2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
2606-volledige-tekst_tcm28-124504
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Naast het tellen van woorden, zijn we ook via woordnetwerken (op basis van zogenoemde<br />
‘word co-occurrence’) nagegaan of het onlinediscours na de aanslagen veranderd is. Deze<br />
methode en uitkomsten worden in meer detail toegelicht in de appendix. De belangrijkste<br />
conclusie is dat er geen verschil is tussen voor en na ‘Parijs’. Kort samengevat: we zien vaak<br />
dezelfde woordcombinaties. Onze resultaten laten bijvoorbeeld zien dat radicaal en islam<br />
relatief vaak samen in een tweet voorkomen. Dit gebeurt even vaak voor de aanslagen als<br />
erna.<br />
De woordnetwerken wijzen er ook op dat het discours in Frankrijk in vergelijking met<br />
andere landen relatief onverdeeld is. Zo zien we dat de woorden Marine en Front National in<br />
alle berichten van twitteraars in alle clusters veel gebruikt worden, hetgeenook al uit de<br />
analyse van woordfrequenties naar voren kwam. We zullen straks zien dat het onlinedebat<br />
in andere landen (vooral in het Verenigd Koninkrijk) meer gescheiden is, in die zin dat<br />
verschillende onlinegemeenschappen in sterkere mate over verschillende organisaties of<br />
onderwerpen praten.<br />
Is er sprake van een toegenomen ‘wij-zij’-tweets? We hebben in het theoretisch kader<br />
betoogd dat een proces van radicalisering zich voltrekt in de context van een wisselwerking<br />
tussen oppositionele velden. Als verhoudingen tussen beide velden polariseren, nemen de<br />
tegenstellingen toe. De identificatie met de eigen groep wordt sterker en de categorisatie<br />
van outgroups als een groep neemt toe. Manifesteert zich zo’n proces in het debat op<br />
Twitter (cf. Bijnsdorp 2015)? Daar lijkt het wel op. Tabel 8.2 laat zien hoe vaak bepaalde<br />
verwijzingen naar ingroups en outgroups in de tweets voorkomen. 173 Vooral referenties<br />
naar de ingroup – ‘wij’ of ‘ons’ – nemen toe; in de periode voor 13 november komt zo’n<br />
verwijzing gemiddeld in ongeveer 4 % van de tweets voor, na de aanslagen is dit 5 %. Dat<br />
lijkt misschien niet veel, maar we moeten wel bedenken dat de ruimte in een tweet erg<br />
beperkt is. Het aantal verwijzingen naar moslims is ook gestegen. Die komen in onze<br />
steekproef voor en na ‘Parijs’ respectievelijk in 7,0 % en 9,4 % van de tweets voor. Opvallend<br />
is dat het aantal verwijzingen naar vluchtelingen en illegalen juist is afgenomen. Door de<br />
aanslagen lijkt de aandacht dus te verschuiven van deze groeperingen naar moslims.<br />
Tabel 8.1: Aantal ingroup- en outgroupverwijzingen in de Franse tweets, voor en na Parijs<br />
Voor (n=43.738) Na (n=48.358)<br />
aantal aandeel aantal aandeel<br />
Totaal ‘wij’ 1.672 3.8% 2.501 5.1%<br />
notre, nous<br />
Totaal ‘Frans’ 5.665 13.0% 6.663 13.8%<br />
Francais(e), Français(e), France<br />
Totaal ‘zij’ 1.728 4.0% 1.941 4.0%<br />
eux, leur, ils<br />
Totaal ‘islam’ 3.042 8.0% 4.524 9.4%<br />
Musulman(s), (l’)islam, islamique, islamiste, (l’)islamisation<br />
Totaal ‘westen’ 13 0.0% 15 0.0%<br />
(l’)oust<br />
Totaal ‘immigranten’ 285 0.7% 122 0.3%<br />
étrangers, immigrants, réfugiés, clandestins<br />
Hoe worden moslims geframed? Anders gezegd: welke andere woorden worden vaak in<br />
combinatie met deze termen gebruikt? Deze vraag beantwoorden we met behulp van<br />
wordclouds op basis van de termen islam en musulman. Deze geven de woorden weer die<br />
vaak voorkomen in tweets waarin in elk geval een van deze termen voorkomt, of afleidingen<br />
van de stam, zoals islamophobie. We duiden deze tweets voor het gemak aan als<br />
173 Hier nemen we de tweets van alle eerder besproken clusters samen.<br />
Bedreigde identiteiten: De wisselwerking tussen anti-islambewegingen en de radicale islam<br />
161