brussels hoofdstedelijk parlement parlement de la region de ...

A-445/2 – 2007/2008 — 62 —A-445/2 – 2007/2008M. Willem Draps se demande s’il existe à Bruxelles unepersonne qui a un droit d’usage de la voirie en fonctiond’une disposition civile conventionnelle. Le député pense,par exemple, à une servitude de passage de câbles. Le présentarticle exclurait ce cas.Le ministre Pascal Smet précise que si le problème devaitse poser, il pourrait être très vite réglé. En effet, toutela convention résulte d’une disposition légale.M. Willem Draps rappelle qu’on peut convenir librementde tout pourvu que ce ne soit pas contraire à l’ordrepublic.Selon le ministre Pascal Smet, la situation évoquée n’estpas possible.M. Jacques De Coster se demande si le délai dontquestion au § 2, alinéa 3, se calcule en jours ouvrables ouen jours calendrier.Le ministre Pascal Smet répond que, conformément àl’article 2, 12°, le délai se mesure en jours ouvrables.M. Jacques De Coster demande un exemple concret dela procédure visée au § 2, alinéa 4.Le ministre Pascal Smet répond que l’idée est de soumettreceux qui placent des grandes grues sur l’espace publicau régime de l’ordonnance.M. Jacques De Coster demande encore ce qui est couvertpar la « personne intéressée » du § 2, alinéa 3. Sont-ce lespersonnes figurant sur la liste publiée au Moniteur belgeconformément au paragraphe précédent ?Le représentant de Bruxelles Mobilité prend l’exempled’impétrants qui se sont déclarés auprès de la Commissiondans le cadre de l’ordonnance actuelle. Ces impétrants ontfait remarquer qu’il y avait des gestionnaires de pipe-linesrelativement importants sur Bruxelles. Ils souhaitaient lesvoir apparaître dans la liste.M. Jacques De Coster se demande si, à moins d’unoubli, ces personnes se trouvent obligatoirement dans laliste publiée au Moniteur belge. Le député voudrait savoirsi l’ensemble des personnes intéressées est plus vaste queles personnes reprises dans la liste.Le représentant de Bruxelles Mobilité explique qu’unimpétrant qui souhaite lancer une coordination à Bruxellesa tout intérêt à ce que l’ensemble des impétrants présentssur le territoire de la Région se manifestent. Il aura donc intérêt,s’il a connaissance d’installations posées par d’autresimpétrants, à les mentionner.De heer Willem Draps vraagt of er in Brussel een persoonis die een weggebruiksrecht heeft op basis van eenin een overeenkomst opgenomen burgerrechtelijke bepaling.De volksvertegenwoordiger denkt bijvoorbeeld aaneen erfdienstbaarheid voor het leggen van kabels. Dit artikelzou dat geval uitsluiten.Minister Pascal Smet antwoordt dat een dergelijk probleemzeer snel geregeld zou kunnen worden. De heleovereenkomst vloeit immers voort uit een wetsbepaling.De heer Willem Draps wijst erop dat men alles bij overeenkomstkan bepalen op voorwaarde dat het niet indruisttegen de openbare orde.Volgens minister Pascal Smet is het aangehaalde gevalniet mogelijk.De heer Jacques De Coster vraagt of de termijn waarvansprake is in § 2, derde lid, in werkdagen of in kalenderdagenwordt berekend.Minister Pascal Smet antwoordt dat de termijn in werkdagenwordt berekend, conform artikel 2, 12°.De heer Jacques De Coster vraagt om een concreet voorbeeldvan de in § 2, vierde lid, bedoelde procedure.Minister Pascal Smet antwoordt dat het de bedoelingis om degenen die grote kranen plaatsen in de openbareruimte op te nemen in het toepassingsgebied van de ordonnantie.De heer Jacques De Coster vraagt voorts wat men verstaatonder « betrokken persoon » in § 2, derde lid. Zijn datde personen die voorkomen op de lijst die overeenkomstigde vorige paragraaf in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt?De vertegenwoordiger van Mobiel Brussel neemt alsvoorbeeld verzoekers die zich bij de Commissie hebbenaangemeld in het kader van de huidige ordonnantie. Dieverzoekers hebben opgemerkt dat er in Brussel beheerdersvan vrij belangrijke pijpleidingen waren. Ze wensen dat dieop de lijst worden geplaatst.De heer Jacques De Coster vraagt of die personen opde in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakte lijst moetenworden geplaatst, tenzij het om een vergetelheid gaat. Hijwil weten of het aantal betrokkenen veel groter is dan hetaantal personen op de lijst.De vertegenwoordiger van Mobiel Brussel legt uit dateen verzoeker die een coördinatie in Brussel wil opstarten,er alle belang bij heeft dat alle verzoekers op het grondgebiedvan het Gewest zich kenbaar maken. Als hij kennisheeft van door andere verzoekers geplaatste installaties,heeft hij er dus belang bij om dat te melden.