: Verenigd Koninkrijk<br />
door de cycli van tactische en symbolische innovatie en aanpassing waar ze zich mee<br />
bezighouden” 58 (2014: 9). Er lijkt in het VK dus een patroon te zijn ontstaan van op spektakel<br />
en publieke ophef gericht activisme, dat onder andere verklaard kan worden vanuit de<br />
acties van concrete actoren in beide velden, maar ook door elementen van de bredere Britse<br />
nationale context, waarop hieronder nader wordt ingegaan.<br />
Wisselwerking: mislukte aanslag radicale islamisten op EDL-mars, juni 2012<br />
Een ander concreet voorbeeld van directe wisselwerking tussen radicale moslims en de EDL was de mislukte<br />
aanslag op een demonstratie van de English Defence League in Dewsbury, op 30 juni 2012. Het ging hier om<br />
een zestal Brits-Pakistaanse en -Bangadeshi radicalen uit Birmingham, die een terroristische aanslag wilden<br />
plegen op een demonstratie van de EDL in Dewsbury. Volgens de informatie van politie en justitie achteraf was<br />
de hoofdreden voor het niet slagen van de aanslag dat de groep te laat op de plek van de demonstratie arriveerde.<br />
De EDL- demonstratie eindigde eerder dan aangekondigd omdat woordvoerder Tommy Robinson niet kwam<br />
opdagen als spreker. In de auto van de zes werden een zelfgemaakte bom en verschillende wapens aangetroffen,<br />
en <strong>tekst</strong>documenten waarop de geplande aanslag werd toegelicht. Volgens deze toelichting was de aanslag<br />
bedoeld om wraak te nemen op de ‘vijanden van Allah’, in het bijzonder op de belediging van de profeet door<br />
leden van de EDL en op hun ‘kruistocht tegen de islam/ moslims wereldwijd’ (The Guardian 30 april 2013). De<br />
groep radicalen werd toevallig door de politie aangehouden tijdens een routinecontrole op de snelweg tussen<br />
Dewsbury en Birmingham. De politie heeft geen verband kunnen vinden tussen de groep en buitenlandse<br />
militante groeperingen als Al Qaida of milities in Pakistan, en de groep was niet eerder in beeld bij politie en<br />
justitie. Uit de berichtgeving blijkt ook geen verband tussen de groep en Al-Muhajiroun.<br />
De geplande aanslag in Dewsbury wordt volgens Busher en Macklin (2014: 8) in overheids- en justitiekringen in<br />
het VK wel beschouwd als een gevaarlijk voorbeeld van cumulatief extremisme. Tijdens de berechting van de<br />
zes werd benadrukt dat de aanslag, als deze was uitgevoerd, zeker had geleid tot een ‘tit-for-tat spiral of violence<br />
and terror’ (geciteerd in Busher & Macklin 2014: 8).<br />
Ongelijke wisselwerking<br />
Tegelijkertijd moet worden vastgesteld dat in het VK sprake is van onevenwichtige wisselwerking<br />
tussen het radicale-islam- en het anti-islamveld. Waar anti-islamgroepen zich heel<br />
direct richten op de radicale islam als opponent, is die focus in het radicale-islamveld veel<br />
minder duidelijk aan de orde. Verschillende experts stellen dan ook dat voor radicale<br />
moslimactivisten de acties van het anti-islamkamp helemaal niet leidend zijn in hun<br />
opereren (Bushers en Mulhalls interviews november 2015).<br />
In de eerste plaats valt op dat wanneer er sprake is van een patroon van actie-reactie, het<br />
anti-islamkamp bijna altijd de reagerende partij is. Radicale moslimactivisten ageren steeds<br />
als eersten. Een uitzondering hierop is de bovengenoemde mislukte aanslag op de EDL-mars<br />
in Dewsbury.<br />
Dit raakt aan het punt van Busher en Macklin, dat in het analytisch kader werd genoemd:<br />
de verschillende manieren waarop groepen of bewegingen in een wisselwerking aan elkaar<br />
‘gekoppeld’ zijn (2014: 13-14). Hier werd gesteld dat groepen ‘strak’ of ‘los’ aan elkaar<br />
gekoppeld kunnen zijn, en dat er ook sprake kon zijn van een ‘asymmetrische koppeling’.<br />
In het VK is dit van toepassing op de manier waarop de bredere anti-islambeweging is<br />
gekoppeld aan de radicale islambeweging. Busher en Macklin schrijven hierover: “terwijl de<br />
EDL en andere anti-islamactivisten veel van hun ideologische ontwikkeling en collectief<br />
actieframe te danken hebben aan de activiteiten van, en hun ontmoetingen met, extreem<br />
islamitische groepen, zijn de doelen, opvattingen, tactieken en de neiging tot geweld van<br />
58 “Opposing movements may also have a direct impact on one another through the cycles of tactical and symbolic innovation and adaptation in<br />
which they engage” (2014: 9).<br />
50